Shell-gassen laten het Westland bloeien
Na bijna 25 jaar wordt een oude oliepijpleiding tussen Pernis en Amsterdam weer in gebruik genomen. Door de pijp stroomt straks vloeibare CO2 van de Shell-raffinaderij naar glastuinbouwers in het Westland. Planten hebben de kooldioxide nodig om sneller te groeien, de mens wil van het problematische restafval af.
Zomer volgend jaar is het unieke gasnet realiteit. Na bijna twintig jaar studeren en praten is het project financieel haalbaar. In augustus krijgt de eerste tuinder in het Westland een aansluiting. Op maat kan hij voortaan de gewenste hoeveelheid zijn kas in laten stromen. Het zelf winnen van CO door middel van een dure warmtekrachtkoppelinginstallatie met rookgasreiniger of, erger nog, door gedurende de zomermaanden een CV-installatie op volle toeren te laten draaien, is voorbij.
Een maand later, in september, kunnen 500 glastuinbouwers gebruikmaken van dit net. Door 400 van hen zijn al voorlopige leveringscontracten getekend. De eerste werkzaamheden aan de oude pijpleiding zijn deze week van start gegaan, zo meldde donderdag P. Vermaat, projectdirecteur van OCAP. OCAP is het nieuwe bedrijf dat Hoek Loos en VolkerWessels speciaal hebben opgericht voor het uitrollen van een fijnmazig distributienetwerk.
De bedrijven stoppen 100 miljoen euro in het project. Voor dat bedrag wordt de bestaande pijpleiding aangepast en gereinigd en volledige distributienetten naar de bedrijven aangelegd. Om dat uit te voeren, breken medewerkers de komende maanden tal van wegen en straatjes in het Westland en in de omgeving van Bleiswijk, Bergschenhoek en Berkel en Rodenrijs open. Om de overlast te beperken, wordt er ook veel geboord.
Hoek Loos en VolkerWessels kunnen in het kader van de Energie-investeringsaftrek (EIA) een overheidssubsidie van 16 miljoen tegemoet zien. Daarnaast onderhandelen de bedrijven over een bijdrage van de ministeries van LNV en van VROM. Om hoeveel geld het precies gaat, wil Vermaat niet kwijt. „Miljoenen.”
Al jaren wordt er gestudeerd op plannen om de voormalige oliepijpleiding te gebruiken voor het transport van CO2. Dat lag ook voor de hand, gezien de wereldwijde discussies over het terugdringen van CO2-uitstoot, die wordt gezien als de belangrijkste veroorzaker van broeikaseffect en de zure regen. „Planten hebben het voor de groei nodig, Nederland wil van zijn CO2 af en Shell zit -net als vele andere petrochemische- en andere bedrijven- met grote hoeveelheden van dit goedje als restproduct”, aldus Vermaat. Ondanks diverse studies leek het tot voor kort onhaalbaar om het plan te verwezenlijken.
Lid van de raad van bestuur van VolkerWessels, A de Jong, wijt dat aan het kennelijke onvermogen om als eerste een stap te zetten. „Het was een beetje de kip-eisituatie, alle partijen wachtten op elkaar.” Maar volgens K. Hoogendoorn van de afdeling glastuinbouw van LTO-Nederland was het vooral een kostenkwestie. „Vijf jaar geleden kon dit niet, pas bij een bepaalde aardgasprijs is dit mogelijk.”
Voor de Nederlandse glastuinbouw, die bijna 10 procent van de jaarlijkse aardgasverbruik voor zijn rekening neemt, is de levering van de CO(in2( via de aansluiting thuis een niet onbelangrijke ontwikkeling. De tuinders merken het direct in hun portemonnee, want de besparing ten opzichte van de zogenaamde zomerstook bedraagt voor een gemiddeld bedrijf ongeveer 25 procent.
Belangrijkste winnaar is volgens de deelnemende partijen het milieu. Omdat de tuinders minder hoeven te stoken om zelf het gas te produceren, besparen zij ieder jaar 95 miljoen kubieke meter aardgas. De reductie van de CO2-emissie bedraagt op jaarbasis 170.000 ton. Een flinke hoeveelheid, maar afgezet tegen de totale uitstoot van CO2 een druppel op een gloeiende plaat. Per jaar verdwijnt er in Nederland 112 miljoen ton CO2 in de lucht.
Maar betrokkenen denken dat de komende jaren meer tuinders zich zullen aansluiten, zodat de reductie geleidelijk oploopt tot maximaal 450.000 ton per jaar. Voor Pernis de maximale capaciteit. Mocht er meer nodig zijn -de pijpleiding loopt ook langs Aalsmeer- dan ziet de OCAP om naar andere (petrochemische) bedrijven.
De uitstoot van CO2bij Shell en andere olieconcerns neemt steeds toe, naarmate zij schonere brandstoffen produceren. Dat kost veel energie, zoals bij het vervaardigen van waterstof. Volgens manager D. Huberts van Hoek Loos is juist het vinden van geschikte oplossingen van het vrijkomende CO2 voor zijn bedrijf reden om mee te doen aan het project. „Waterstof zou de energiedrager van de toekomst kunnen worden, maar dan moeten wel goede oplossingen voor de reststof worden gevonden.”