In doorsnee minder werk op de plank bij bouwbedrijven
Bouwondernemers hebben minder werk op de plank liggen. Volgens het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) was de werkvoorraad in de sector in augustus gemiddeld minder dan bij de vorige raming in juni. Vooral in de woning- en utiliteitsbouw was het orderboek minder goedgevuld. Bij de grond-, water- en wegenbouw bleef de gemiddelde werkvoorraad gelijk.
Drie op de vijf bouwbedrijven gaven aan dat de werkvoorraad de laatste maanden niet is toegenomen. Dat kwam onder andere door een tekort aan personeel. Daarnaast spelen materiaaltekorten de sector parten.
Alles bij elkaar hadden bouwbedrijven nog voor 10,4 maanden aan werk in de pijplijn, tegen 10,6 maanden bij de laatste meting in juni. In de utiliteitsbouw (kantoren, fabrieken en dergelijke) ging het om een afname met drie tiende maand, tot 11,9 maanden werk. Bij woningbouwbedrijven nam de werkvoorraad af met vier tiende maand, tot 13,2 maanden.
In de wegenbouw hebben bedrijven gemiddeld voor 6,5 maanden aan werk liggen, hetgeen een lichte stijging betekende. Bij grond- en waterbouw ging het om een daling met een tiende maand tot 9,0 maanden werk. Voor de meting van het EIB zijn ongeveer 275 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden ondervraagd.