Joden of Judeeërs: wie brachten Jezus voor Pilatus?
Waren het de ”Joden” die Jezus voor Pilatus brachten? Of is het beter om hier ”Judeeërs” te lezen? Volgens de Noorse geleerde dr. Gunnar Haaland kan een alternatieve vertaling misverstanden voorkomen.
Na de opstanding van Christus verbergen de discipelen zich, vertelt de evangelist Johannes in 20:19: „uit vrees voor de Joden.” Eigenlijk vreemd, zegt Haaland vanuit Oslo. „De discipelen waren immers zelf Joden.” Haaland doceert godsdienstwetenschappen aan de Oslo Metropolitan University.
In de vertaling van het Evangelie van Johannes is het woord ”Joden” vaak gebruikt voor de overpriesters en andere godsdienstige leiders. Dit is niet helemaal onschuldig, zegt Haaland. „We lezen dat de Joden Jezus voor Pilatus hebben gebracht en Zijn dood hebben geëist. Dit woordgebruik nodigt uit tot antisemitisch misbruik. In de geschiedenis hebben veel mensen de Joden als groep verantwoordelijk gehouden voor de dood van Christus. Natuurlijk, als we gewend zijn aan deze bewoordingen, weten we hoe we ze moeten begrijpen. Maar het blijft vatbaar voor misverstanden.”
Judeeërs
Volgens Haaland is er nog een andere vertaalmogelijkheid. „Je kunt het Griekse woord ”Ioudaioi” ook weergeven met Judeeërs. Soms is dat logischer. In Johannes gaat het bij de ”Joden” bijna altijd om de Joodse leiders in Judea, terwijl Jezus en Zijn discipelen uit Galilea kwamen. In Johannes 7 lezen we bijvoorbeeld dat Jezus niet naar Judea wilde gaan „omdat de Joden Hem wilden doden”, en dat de mensen in Jeruzalem niet openlijk over Jezus wilden spreken „uit angst voor de Joden.” Dus zelfs als we lezen over ”Joden”, gaat het niet echt over alle Joden in het algemeen. De enige uitzondering is Johannes 6, waar staat dat „de Joden murmureerden” na de wonderbare spijziging in Galilea. In de andere evangeliën worden de Joodse leiders nauwkeuriger omschreven, als „de overpriesters en de oudsten.””
Waarom spreekt Johannes op deze manier?
Volgens Haaland heeft dit te maken met geografie en macht: „Het gaat hier om het onderscheid tussen de leiding in Judea enerzijds en Jezus en Zijn discipelen uit Galilea anderzijds. Terwijl we dit gebruik in de andere evangeliën niet vinden, gebruikt Paulus een keer soortgelijke taal in 1 Thessalonicenzen 2:14-16, waar hij spreekt over de Joden in de gemeente van Judea die zowel Jezus als de profeten hebben gedood.”
Ook in het Oude Testament ziet Haaland beide vertalingen. „In Ezra en Nehemia wordt gesproken over de Judeeërs, in Esther over de Joden.”
De discussie over ”Joden” versus ”Judeeërs” beperkt zich echter niet tot het Evangelie van Johannes en 1 Thessalonicenzen. „Sommige geleerden van de Joodse oudheid stellen dat ”Judeeërs” beter overeenkomt met het antieke perspectief. Daarin stond geografische herkomst centraal en hingen cultuur en rituele eredienst nauw samen met geografische herkomst. In die zin waren alle Joden vooral Judeeërs.”
Niet iedereen is voorstander van een vernieuwde vertaling, weet Haaland. „Zo zijn er enkele zeer vooraanstaande Joodse geleerden die sterk pleiten tegen de pogingen om problematische taal binnen de christelijke traditie te ‘verbeteren’. Christelijke antisemieten hebben zich immers door de eeuwen heen op deze teksten beroepen. We zouden deze interpretaties moeten confronteren in plaats van de teksten te herschrijven.”
Zou het mogelijk zijn om deze vertalingen te laten staan en gewoon betere uitleg te geven bij deze teksten?
„Zeker. Daarom heeft het Noorse Bijbelgenootschap in de vertaling van 2011 voetnoten bij deze teksten geplaatst. Ik was daar zelf bij betrokken. Maar in de kerk lezen we die voetnoten natuurlijk niet voor. En de tekst spreekt luider dan welke leraar of prediker ook. Het Noorse Bijbelgenootschap is momenteel bezig met een herziening van deze vertaling. Daarbij ligt de vraag naar Joden of Judeeërs zeker op tafel. Een andere kwestie is bijvoorbeeld of het ”knecht” of ”slaaf” moet zijn.”
Toch zou het niet de eerste keer zijn dat een Noorse Bijbel het woord ”Judeeërs” gebruikt voor de tegenstanders van Jezus in Johannes. Al in 2007 verscheen zo’n uitgave. „Die kwam niet van het officiële Bijbelgenootschap. Het was een meer letterlijke vertaling vanuit een conservatieve visie.”
In het Nederlands is er redelijk verschil tussen de woorden Jood en Judeeër. Dat kan van taal tot taal verschillen. In hoeverre kan de beslissing dan anders uitvallen?
„In sommige talen is de oorsprong van het woord ”Jood” makkelijk terug te zien. In het Duits bijvoorbeeld is het vrij duidelijk dat ”Jude” is afgeleid van ”Juda” en ”Judea”. In het Engels, Noors en Deens is dit verband veel minder duidelijk. Daarom moet je deze vraag voor elke taal apart beantwoorden.”