De grote natuurbrand is woensdag dichtbij Griendtsveen uitgebroken. Dat is een voormalige veenkolonie, net als het naastgelegen Helenaveen. Samen met de Deurnesche Peel vormen zij de Groote Peel. In het verleden was het gebied op de grens van Limburg en Brabant een ondoordringbaar moeras, maar vanaf de 13e eeuw hebben turfstekers het hoogveen op grote schaal afgegraven. De turf, bestemd als brandstof voor kachels en fornuizen, stond bekend als „het goud van de Peel”.

De Peel is sinds 1993 nationaal park en met geen ander natuurgebied te vergelijken, zegt Staatsbosbeheer. Het gebied hoort erg drassig te zijn met veel poelen en waterplassen. Maar door de langdurige droogte is het veengebied volgens boswachter Lieke Verhoeven nu grotendeels kurkdroog. Op sommige plekken is al sprake van onherstelbare schade. Door de droogte kan de brand zich ook makkelijk uitbreiden.

In het hoogveengebied komen bijzondere planten als de vleesetende zonnedauw en lavendelhei voor. Er leven ook slangen, hagedissen en kikkers. Hoeveel schade dergelijke beschermde soorten oplopen door de brand is nog niet te zeggen. Na de vorige zeer grote Peelbrand in 2020 bleek de natuur zich wonderwel te herstellen. De droogte richt meer schade aan dan brand, aldus Verhoeven. De kuddes grote grazers die in het gebied lopen zijn woensdag door terreinbeheerders in veiligheid gebracht.