Regendruppels na een hete zomer
Corrie van Maanen vergelijkt haar werk onder de Russische Joden in Israël met de eerste regendruppels die vallen na een lange hete zomer. Deze druppels maken de grond zacht voor de volle regen. „In de moeilijke omstandigheden van mijn werk zie ik Gods hand.”
Corrie woont sinds 1990 in Israël. Eerst ging ze aan de slag in een ziekenhuis en in de thuiszorg. Sinds 1996 werkt ze onder toezicht van de internationale Christelijke Ambassade in Jeruzalem onder hulpbehoevende immigranten uit Rusland. De Near East Ministry (NEM) en de Gereformeerde Zendingsbond (GZB) zijn uitzendende organisaties en de Bethelkerk in Zeist is haar thuisgemeente.
„In het ziekenhuis werkte ik mét de Russische Joden, nu werk ik vóór hen”, zegt ze in haar flat in een wijk niet ver van het centrum van Jeruzalem. „Ik ben te gast bij mensen om zieken te helpen. De sociale voorzieningen in Israël zijn goed, maar sommige mensen missen de aansluiting. Bovendien hebben ze in Rusland negatieve ervaringen opgedaan met de gezondheidszorg, zodat ze liever thuis willen blijven. Als de mensen tussen wal en schip vallen, komen wij ter plekke.”
Met ”wij” bedoelt ze de afdeling voor de Russische Joden van de Christelijke Ambassade, die op het ogenblik overigens alleen uit haarzelf bestaat.
De Finse afdeling van de Christelijke Ambassade betaalt de huurauto waarmee ze zich door het jachtige verkeer van het ene naar het andere adres beweegt. Twaalf families in totaal bezoekt ze. Ze is in staat om hen in hun moedertaal toe te spreken, want toen ze begon onder de Russische Joden is ze aan de studie van het Russisch begonnen. „Het is een kleurrijke, fantastische taal”, zegt ze.
Ze doet het werk dat van een verpleegkundige gevraagd kan worden: wasbeurten geven, wondverzorging, bloeddrukmeting en oefeningen met patiënten die een hersenbloeding hebben gehad of aan een chronische spierziekte lijden. Ze stuit ook op eenzaamheid en psychische problematiek. Zo kent ze een vrouw die niet alleen naar buiten durft. Ze neemt haar nu elke week een uur mee de straat op.
De Christelijke Ambassade vroeg Corrie de supervisie over de medische hulpdienst te nemen tijdens de christelijke viering van het Loofhuttenfeest, dat in september en oktober plaatsvond. Zo’n 5500 christenen bezochten het evenement. „Ik zag er erg tegen op, want ik voelde me echt niet capabel. Gelukkig gebeurden er alleen maar enkele kleine dingetjes. Niemand hoefde naar het ziekenhuis, het plakken van een paar pleisters was voldoende. Dat vind ik echt een wonder.”
In Israël leef je volgens Corrie -politiek gezien- „in een hogedrukpan.” „Hier in het Midden-Oosten gebeurt het. Hier sta je aan het front. Je maakt van dichtbij mee dat God met Israël doet wat Hij gezegd heeft in Zijn Woord.
Ook is hier Godsbesef. Als je hier een psalm noemt, weten de mensen gelijk waarover je het hebt. Ik zeg in zo’n geval: „Dit is uit jullie boek.” Je kunt dan ook spreken over een boodschap van hoop en toekomst.
Ik vind dat ik zelf een eenvoudig, maar niet een gemakkelijk leven heb. Toch is het fijn dat je hier niet wordt opgejaagd in je werk zoals in de gezondheidszorg in Nederland. Dat geeft tijd voor dingen die op je weg komen.
Zo ken ik een vrouw die 80 was toen ze met haar dochter van 60 om religieuze redenen naar Israël kwam. Zij wilde nooit een douchebeurt hebben, omdat ze dacht dat je van het water kanker kon krijgen, zoals in Tsjernobyl. Ik zag dat ze meer hulp nodig had, maar ze kon dat niet aanvaarden. Ik heb het tien jaar lang volgehouden om eens in de week haar voeten te wassen. Toen werd ze heel erg ziek. Sindsdien mag ik haar iedere week een douchebeurt geven. Ze vindt het heerlijk.”
”Langetermijnwerk” noemt Corrie haar taak. „We zijn hier als buitenlanders bezig een weg te bereiden totdat God Zijn volle zegen kan uitgieten op het land. De eerste regendruppels doorweken de grond en maken deze zacht voor de volle regenbui. Als die direct zou beginnen, zou de vruchtbare aarde wegspoelen. Zo is mijn werk onder de Russische Joden: praktische druppels van liefde toedienen. Door te helpen, te wassen, een woord van bemoediging of zegen te geven, maak je de harten klaar voor het ontvangen van Gods zegen en Zijn plan voor hen.”
Een grote valkuil voor buitenlandse gelovigen in Israël noemt zij een sterke identificatie met een bepaalde groep. Als een buitenlander zich identificeert met de Arabieren, beïnvloedt dat de wijze waarop hij naar de Joden kijkt. Als hij zich vereenzelvigt met de Joodse bewoners op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook bepaalt dat de manier waarop hij naar de Arabieren kijkt. „Als mijn identiteit niet meer in Jezus ligt, dan moet ik terug naar Nederland”, zegt ze.
„Wij zijn hier te gast. Mijn tentpinnen zitten diep genoeg in de grond om me thuis te voelen, maar los genoeg om weer verder te gaan. De positie van vreemdeling moet je leren accepteren. Daarom vind ik het wonen in Israël wel eens eenzaam. De Russische Joden die ik dien, zullen me nooit zien als een van hen. Ze zien me wel als iemand die dicht bij hen staat.
Dat is trouwens wel een fantastische positie. Daarmee krijg ik ruimte om de liefde van de Heere Jezus te laten zien.”