Geen derde staat
Ezechiël 36:27
„En Ik zal Mijn Geest geven in het binnenste van u; en Ik zal maken dat gij in Mijn inzettingen zult wandelen en Mijn rechten zult bewaren en doen.”
De wedergeboorte is zo noodzakelijk dat er zonder wedergeboorte geen zaligheid te verwachten is. Met wat een zorg moest een mens dan aangedaan zijn om wedergeboren te worden! Want van nature is hij onherboren, dood, en verloren. Hoe bezorgd moest ieder dan zijn om te weten in welke staat hij verkeert! Hoe moest men wel vragen: Ben ik het? Stel uzelf deze vraag: Ben ik al wedergeboren? En wat zult u daarop antwoorden: ja of neen? Want een derde staat is er niet. Velen zijn zo door en door verloren dat ze zichzelf deze vraag nooit stellen, en als de vraag tegen wil en dank op hun hart komt, werpen ze die onbeantwoord weg, als een zaak waartegen ze weerzin hebben, of als een zaak die hun niet aangaat, of omdat ze wel weten dat ze hierover geen duidelijkheid hebben, en dat ze dan onrustig zouden worden. Ze zouden dan met zo’n vermaak in de zonden niet kunnen voortgaan. Dat dient voor hen niet. Anderen menen de goede kant te kiezen, maar maken verbeeldingen dat ze al wedergeboren zijn. Want ze wilden gaarne dat zo’n leven als zij leiden, wedergeboorte was, en dat daarop de zaligheid zou volgen. Ook is het mogelijk dat ze zulke kwade gedachten van zichzelf niet willen hebben, dat ze onbekeerd zijn en zo op deze wijze niet kunnen zalig worden.
Wilhelmus à Brakel, predikant te Rotterdam
(”Redelijke Godsdienst”, 1893)