DNA-test voor afstamming kan best confronterend zijn
Genetische testen zijn razend populair op internet. Ze kunnen inzicht geven in iemands risico op bepaalde ziektes. Ook kunnen ze helpen bij het opsporen van onbekende familieleden. Toch is het niet al goud wat er blinkt. „Doe alleen een test als je een specifieke onderzoeksvraag hebt.”
Een van de aanbieders van genetische testen voor verwantschapsonderzoek is MyHeritage, een Israëlisch bedrijf. Naast DNA-testen biedt het onlineplatform gebruikers de mogelijkheid stamboomonderzoek te doen. Het bedrijf claimt te beschikken over een database van maar liefst 18,6 miljard historische gegevens, bestaande uit stambomen, foto’s, geboorteaktes en krantenartikelen.
DNA en stambomen vullen elkaar aan, verklaart het helpcentrum van MyHeritage. Een genetische test kan de gebruiker bijvoorbeeld leren of iemand met dezelfde achternaam ook daadwerkelijk aan hem of haar verwant is. Zo kan een adoptiekind wel Costerus heten, maar geen gedeelde genetische informatie hebben met andere mensen met deze achternaam.
Aan de andere kant is een stamboom nodig voor het begrijpen van de verwantschap van de gebruiker met iemand met overeenkomstig DNA. Stel dat de genetische informatie voor 12,5 procent overeenkomt tussen twee personen, dan is een stamboom nodig om te bepalen of het gaat om bijvoorbeeld een neef, overgrootvader of oudoom.
Bij de test vergelijken de onderzoekers de genen van de gebruiker met een grote database. Deze gegevensbank bevat genetische informatie van ruim vijf miljoen mensen die hun DNA eerder hebben laten testen bij MyHeritage of bij vergelijkbare bedrijven, zoals 23andMe, Family Tree en Ancestry. Op deze manier kan een gebruiker familieleden met gedeeld DNA opsporen.
De test moet ook inzicht bieden in iemands geografische afkomst, claimt het bedrijf. De gebruiker krijgt een wereldkaart te zien met daarop voor hoeveel procent hij of zij afkomstig is uit bijvoorbeeld Noord-Europa, West-Afrika of Zuid-Amerika. Dit wordt berekend voor 2114 regio’s ter wereld.
Wangschrapers
Ik neem de proef op de som en bestel op 22 augustus een DNA-test. Die kost me 58 euro, inclusief verzendkosten. De volgende dag ligt deze al op de mat. Lekker snel.
Het doosje bevat twee wangschrapers en twee flacons met een bewaarvloeistof. Geheel volgens instructies steek ik de schrapers in m’n mond en draai deze ongeveer een minuut langs de binnenkant van m’n wangen. Eerst gaat het ene staafje langs m’n linkerwang, dan het andere staafje langs m’n rechterwang.
De plastic stokjes steek ik vervolgens in de buisjes met vloeistof. Na het afbreken van de schrapers, zodat deze in de buisjes passen, draai ik de dop er stevig op. De flacons verdwijnen daarna in een plastic zakje, dat weer in een bijgeleverde envelop gaat. Deze breng ik bij het postkantoor. Daar wordt deze als brievenbuspost verstuurd, omdat het officieel om goederen gaat. De bestemming is het Duitse Hofheim, waar het laboratorium is gevestigd.
Dan is het wachten geblazen. Ik heb weinig geduld, omdat de deadline voor het artikel al in zicht is. Pas na drie weken krijg ik de bevestiging dat m’n pakket bij het lab in Duitsland is áángekomen. De analyse van m’n DNA moet dan dus nog gebeuren. Volgens de instructies bij de kit duurt dat nog drie tot vier weken. Zucht.
Onderzoeksvraag
Intussen neem ik contact op met een Belgische hoogleraar die is gespecialiseerd in DNA-verwantschapstesten. Maarten Larmuseau heet hij, een naamgenoot dus. Via een Teamsverbinding legt hij uit wat zo’n DNA-test wel en niet kan vertellen. Ook wijst hij op de risico’s van het opsturen en ‘vrijgeven’ van je DNA.
Larmuseau, docent en wetenschappelijk onderzoeker aan de Katholieke Universiteit Leuven en de Universiteit Antwerpen, was zelf „proefkonijn” en liet zijn DNA bij een aantal bedrijven testen. Vooraf overlegde hij met zijn ouders, broer en zussen. „Stel dat mijn broer in zijn studententijd spermadonor was, dan zou ik zijn privacy kunnen schenden.”
De Belg vond een link met een Amerikaan, Gene Gyger. Eén kopie van chromosoom 3 vertoonde overeenkomsten. Larmuseau mailde hem met de vraag of hij zijn stamboom mocht inzien. De Amerikaan stemde toe. Wat bleek: ze hebben dezelfde betovergrootouders. Eind negentiende eeuw was een kleinzoon van het echtpaar via Antwerpen naar Amerika geëmigreerd. „Heel tof. Het is fascinerend om iemand met hetzelfde stukje DNA te vinden aan de overkant van de oceaan.” Wel plaatst hij gelijk een kanttekening. „Via klassieke genealogie en sociale media had ik hem ook kunnen vinden.”
