„Cocaïnegebruiker” vermoedelijk nieuwe president Filipijnen
De Filipijnse president Rodrigo Duterte gaat de boeken in als de man die drugs de oorlog verklaarde. Zijn opvolger, die maandag gekozen wordt, zal niet veel milder zijn voor liefhebbers van verdovende middelen.
Al snel na zijn aantreden eind juni 2016 begon president Duterte met wat de „oorlog tegen drugs” is gaan heten. Met lijstjes waarop namen van mensen stonden die drugs hadden geproduceerd, verkocht of gekocht, trokken politieagenten hoofdzakelijk arme buurten in. Vele verdachten werden in koelen bloede doodgeschoten. Gedurende Dutertes ambtsperiode kostte de keiharde drugsaanpak circa 30.000 mensen het leven.
Volgens Duterte, die het gebruiken van geweld tegen drugsverdachten aanmoedigde, stierven de mensen doordat ze zich verzetten tijdens hun arrestatie. Ook de politie gebruikt deze lezing, maar onder meer Amnesty International veegt de vloer aan met deze uitleg. Op basis van gesprekken met getuigen van executies, nabestaanden en lokale ambtenaren, ontdekte de mensenrechtenorganisatie dat verdachten –met name afkomstig uit arme en gemarginaliseerde bevolkingsgroepen– systematisch werden gedood.
Jovan Magtanong is zo’n persoon, aldus Amnesty International. Deze 30-jarige vader lag volgens getuigen samen met zijn drie kinderen te slapen toen de politie bij hem aan de deur kwam en naar een andere man vroeg. „Hij werd als een beest gedood”, zei een familielid. Dat er op de plaats van het incident een pistool en drugs zijn gevonden, zou volgens zijn familie niet kloppen.
Afkickklinieken
De oorlog tegen drugs typeert het presidentschap van Duterte. Hij haalde er de woede van de internationale gemeenschap mee op de hals. Toen het Internationaal Strafhof (ICC) in Den Haag in 2018 aankondigde de drugsoorlog te gaan onderzoeken, kondigde Duterte aan per direct uit het ICC te stappen. Het Filipijnse ministerie van Justitie zei in oktober vorig jaar een onderzoek te starten. Een jaar eerder weigerden de Verenigde Staten Duterte een visum vanwege zijn omstreden drugsaanpak. Saillant detail is dat de Filipijnse journaliste Maria Ressa, die kritisch verslag deed van de oorlog tegen drugs in het land, vorig jaar de Nobelprijs voor de Vrede won.
Afgaand op de peilingen lijkt het niet spannend om de opvolger van Duterte te voorspellen. Ferdinand ‘Bongbong’ Marcos junior, senator en zoon van de dictatoriale Marcos senior (1917-1989), is de gedoodverfde winnaar. Hij krijgt volgens de peilingen ruim de helft van het electoraat achter zich. Leni Robredo komt nog het dichtst in de buurt, maar de vicepresident heeft circa 30 procentpunten goed te maken.
Onder Marcos zullen hooguit de scherpe kantjes worden gevijld van het huidige antidrugsbeleid. Vorig jaar oktober zei de presidentskandidaat in een interview met CNN dat hij de drugsoorlog met evenveel daadkracht zal voeren als Duterte, maar ook oog wil hebben voor de preventiekant. Hij vindt dat kinderen moet worden geleerd dat drugsgebruik slecht is en gevolgen voor de gezondheid heeft. Ook wil Marcos investeren in afkickklinieken, omdat ze niet allemaal naar behoren functioneren.
Drugstest
Op de vraag of ICC-onderzoekers welkom zijn op de Filipijnen om de drugsoorlog te onderzoeken, zei Marcos dat ze alleen als toerist mogen komen. De regering erkent het onderzoek niet en zal zich volgens de presidentskandidaat als zodanig gedragen.
Hoewel Duterte in zijn handen kan wrijven met Marcos’ stellingname over het ICC –wat immers betekent dat hij niet hoeft te vrezen hieraan te worden uitgeleverd–, heeft de president zich nog niet vleiend uitgelaten over zijn waarschijnlijke opvolger. In november vorig jaar noemde hij Marcos „echt een zwakke leider” en een „verwend kind.” Ook insinueerde Duterte dat Marcos een cocaïnegebruiker is. Daarop onderging de presidentskandidaat een drugstest om alle twijfel daarover bij potentiële kiezers weg te nemen.
De Rooms-Katholieke Kerk is niet gecharmeerd van Duterte. Bisschoppen keerden zich bijvoorbeeld tegen de door de president ontketende drugsoorlog. Maar van zijn vermoedelijke opvolger moet de kerk nog minder hebben. In een pastorale brief die werd verstuurd op 25 februari –niet toevallig exact 36 jaar na de val van Marcos senior– spoorden bisschoppen rooms-katholieken aan om niet te stemmen op kandidaten die zich schuldig maken aan het verdraaien van de geschiedenis.
Schrikbewind
Daarmee doelden zij overduidelijk op Marcos, die in zijn campagne verwoede pogingen doet om de regeerperiode van zijn vader goed te praten. Deze man voerde van 1965-1986 een schrikbewind, waarbij velen werden vervolgd, gemarteld en gedood. Bovendien roofde de familie voor miljarden aan geld, goud en goed van het volk.
Maandag wordt er ook een nieuwe vicepresident gekozen in het land waarin familiebanden in de politiek een grotere rol lijken te spelen dan politieke partijen. Het is zeer waarschijnlijk dat deze post een prooi gaat vormen voor Sara Duterte-Carpio. Inderdaad, de dochter van de huidige president. Duterte-Carpio, op dit moment burgemeester van een grote stad, is naar verluidt niet heel close met haar vader.
Toch zou juist zij straks haar invloed weleens kunnen aanwenden om ervoor te zorgen dat Rodrigo Duterte voor zijn drugsbeleid niet hoeft te boeten; niet in eigen land en niet in Den Haag, waar het Internationaal Strafhof zetelt.