„Koning Willem II mogelijk door zijn zoon gedood”
Sluitend bewijs is er niet, maar het is aannemelijk dat koning Willem II door zijn zoon is gedood. Dat stelt althans de auteur van ”Koningsmoord op Het Loo”.
In zijn boek, dat deze woensdag verscheen, komt journalist Frans Peeters (1947) met een lange reeks argumenten. Hij kan niet met zekerheid zeggen dat de koning werd omgebracht door zijn oudste zoon, maar met een cursivering beklemtoont hij wel: „Tijdens het schrijven ben ik ervan overtuigd geraakt dat wie beweert dat Willem III zijn vader met een vuurwapen dodelijk heeft getroffen, het bij het rechte eind heeft.”
Verderop klinkt het, toch wat voorzichtiger: „Het is mij niet gelukt onomstotelijk aan te tonen dat Willem III zijn vader heeft gedood. Wel ben ik er, denk ik, in geslaagd aannemelijk te maken dat binnen de gegeven tijdschema’s een ontmoeting van die twee op Het Loo mogelijk was.”
Naar Tilburg
Volgens de officiële versie was de gezondheid van de koning verslechterd na het overlijden van zijn lievelingszoon Alexander en door problemen met Willem, de oudste zoon. In 1847 kreeg Willem II een herseninfarct. Toen hij op 13 februari 1849 de nieuwe Tweede Kamer toesprak, werd gezegd dat hij er slecht uitzag en een zwakke stem had. De koning wilde zich enige tijd terugtrekken in Tilburg. In Rotterdam bezichtigde hij eerst een stoomjacht dat hij liet bouwen. Bij het afdalen van een trap raakte hij met zijn laars verward in zijn mantel en viel naar beneden. „Het is niets”, zei hij.
Onderweg naar Tilburg werd hij toegejuicht, maar tegen de gewoonte in werd er vanuit het rijtuig niet gewuifd; de gordijntjes waren dicht. Twee dagen lang was de koning kortademig. Toen koningin Anna Paulowna arriveerde, werd zij niet meer bij haar man toegelaten. Op 17 maart kreeg Willem II het heel benauwd en stierf hij.
Pas twee weken later kwam de lijfarts met een communiqué. Daarin werd geen doodsoorzaak genoemd. Wel stond erin dat de koning „het ongeluk” zou hebben gehad „een val te doen van een hoogte van acht of tien trappen, zonder dat Z.M. echter enige pijn daarvan scheen te gevoelen, alleen verbleekte Z.M. aanmerkelijk.”
Majesteitsschennis
Meteen al gingen er geruchten rond dat de koning in de nacht van maandag 12 op dinsdag 13 maart op paleis Het Loo in Apeldoorn zou zijn overleden na een schot in de borst. Schutter zou zijn bloedeigen zoon zijn geweest. Daarna was het lichaam van de 56-jarige vorst naar Tilburg gebracht. Er werd een doodstrijd van enkele dagen in scène gezet, zodat de dader de tijd kreeg naar Engeland te vluchten.
Later werd in brochures als ”Uit het leven van Koning Gorilla” –een schimpscheut richting Willem III– openlijk met de beschuldigende vinger naar de kroonprins gewezen. Peeters noemt het opmerkelijk dat geen van de auteurs is vervolgd, terwijl majesteitsschennis in andere gevallen zwaar werd bestraft.
De aanval van de kroonprins op zijn vader werd volgens de auteur zorgvuldig toegedekt. ”Op doorvertellen staat de straf des doods”, luidt de ondertitel van het boek, waarin ook staat dat de kroonprins mogelijk al eerder iemand doodde: de gouverneur van zijn zoon.
Tegenargumenten
Peeters sprak met historicus dr. Feyo Schelto Sixma baron Van Heemstra (1916-1999), die in 1998 onder het pseudoniem Homme Eernstma ”Roman Hagois” publiceerde. Het was gebaseerd op overlevering in hofkringen; Van Heemstra’s vader was particulier secretaris van de koninginnen Emma en Wilhelmina. Volgens het verhaal gaf de latere koning Willem III een feest op Het Loo, waarbij hij naakte meisjes liet dansen op de staatsietrap. Onverwachts verscheen zijn vader bovenaan de trap. De 32-jarige kroonprins, die te veel alcohol op had, trok zijn revolver en schoot hem pardoes dood.
Het boek riep destijds tegenwerpingen op. Als het waar zou zijn, hoe kan het dat de verhouding tussen Willem III en zijn moeder goed bleef? Was het niet een roddel, aangewakkerd door de negatieve gevoelens van het paleispersoneel over de opvliegende, onberekenbare Willem III? Kwam het niet voort uit de behoefte aan een verklaring voor de plotselinge dood van Willem II?
Alibi
De kwestie intrigeerde Peeters. Volgens hem is opvallend veel bronnenmateriaal vernietigd en bevat het officiële doodsbericht onwaarheden. Het bezoek aan een schip in Rotterdam trekt hij in twijfel.
De onderzoeksjournalist wijst op opmerkelijke facetten. Waarom is de kist al in Tilburg dichtgeschroefd? Waarom is de koning niet in Den Haag opgebaard, zoals gebruikelijk was? Waarom is niet aan de wettelijke plicht voldaan de kist te openen zodat de minister van Justitie proces-verbaal kon opmaken?
Ook het alibi van de kroonprins deugt volgens Peeters niet: hij zou in Engeland zijn geweest, maar in de berichten over zijn verblijf ontbreekt een week, en dat is juist de periode waarin het incident zou hebben plaatsgehad.
De auteur noemt nog tal van argumenten meer. Waarbij het altijd nog om doodslag zou gaan, en niet om moord –met voorbedachten rade–, zoals de boektitel suggereert.
Koningsmoord op Het Loo. Frans Peeters, uitg. Just Publishers; ISBN 97890 8975 634 3; 287 pag.; € 22,50