Kleine kerken teken van hoop in crises Midden-Oosten
In landen in het Midden-Oosten die aan de grond zitten, brengen kleine protestantse kerken verlichting. Zij verdienen onze steun, zodat ze op hun post kunnen blijven.
Een flink deel van het Midden-Oosten verkeert in een diepe crisis. De grootste materiële zorgen zijn nu voedselzekerheid en toegang tot medische zorg en onderwijs. Het groeiende aantal bootmigranten uit Syrië en Libanon laat zien dat velen de wanhoop nabij zijn.
Een greep uit recente berichtgeving illustreert de ernst van de situatie. Libanezen kunnen niet bij hun spaargeld; sommigen eisen hun tegoeden op door de bank te ‘beroven’. In Syrië en recent ook in Libanon dook cholera op. In Irak en Syrië zijn miljoenen mensen nog steeds niet teruggekeerd naar hun huizen, nadat zij door het geweld van Islamitische Staat moesten vluchten. Alle drie de landen hebben te weinig water en brandstof.
„Waar vinden wij hoop?” Het is geen wonder dat die vraag telkens terugkwam tijdens de eind vorige week in Parijs gehouden vergadering van de Action Chrétienne en Orient (ACO). De ACO is een gemeenschap van protestantse kerken uit het Midden-Oosten en Europa, met de GZB als Nederlandse deelnemer. Afgelopen week vierde zij in Straatsburg haar honderdjarig bestaan. Sinds 1985 is het werk van de Morgenlandzending geïntegreerd in het werk van de GZB.
„Onze hoop komt van God. Als Hij er niet was, zou onze situatie echt uitzichtloos zijn”, zo stelden de deelnemers uit Syrië en Libanon. „Maar het is ook belangrijk dat we weten dat we er niet alleen voor staan, dat mensen aan ons denken en voor ons bidden. Uit dat gebed wordt gezamenlijke actie geboren.”
Kleine minderheid
Kerkleiders uit het Midden-Oosten deelden hun zorgen over de verdwijnende middenklasse. Terwijl kerkleden uit de middenklasse enkele jaren terug het diaconale kerkenwerk financierden, zijn velen van hen nu zelf aangewezen op hulp. Deskundigen zeggen dat herstel van de middenklasse cruciaal is voor de toekomst van de regio.
Sommige ACO-projecten verlichten de urgentste medische noden, terwijl andere juist gericht zijn op meer duurzame ontwikkeling. Zo steunt de ACO vakopleidingen voor vrouwen die ontheemd zijn en de aanschaf van zonnepanelen voor een verzorgingshuis in Libanon. Ook bezitten de diverse ACO-lidkerken in het Midden-Oosten basis- en middelbare scholen, waarop christelijke en moslimkinderen naast elkaar in de klas zitten. Zo leren ze elkaar kennen en worden christelijke normen en waarden overgedragen. „Onze scholen zijn ons zendingsveld, hier kunnen we zaaien”, zo klonk het.
De ACO kan uiteraard de enorme crises van de regio niet oplossen. De kleine protestantse kerken zijn maar een heel kleine minderheid in het Midden-Oosten. Eigenlijk vormen ze een minderheid binnen de christelijke minderheid te midden van de overwegend islamitische bevolking. Als westerse partners komen we niettemin steeds weer onder de indruk van het werk van deze kleine protestantse kerken.
De geschiedenis van de ACO laat zien dat dit werk wel degelijk een verschil maakt. In 1922 werden vanuit Straatsburg de eerste zendingswerkers uitgezonden, om te gaan werken onder de overlevenden van de Armeense genocide in Aleppo. Die bevonden zich in erbarmelijke omstandigheden in vluchtelingenkampen. Toch groeide het werk en veranderde het duizenden levens. De vluchtelingen kregen toegang tot onderwijs, werk en medische zorg. Uiteindelijk ontwikkelde de Armeense gemeenschap zich tot een integraal en gerespecteerd onderdeel van de samenleving. En nu staat die Armeense gemeenschap opnieuw onder druk.
Gaten vullen
Voor de kerken en hun leiders is de verleiding groot om op te geven en zo mogelijk te emigreren. Maar in Iran, Irak, Syrië en Libanon blijven kleine groepen de hoop levend houden; bij hen begint de vernieuwing. Het is zaak die groepen te versterken en hun hoop te delen.
Met zijn honderdjarige geschiedenis is de ACO doordrongen van het belang van meeleven, meebidden, meehelpen en zo de Hoop levend houden. In de woorden van een van de deelnemers: „Volhouden in tijden van crisis – dat hoort bij het christelijk geloof. We kunnen niet vertrouwen op politieke processen. We kunnen alleen maar terugvallen op onze hoop in Christus. Veel Bijbelboeken ontstonden in crisistijd, zoals de ballingschap. Uit de Bijbel leren we dat we ons niet moeten opstellen als slachtoffers, maar als brengers van Hoop.”
De kerken en christelijke organisaties ontvangen geen steun van hun overheden voor hun werk op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg. Integendeel, zij vullen de gaten die hun overheden laten vallen. Hier ligt een belangrijke rol voor Europese christenen om ook zo hun werk en hun christelijk getuigenis te helpen versterken.
De auteur is regiocoördinator Midden-Oosten GZB en voorzitter ACO Fellowship.