Soms belandt het klassieke stamboomonderzoek op een dood spoor. Dan kan een DNA-test zijn meerwaarde bewijzen. Larmuseau noemt als voorbeeld iemand die hij hielp bij het vinden van zijn biologische grootvader. Zijn grootmoeder had tijdens haar leven verzwegen bij wie haar kind was verwekt. Een genetische test wees uit dat de man een Britse soldaat was die tijdens de Eerste Wereldoorlog in België had gevochten. Na de oorlog was hij naar zijn gezin in Engeland teruggekeerd.
Archieven
Een populaire toepassing van DNA-testen is het ontrafelen van iemands afkomst. Op YouTube zijn hierover filmpjes te vinden. Zo liet de Nederlandse vlogster Denise Kroes in 2019 haar DNA testen. Tot haar grote verrassing wees de test uit dat haar voorouders uit Scandinavië of Engeland kwamen. ”Wat!? Ik ben 0% Nederlands?!” kopt de video, die inmiddels ruim 200.000 keer is bekeken.
De vraag is of ze de conclusie wel kan trekken dat haar wortels buiten Nederland liggen. Een genetische test kan vrij betrouwbaar aangeven dat iemands voorouders in Europa, Australië of Amerika hebben geleefd. Maar binnen Europa en zeker binnen West-Europa is daar weinig chocola van te maken, stelt Larmuseau. „Of iemand uit Nederland of uit Frankrijk komt, valt met deze test niet met zekerheid te zeggen. De genetische variatie binnen een land is zo groot, dat Nederlanders nauwelijks te onderscheiden zijn van Fransen. Vandaar dat wij zeggen: Als je wilt weten waar je voorouders vandaan komen, zoek dan in de archieven. Je moet dan wel weten of ze je biologische voorouders zijn.”
De Vlaamse geneticus krijgt soms ongeruste telefoontjes van mensen bij wie de test uitwees dat het 50 procent zeker is dat hun voorouders uit Groot-Brittannië komen. Ze willen weten of hun vader dan wel echt hun biologische vader is en geen Brit. Hij kan hen dan geruststellen. „Een Brit lijkt genetisch heel sterk op een Nederlander of een Vlaming. Zo’n test zegt daarom weinig.”
Zelf heeft Larmuseau zijn DNA laten onderzoeken bij drie bedrijven: MyHeritage, 23andMe en Ancestry. Bij de ene test kwam naar voren dat al zijn voorouders van de afgelopen twee eeuwen uit Groot-Brittannië kwamen. Een andere test wees uit dat zijn wortels hoofdzakelijk in Scandinavië liggen. Bij een derde test kwamen vooral Midden-Europa en een beetje Afrika uit de bus. „De bedrijven gebruiken verschillende monsters, waardoor je andere uitkomsten krijgt. Alle drie de testen geven aan dat mijn voorouders uit West-Europa komen. Maar ze zijn duidelijk nog niet accuraat genoeg. Je kunt daarom op basis van alleen die percentages niet concluderen dat je voorouders uit Scandinavië komen. Tenzij klassiek stamboomonderzoek dat bevestigt.”
Uit de test kan naar voren komen dat iemand een paar procent DNA heeft dat wijst op voorouders in Afrika. Dat kan volgens Larmuseau wel een aanwijzing vormen voor een interessante voorgeschiedenis. Hij kent iemand die eerder op papier had ontdekt dat haar betovergrootvader een kindslaaf was afkomstig uit Afrika. Dit werd achteraf via DNA bevestigd.
Een zogenaamde autosomale DNA-test, de meest gebruikte methode, gaat 150 tot 200 jaar terug in de tijd. Vanaf zeven generaties zijn er volgens Larmuseau vaak geen herkenbare genetische patronen tussen verwanten meer te zien.
Met andere testen is het wél mogelijk om verder terug te gaan in de tijd. Zo kunnen testen die alleen de vaderlijke of moederlijke geslachtslijn analyseren, wel 2000 jaar teruggaan in de geschiedenis. Hierbij wordt gebruikgemaakt van ofwel het y-chromosoom, dat alleen DNA van de vaderlijn bevat, ofwel de mitochondriën –de energiefabriekjes van lichaamscellen–, die genen van de moederlijn bevatten. MyHeritage biedt deze testen niet aan, bedrijven als Family Tree DNA wel.
Larmuseau heeft zijdelings bijgedragen aan de identificatie van een skelet dat in 2012 was gevonden onder een parkeerplaats in het Engelse Leicester, in de restanten van een oud franciscaner klooster. Het vermoeden was dat het ging om het lichaam van koning Richard III van Engeland. Onderzoekers vergeleken het mitochondriaal DNA van het skelet met vermoedelijke verwanten in Australië en Engeland. Omdat het DNA overeenkwam, was het bewijs geleverd dat het ging om de in 1485 vermoorde koning.
