Grote kans op 1,5 graad opwarming in 2026
De wereld kan in 2026 de afgesproken 1,5 graad opwarming weleens overschrijden. Daarmee komt de limiet die in 2015 is afgesproken in het klimaatakkoord van Parijs „onaangenaam dichtbij.”
Dat stellen wetenschappers van de Wereld Meteorologische Organisatie WMO en het Met Office, het Britse KNMI, in een rapport dat dinsdag uitkwam. Ze schatten de kans op overschrijding van de 1,5 graden extra opwarming in 2026 op 48 procent.
Wat betekent die ruwweg 50 procent kans?
Het is een aanscherping van de schatting van vorig jaar. Toen schatten dezelfde voorspellers de kans dat de kans dat de wereldwijde temperatuur in een willekeurig jaar vanaf 2026 1,5 graden hoger zou kunnen liggen dan in het ijkjaar 1990 op bijna 40 procent. Nu is dat dus bijna 50 procent. Maar de wereldwijde temperatuur is geen statisch gegeven; die kan van jaar tot jaar fluctueren.
Het IPCC en het klimaatakkoord van Parijs richten zich echter niet op incidentele overschrijdingen van de 1,5 graden, maar op het langetermijngemiddelde. „Om die doelstelling daadwerkelijk te overschrijden, zouden we zelfs in een ‘normaal’ jaar boven de 1,5 graad moeten uitkomen, en dat is veel minder waarschijnlijk”, stelt Steven Sherwood van de Australian Research Council op nieuwswebsite politico.eu.
Volgens het rapport van WMO en Met Office is de kans dat de wereld tussen 2022 en 2026 jaarlijks de 1,5 graad overschrijdt slechts 10 procent.
Waarom is die 1,5 graden opwarming zo belangrijk?
Volgens het VN-klimaatbureau IPCC heeft een stijging van de wereldwijde gemiddelde temperatuur met 1,5 graden op de lange termijn catastrofale gevolgen. „Het getal van 1,5 graden is geen willekeurige statistiek”, zegt WMO-secretaris-generaal Petteri Taalas op politico.eu. „Het is eerder een graadmeter waarop de gevolgen van klimaatverandering steeds schadelijker zullen worden voor mensen en voor de hele planeet.”
Een rapport van het VN-Rampenrisicobureau UNDRRwaarschuwde dat hongersnoden, droogte en zware stormen steeds vaker zullen voorkomen bij wereldwijde temperatuurstijging met 1,5 graden op de lange termijn. Wereldwijd zullen dan naar verwachting in 2030 gemiddeld 1,5 rampen per dag plaatshebben.
Hoe ziet de trend van de opwarming eruit met de huidige uitstoot?
Niet gunstig. De deelnemende landen aan het klimaatakkoord van Parijs hebben toezeggingen gedaan over het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen. Maar die toezegging zijn niet omgezet in voldoende terugdringing van de uitstoot van broeikasgassen.
De langetermijntemperatuur op aarde zal met de huidige uitstoot na 2030 de 1,5 graad gaan overschrijden, stelde het IPCC vorig jaar in een rapport. Sterker, daarmee zou de wereld volgens het IPCC ongeveer 3,2 graden zijn opgewarmd in het jaar 2100. Het huidige beleid zal „de mensheid in een spiraal van zelfvernietiging brengen”, stelde Amina J. Mohammed, plaatsvervangend secretaris-generaal van de VN.
Wat moeten regeringen doen om de gemiddelde temperatuurstijging op de lange termijn te beperken tot 1,5 graden?
Meer dan nu gebeurt. Volgens het Klimaatakkoord van Parijs moet de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen vanaf 2025 gaan dalen. Rond 2030 moet deze dan ongeveer zijn gehalveerd en rond 2050 mag er per saldo geen CO2 meer worden uitgestoten. Maar met het huidige klimaatbeleid zal die uitstoot in 2030 hooguit zijn afgevlakt, maar niet teruggedrongen.