Cadeautjes
Sinterklaas vertrok; de pillenklazen bleven. Als heuse sinten struinen artsenbezoekers het land af om dokters te plezieren met cadeautjes. Het hele jaar door. Een krantenkop onlangs in het Haarlems Dagblad spreekt voor zich: ”Huisarts nog steeds bedolven onder cadeautjes”. Alsof daar iets mis mee is.
Ik citeer: „De vertegenwoordigers van de farmaceutische industrie delen concertkaartjes, koffiezetapparaten, strandmatten en andere presentjes uit. Met de cadeautjes willen ze huisartsen overhalen om bepaalde medicijnen voor te schrijven aan patiënten.” Manipulatie, omkoping, fêteren, plezieren, ondersteuning - geef er een naam aan. Duidelijk is dat er een strategie achter zit. Een kwart van het budget van de geneesmiddelenindustrie gaat op aan marketing; om het product in de markt te zetten. En daar hebben ze dokters bij nodig. Zij schrijven immers het recept. Zit de pil in de pen, dan komt het wel goed met de omzet. Die pil moet op de kaart worden gezet, door middel van reclame in vakbladen, artsenbezoek en sponsoring van nascholing, gepaard gaand met een presentje. Marktwerking ten voeten uit.
Onwennig
Uiteraard is dit gunstbetoon gebonden aan spelregels. Het cadeautje moet aan de praktijk gerelateerd zijn en mag niet meer dan 50 euro waard zijn. Mijn cadeautjes voldeden daaraan. Een boek over gynaecologie, een EHBO-kit, een cd-rom over schouderklachten, een plastic model van het hart, veel pennen met opdruk, een nietapparaat - handige hebbedingetjes voor de praktijk. De legpuzzel en het boek van Kikker had ik in de wachtkamer kunnen leggen. Ik heb ze meegenomen voor thuis, voor de kinderen. Die waren er blij mee. Net als ik. Natuurlijk, bij het eerste presentje voel je je wat onwennig. Omdat je niet jarig bent en je er niets voor gepresteerd hebt. Maar dat went vanzelf. Het hoort nu eenmaal bij het vak en het dient het vak.
Er zijn rekkelijken en preciezen. De eersten laten zich in de watten leggen door de industrie, de preciezen distantiëren zich ervan. Sommigen voeren zelfs een kruistocht tegen de farmaceut. Omdat het voorschrijfgedrag vergaand zou worden beïnvloed. Dure, nieuwe medicijnen worden in de pen geperst in plaats van de beproefde, goedkopere middelen waarvan het patent reeds jaren is verlopen. Inderdaad hebben zij een belangrijk punt. Veel dokters menen intellectueel onafhankelijk te zijn. Maar de praktijk leert anders. Recent onderzoek wees uit dat artsenbezoek een effectief middel is om het voorschrijfgedrag te beïnvloeden. Acht procent van de artsen geeft aan bij nieuwe patiënten met het aanbevolen middel te willen starten. Dankzij slechts één bezoekje van een artsbezoeker. Terecht een kritische kanttekening dus! Invloed kan immers -als je niet op je tellen past- verworden tot macht. De geneesmiddelenindustrie die dan als een machtig gigant de gezondheidszorg dicteert.
Kwalijke ontwikkeling
Overigens hoeft de dokter zich geen illusies te maken. Hoewel de keuze voor het recept een eenmansbeslissing lijkt in de spreekkamer, wordt deze keus sterk door anderen beïnvloed. Zo werd een jaar geleden door minister Hoogervorst besloten Antagel -een wit, stroperig goedje tegen maagklachten- uit het verzekeringspakker te halen. Sindsdien zijn veel patiënten omgezet naar een duur, wel vergoed alternatief, een tablet. Omwille van hun portemonnee. Ook de media beïnvloeden het voorschrijfgedrag. Het aantal recepten Lamisil tegen kalknagels -vooral cosmetisch lastig- zal zeker zijn gestegen na de promotie ervoor op tv. Minstens negentig dagen pillen slikken voor een onschuldige kwaal. Zelfs vergoed. De zorgverzekeraar ten slotte zal de regie van de gezondheidszorg naar zich toe trekken. De mate van vergoeding zal de dokterspen aansturen bij het schrijven van het recept. Financiële redenen voeren de boventoon. Een kwalijke ontwikkeling wat mij betreft. Want voor alles is het recept een medische aangelegenheid. Geen sociale en geen politieke! Het is dokterswerk. Medische factoren zijn bepalend. Gezonde zelfkritiek is daarbij onontbeerlijk. Ook ten aanzien van de cadeautjes!
Drs. A. van Wolfswinkel, huisarts