The Machine
Mijn geschiedenisleraar op het gymnasium was een marxist in hart en nieren. In de vijfde en de zesde klas hebben we eindeloos gediscussieerd over de visie van Karl Marx op het historisch materialisme en de bourgeoisie. Voor degenen die nu graag willen achterhalen wie dan die overtuigde marxist was, kan ik ter geruststelling zeggen dat ik niet naar een reformatorische middelbare school ging. Ik heb examen gedaan aan het Gymnasium Camphusianum in Gorinchem, genoemd naar een in zijn tijd zeer bekende Gorcumse dichter en remonstrantse predikant, Dirk Rafaelsz. Camphuysen. De meeste lezers zullen hem vooral kennen van de dichtregels: „Daar moet veel strijds gestreden zijn, zolang wij hier beneden zijn: zo zal ’t hierna in vrede zijn.” Sinds ik op de hoogte ben van de kerkelijke ligging van deze Camphuysen, kan ik het niet nalaten om altijd even naar mijn vrouw te glimlachen als een predikant deze regels of varianten daarop tijdens een preek gebruikt, als ware het van een oudvader.
Terug naar Marx. In zijn boeken legt hij een verband tussen de kapitaalmarkt, de wetenschap en de technologie. Waar die drie succesvol met elkaar verweven zijn –Marx dacht daarbij concreet aan het Engeland van de negentiende eeuw– ontstaat een oppermachtig systeem. In zijn boek ”De ogen van de panda” haalde de Vlaamse filosoof Etienne Vermeersch deze gedachtegang onder het stof vandaan en noemde hij dit het ”Wetenschap-Technologie-Kapitaal-complex”. Voor Vermeersch de belangrijkste verklaring waarom het denken over milieu en duurzaamheid zo weinig lijkt te kunnen veranderen binnen ons westerse politieke en economische systeem.
Volgens Marx is de enige manier om dit complex te breken een revolutie die de kapitaalmarkt zal vernietigen en wetenschap en technologie ten dienste van het volk zal stellen. Die revolutie vond uiteindelijk echter niet plaats in Engeland, maar in het verarmde Rusland en later in landen als China en Korea, waar helemaal geen kapitaalmarkt of technologie was om te herverdelen, met als gevolg schrijnende achterstand en stelselmatige onderdrukking. Nu zal misschien iemand opwerpen: het ging bij Marx toch over arbeid en arbeiders? Dat is correct, maar Marx schrijft voortdurend over technologie als het instrument van uitbuiting van de arbeider. Hij heeft het dan over ”The Machine”. Kritiek op The Machine is daarom al sinds jaar en dag ultralinkse kritiek op de vanzelfsprekendheid van het kapitalisme.
De laatste maanden zie ik, overigens zonder referentie naar Marx, regelmatig nieuwe verwijzingen naar The Machine opduiken als een reactie op overheidsbemoeienis en wetenschapsverheerlijking. Daarbij is wel wat aparts aan de hand. Was het oorspronkelijk een uitdrukking van communisten om het kapitalisme onder vuur te nemen, nu wordt The Machine ook gebruikt door conservatieve lieden die kritiek hebben op meer linkse types.
De vraag daarbij is wel wat nu eigenlijk de boodschap is van deze kritiek op The Machine? Wat is dan de manier om de macht van The Machine te breken? Ook een revolutie? En welke revolutie wordt dan gekraaid? De meeste mensen die nu twitteren en youtuben over The Machine, lijken niet de richtlijnen van Marx te willen volgen. Wat ik uiteraard niet betreur want ik zou zelf nooit het marxisme willen verdedigen, maar het laat wel zien dat we in zeer verwarrende tijden leven. En het laat ook zien dat enig historisch besef onontbeerlijk is om deze tijden te kunnen duiden.
Daarom ben ik mijn geschiedenisdocent nog steeds dankbaar voor de grondige manier waarop hij mij heeft leren discussiëren over geschiedenis en filosofie. Dat komt steeds van pas om zorgvuldig te blijven denken over economie, technologie en wetenschap. Om, zonder daarbij meteen het hele systeem te willen omgooien, op zoek te gaan naar manieren om economische groei duurzaam in te zetten. Wat dat betreft volg ik graag de gedachten van Vermeersch om de macht van The Machine om te buigen naar een duurzame ontwikkeling waarin economie niet de vijand is van het milieu, maar de aanjager van vergroening.
De auteur is lector aan de Hogeschool Rotterdam en universitair docent aan de Technische Universiteit Delft.