„Kerken zijn niet het groenst”
„Rentmeesterschap werd: wij zijn baas over de schepping, het moet wat opleveren.” Die zin uit het boek ”Geloof en een hoop zonnepanelen” geeft wellicht het helderst de dubbele houding van christenen tegenover schepping en klimaat in de achterliggende decennia weer.
De kerk staat nu echter voor de opdracht om heel bewust keuzes te maken en bij te dragen aan de klimaatdoelen. Veel kerkelijke gemeenten zijn er al volop mee bezig, andere minder. Wie stappen wil zetten, kan zich laten inspireren door ”Geloof en een hoop zonnepanelen. Naar een duurzame, groene geloofsgemeenschap”. Het is een boekje van theatermaker en journalist Kees Posthumus, geschreven vanwege het tienjarig bestaan van het programma Groene Kerken, waaraan zo’n 400 kerken in Nederland meedoen. Dat jubileum was in 2021. Posthumus sprak toen met diverse groepen die actief zijn met duurzaamheid in kerk, synagoge of moskee. Die interviews zijn nu gebundeld in een boekje en verrijkt met gedichten, recepten, praktische informatie en tips.
Het begin van de kerkelijke milieubeweging ligt in de jaren zeventig van de vorige eeuw, zo vertelt theoloog Kees Tinga, een van de voortrekkers ervan in Nederland. Samen met bioloog Tini Brugge liep hij voorop. Tinga is bezorgd: „Ik ben weleens bang dat de kerken denken: „Wij zijn het groenst, want wij hebben het scheppingsverhaal.” Dat is bezijden de waarheid. De geschiedenis leert dat wij als kerken eerder achteraan liepen dan voorop.” Brugge maakt zich zorgen over wat toekomstige generaties nog zullen meemaken als gevolg van klimaatproblemen.
Terugvragen
Kerken kunnen zich op het thema duurzaamheid bezinnen, maar ook heel praktisch aan de gang gaan, zo laten Robert den Ouden en weerman Reinier van den Berg zien. Zij namen het initiatief voor de onderneming KerkStroom. Het bedrijf biedt kerken de mogelijkheid collectief goedkoper groene stroom in te kopen. Zij wijzen erop dat „een kerk als ANBI-instelling vijftig procent energiebelasting kan terugvragen.” Dat zorgt er echter weer voor dat de terugverdientijd van zonnepanelen op het kerkdak langer wordt. Een aspect dat installateurs nogal eens over het hoofd zien, waarschuwen zij. „De belangrijkste duurzame aanpak (voor kerken) blijft: energie besparen.”
Ds. Jacques Schenderling uit Ingen schreef in 2020 met negen anderen een brief aan de synode van de Protestantse Kerk in Nederland. Er moet meer gebeuren vindt hij: „Duurzaamheid is nog te veel een hobby van een kleine groep, terwijl het een zaak van heel de kerk is”, reflecteert hij nu.
Verwondering kan mensen ertoe brengen zich nadrukkelijk in te zetten voor natuur en milieu, stelt Reinier van de Berg elders in het boek. „De dauw in de ochtend, de vlinder op een bloem. Hoe zou het zijn als dat er over tien jaar, dertig jaar niet meer is? Daar kunnen we in kerkdiensten bij stilstaan: verwondering over de prachtige schepping. En van daaruit bij de natuur gaan leven.”
Bijschakelen
Christenen mogen „wel een tandje bijschakelen”, vindt de weerman. „Wij geloven in een Schepper die de wereld met zorg maakte. Daarna durfde Hij Zijn schepping uit handen te geven aan mensen, om deze met zorg te bewaren.” Eenzelfde boodschap laat prof. dr. T. M. Hofman van de Christelijke Gereformeerde Kerken in het boek klinken: „Als God zoveel hart heeft voor Zijn schepping, zou mijn hart daarover dan hard en onverschillig kunnen zijn?”
Prof. Hofman waarschuwt ook voor een onterechte tweedeling onder christenen rond het thema: „Veel christenen trekken alles in een schema links-rechts, conservatief-progressief. Dat zijn helemaal geen Bijbelse termen. Ik herinner mij vakanties dat ik zo geraakt was door Gods schepping, dat dit mijn diepste drijfveer werd. Dat staat niet los van mijn relatie met God, het heeft er alles mee te maken. Ik doe wat ik kan. Gerechtigheid is geen zijweg, het is de kernzaak van de Bijbel.”
Een juist beeld van de mens in de schepping is wel noodzakelijk, waarschuwt theologe Trees van Montfoort, schrijver van het boek ”Groene theologie”. „Mensen worden tot doel en hoogtepunt van de schepping. Uit die gedachte kwam veel narigheid voort. Wij zijn deel van de schepping, niet meer en niet minder, met een specifieke verantwoordelijkheid. Een boom kan Gods schepping niet tegenwerken, wij mensen wel.”
Rabbijn Menachem Sebbag laat zien dat schepping ook in de Joodse theologie hoog gewaardeerd wordt. „De mens is de hoogste en belangrijkste schepping, met de plicht gebruik te maken van de schepping voor zijn eigen bestaan. Tegelijk biedt de Joodse Bijbel waarschuwingen, regels en wetgeving voor de manier waarop je met de schepping om dient te gaan.”
Posthumus reisde ook af naar Indonesië, naar een gebied dat de gevolgen van de klimaatverandering en het misbruik van de natuur ervaart. April 2021 trok een zware cycloon over Timor. Een lokale kerkleider vertelde Posthumus: „De cycloon blies niet allen onze levens omver. Hij maakt ons er ook van bewust dat de manier waarop wij onze aarde en de natuur behandelen, moet veranderen.”
Botsen
In het boek zijn ook aardige recepten opgenomen en fraaie gedichten met diepe gedachten over de schepping en het behoud ervan. Helaas zijn verschillende spotprenten in het boek godslasterlijk van aard of ze botsen met de heiligheid van Gods Woord. Ook sommige meer literaire uitingen rond het thema staan ver af van het taalgebruik van de Statenbijbel. De voorstellen in het boek voor een speciale liturgie rond het thema passen niet bij de sobere, traditioneel ingevulde eredienst zoals de gereformeerde kerken die door de tijd heen hebben gekend.