Meer dan honderd gewonden bij bestorming parlement in Bagdad
Aanhangers van de invloedrijke sjiitische leider Moqtada al-Sadr hebben zaterdagochtend in de Iraakse hoofdstad Bagdad het parlement bezet. Ze zeggen tegen de corruptie in regeringskringen te protesteren. Ook zijn ze woedend omdat er tien maanden na de parlementsverkiezingen nog altijd geen regering is en de onderhandelingen over de benoeming van een nieuwe minister-president niet opschieten.
Veiligheidsdiensten probeerden eerder tevergeefs duizenden demonstranten weg te houden uit de zwaarbeveiligde groene zone in het centrum van de stad, waar zich behalve het parlement ook andere overheidsinstellingen en ambassades bevinden. Ze gebruikten traangas en flitsgranaten toen er stenen naar hen werden gegooid. Zeker 125 mensen zijn gewond geraakt, onder wie ook politiemensen.
Woensdag lukte het aanhangers van Al-Sadr ook al om de groene zone binnen te dringen en het parlement te bestormen. Na enkele uren gaven ze toen hun bezetting op, na een oproep daartoe van Al-Sadr. Zaterdag lijken ze hun bezetting niet zo snel op te geven. Al-Sadrs partij zei dat tot nader order een „sit-in” wordt gehouden in het parlement.
De betogers protesteren vooral tegen premierskandidaat Mohamed Shia al-Sudani, een voormalige minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en voormalig provinciegouverneur. Hij is naar voren geschoven door een alliantie van pro-Iraanse sjiitische groeperingen, die tegenstanders van al-Sadr samenbrengt. Al-Sadr, wiens partij de grootste werd bij de verkiezingen, trok in juni zijn 74 parlementariërs terug toen het hem niet lukte om een regering te vormen. Leden van de pro-Iraanse groeperingen namen de vrijgekomen plaatsen in.
De missie van de Verenigde Naties in Irak heeft tot kalmte opgeroepen.