De geneticus gaat dit najaar vergelijkbaar onderzoek doen naar de schedel van Dionysius de Kartuizer, die ligt opgebaard in de Caroluskapel in Roermond. Met DNA-onderzoek hoopt Larmuseau erachter te komen of het daadwerkelijk om de lichamelijke resten van de bekende geleerde uit de vijftiende eeuw gaat.
Privégevoelig
Veel mensen doen een DNA-test puur uit nieuwsgierigheid of om erachter te komen hoeveel Vikingbloed ze hebben. Larmuseau raadt dat af. „Doe het alleen als je een specifieke onderzoeksvraag hebt. Bijvoorbeeld als je als donorkind wilt weten wie je biologische vader is. Of als je verre verwanten wilt opzoeken. Denk goed na over wat je wilt weten.”
De hoogleraar is wat terughoudend omdat hij beseft dat er risico’s kleven aan het gebruik van genetische testen. Allereerst wat betreft iemands privacy. „Je DNA is misschien wel het meest privégevoelige materiaal dat je hebt. Deze gegevens worden in Amerika en Israël bekeken en bewaard. Waar ze daarna terechtkomen of hoe sterk de data beveiligd zijn, is niet altijd duidelijk en dat wordt niet gereguleerd. Mijn collega’s zijn vooral bang voor hacking.”
MyHeritage geeft in de privacyverklaring aan dat het „nooit genetische data of gezondheidsgegevens heeft verkocht of in licentie gegeven, en dit in de toekomst nooit zal doen.” Maar van 23andMe, een ander bedrijf dat genetische testen aanbiedt, is bekend dat het gegevens van zijn klanten doorverkoopt aan onderzoekers, de farmaceutische industrie en biotechnologiebedrijven. Dat is zelfs het verdienmodel.
Confronterend
Genetische testen hebben ook als risico dat iemand onverwachte, vervelende ontdekkingen kan doen. Zo is het mogelijk dat hij door de test ontdekt dat zijn vader niet zijn biologische vader is. „Dat is heel confronterend. Mensen kunnen dit als een existentieel probleem ervaren. Tegelijkertijd zie je ook dat ze achteraf vaak blij zijn dat ze achter de waarheid zijn gekomen. Sommigen geven aan: We voelden altijd al dat er iets was, maar nu weten we waarom.”
De Vlaamse geneticus kent iemand die een test had gedaan en zo ontdekte dat ze een halfneef heeft, die voor het huwelijk van haar oom en tante was verwekt. Alleen de tante wist ervan. „Hoe deel je dat mee aan de familie? En hoe ga je dat doen met erfenissen? Zo’n ontdekking brengt heel wat problemen met zich mee.”
Heel zeldzaam is het niet, dat kinderen buitenechtelijk worden verwekt. Larmuseau heeft in 2019 onderzoek verricht naar het percentage buitenechtelijke kinderen in een aantal Europese landen. Deze zogenaamde koekoeksgraad in Nederland blijkt de achterliggende eeuwen steeds tussen de 1 en 2 procent te liggen. De koekoeksgraad is het hoogst in de periode 1850 tot 1900 bij de laagste sociale klasse in de grote steden.
Verkeerde handen
Een DNA-test mag niet worden gepresenteerd als kerstcadeau of als middel voor ontspanning, concludeert Larmuseau. „Het kan gevoelige uitkomsten opleveren die je identiteit en familiebanden sterk kunnen beïnvloeden.”
De opmerkingen van de geneticus brengen me wel een beetje aan het twijfelen. Heb ik er wel goed aan gedaan een kit te bestellen? Wat als er informatie boven water komt die ik niet wil weten? Ik ben toch wel nieuwsgierig. Gelukkig is het mogelijk mijn gegevens op elk moment te verwijderen. Ik wil hoe dan ook voorkomen dat mijn DNA-gegevens in verkeerde handen vallen.
Op 21 september krijg ik een onaangename verrassing in de mailbox: een rekening van 129 euro voor het jaarabonnement op MyHeritage. Het gratis maandabonnement is namelijk afgelopen, en betalen voor het daaropvolgende jaar moet blijkbaar vooraf gebeuren. Annuleren lukt niet, evenmin als de mail beantwoorden. In rekenen zijn ze goed…
Op 29 september –vijf weken nadat ik de kit heb besteld en één dag voordat dit artikel klaar moet zijn– krijg ik de uitslag. Deze is niet heel verrassend. Het is voor ongeveer 50 procent zeker dat mijn voorouders uit Noordwest-Europa komen, en voor 40 procent dat ze in Scandinavië hebben geleefd.
De DNA-matches vind ik interessanter. Van de bijna 6000 mensen met overeenkomstig DNA, wonen er ruim 2000 in Nederland, 1000 in de VS en bijna 300 in Duitsland.
Zeven mensen worden tot verre familie van mij gerekend: zij hebben minstens 1,2 procent gedeeld DNA. Degene met het meeste overeenkomstige DNA, 5,6 procent, komt me bekend voor: zij is een achternicht uit België die ik nooit heb ontmoet. Via de website kan ik haar een berichtje sturen. Toch wel geinig, zo’n DNA-test.