Kleinzoon overhandigt brieven ds. J. Kars aan Kamp Amersfoort
Ieder jaar kreeg de dochter van ds. J. Kars het te kwaad als de 29e december naderbij kwam. Dan trilden haar handen van spanning. Het was de datum waarop haar vader in 1942 door de Duitsers werd gefusilleerd.
Haar zoon overhandigde de brieven van zijn opa donderdagmiddag aan Kamp Amersfoort. De opa naar wie hij is vernoemd. De opa die in zijn afscheidsbrief schreef: „Lieve schatten, Zo even, de 29e december 1942, is omstreeks elf uur in cel 25 bekend gemaakt, dat wij om 2 uur in de middag moeten sterven.”
Hoe vaak heeft Jan Bonte de woorden op het dichtbeschreven, vergeelde papiertje al gelezen? „Honderden keren. Maar ze ontroeren me nog altijd.” Dat gebeurt ook nu weer, wanneer Bonte ze voorleest. „Het hakt er wel in”, verzucht hij.
Zakdoek
De inwoner van het Utrechtse Elst heeft alle brieven gekopieerd. De kopieën houdt hij zelf, de originelen zijn nu voor het kamp waar zijn grootvader honger en vernedering doorstond. „Niemand mag vergeten welke offers er voor de vrijheid zijn gebracht”, zegt Bonte.
Eén brief staat hij niet af. Het is de zakdoek die ds. Kars de gevangenis van Scheveningen uitsmokkelde, verborgen in de voering van een jas. In de brief drong hij erop aan dat mensen zich zouden inspannen voor zijn vrijlating: „Ik deed alles voor anderen, wie doet er nu wat voor mij?” De zakdoek is ingelijst en hangt bij kleinzoon Bonte thuis aan de muur. Hij heeft hem wel meegenomen; om hem te laten zien aan Micha Bruinvels, de nieuwe directeur van Nationaal Monument Kamp Amersfoort. Ook Edie Brouwer is erbij; de vrijwilliger van het bezoekerscentrum die in 2017 –75 jaar na de fusillade op de Leusderheide– de nabestaanden van de 31 slachtoffers opspoorde en een herdenking organiseerde.
Gruwelen
Onder de bomen op het vroegere kampterrein vertelt Bonte over de grootvader die hij nooit heeft gekend. Dat doet hij voor een opname van de Oorlogsgravenstichting. Die plaatst vanwege haar 75-jarig bestaan elke week een video over een oorlogsslachtoffer online op de datum waarop die persoon jarig zou zijn geweest. ”Lang zouden ze leven”, heet de serie, en inmiddels staan er 26 filmpjes op de website van de stichting. Het verhaal van ds. Kars wordt op 2 juli toegevoegd, zijn geboortedatum in 1903.
Jan Kars –nog maar 39 jaar– was de eerste predikant die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd gefusilleerd. Jan Bonte hoorde zijn oma vaak over haar man vertellen. „Zij woonde bij ons in. Als mijn ouders beiden aan het werk waren, paste oma op mij. Ze had de grootste slaapkamer, en ik at daar vaak bij haar.” Maar wat ze ook vertelde, over de gruwelen van het kamp had ze het niet. „Misschien heeft ze er niet van geweten. Of ze wilde ons ertegen beschermen.” Pas toen Bonte het boek over zijn opa –”Een dominee voor het vuurpeloton” van B. Hooghwerff– las, besefte hij wat de gevangenen in Kamp Amersfoort hebben meegemaakt.
Oma Kars overleed in 1968 en werd bij haar man begraven, in Schoonhoven. Toen de Oorlogsgravenstichting voorstelde de predikant een graf te geven op Ereveld Loenen, werd ook het lichaam van diens weduwe daarheen gebracht.
Keuzes
Ds. Kars was een mannetjesputter, is het beeld dat zijn kleinzoon van hem kreeg. „Een doodgebloede gemeente leefde onder zijn bediening op. Een leeggepreekte kerk zat na zijn komst binnen een maand vol. Hij was een man die duidelijke keuzes maakte; daardoor had hij in de kerk weleens een conflict.”
Een duidelijke keuze was ook die voor het verzet. Ds. Kars zei tegen zijn broer: „Die moffenbende moeten we ons land weer uitwerken. Al zal het me mijn leven kosten.” Het kostte hem het leven.
Soms was de predikant niet realistisch, vindt zijn kleinzoon. „Toen hij Duitse vliegtuigen hoorde, vloog hij met een geweer de dijk op, alsof hij daarmee iets kon beginnen. Als gevangene bleef hij lange tijd optimistisch over de afloop: Op je verjaardag volgend jaar ben ik er weer bij. Later werden zijn brieven echter somberder.”
Ds. Kars was anderen tot steun. In de Scheveningse gevangenis preekte hij –met gedempte stem– voor zijn medegevangenen, die meeluisterden via een luchtkoker. En op de dag waarop de predikant van Kralingseveer te horen kreeg dat hij zou worden doodgeschoten, bediende hij het avondmaal.
Appelplaats
Kleinzoon Bonte loopt over het kampterrein, waar voetafdrukken in het grind symbool staan voor de appels die de gevangenen moesten doorstaan. „Urenlang.” Voor de voetafdrukken staat een replica van de laarzen van de gevreesde kampcommandant, Karl Peter Berg. En daar overhandigt Bonte de kampdirecteur de brieven die zijn opa schreef.
De vrouw en drie kinderen van ds. Kars zagen hem nooit terug. „Ze waren trots op wat hij heeft gedaan. Maar het heeft wel een stempel op hun leven gezet.”