„Met meer pollentelstations kunnen we beter regionale verschillen in kaart brengen”, verklaart Vlooswijk. Er zijn inmiddels automatische pollentellers op de markt. „Meerdere Europese landen hebben die al. Nederland nog niet. Erg jammer. Met dergelijke tellers kun je ook 24-uurspatronen in beeld brengen.”

Nederland telt twee pollentelstations: in het Elkerliek ziekenhuis in Helmond en in het LUMC in Leiden. Experts in beide ziekenhuizen tellen dagelijks het aantal pollen en bepalen met een microscoop van welke plantensoort dit afkomstig is. Van het Elkerliek krijgt Vlooswijk gegevens over het aantal pollen aangeleverd.

Wadden

Omdat Nederland slechts twee pollentelstations in bezit heeft, is het niet goed mogelijk om regionale verschillen in pollenconcentratie te bepalen. „Die verschillen zijn er wel degelijk”, stelt Vlooswijk. Zo is de pollendruk over het algemeen lager op de Waddeneilanden dan in het zuidoosten, weet de uitgever. „De Wadden krijgen aanvoer van frisse zeelucht, terwijl het zuidoosten van het land wolken met pollen uit het buitenland krijgt aangevoerd.”

Vlooswijk maakt op zijn websites inzichtelijk hoeveel pollen er de komende uren en dagen te verwachten zijn. Ook tonen de websites met cijfers van 1 tot 10 hoeveel klachten hooikoortspatiënten waar en wanneer kunnen verwachten.

Voor de hooikoortsradar maakt Vlooswijk gebruik van verschillende bronnen. Allereerst gebruikt hij input van bioloog Maurice Martens, die onder meer bijhoudt welke planten in bloei staan.

Een andere belangrijke bron is de weersverwachting van Buienradar.nl. Vlooswijk: „Als het weer koeler en vochtiger wordt, neemt het aantal pollen in de lucht af. Vandaar dat de pollendruk ’s nachts en ’s ochtends lager is dan in de middag.”

Huisarts

Aanvullende gegevens krijgt Vlooswijk van het Nivel, een kennisorganisatie die onderzoek doet naar de gezondsheidszorg. Wekelijks informeert de organisatie hem over het aantal mensen dat de huisarts heeft bezocht vanwege hooikoortsklachten.

Op hooikoortsradar.nl kunnen mensen met een cijfer aangeven hoeveel klachten ze ervaren. In periodes met veel pollen in de lucht zijn er dagelijks wel zo’n 3000 tot 4000 mensen die de peiling invullen, stelt Vlooswijk. De gegevens gebruikt hij om een gemiddelde klachtenscore te berekenen, die hij in een grafiek inzichtelijk maakt.