De oorlog achtervolgde advocaat Max Moszkowicz zijn leven lang
Hij geldt als de geestelijk vader van de strafrechtadvocatuur in Nederland. Mr. Max Moszkowicz overleed donderdag op 95-jarige leeftijd. De verschrikkingen van Auschwitz achtervolgden de flamboyante raadsman zijn leven lang.
„Schweinhund!” schreeuwt een SS’er op 23 september 1942 in concentratiekamp Auschwitz tegen de 15-jarige Max Moszkowicz. De jongen wil naar zijn moeder lopen, in een andere groep. Maar de Duitser trapt hem terug naar de mannenrij. „Een kwartier later werden mijn moeder, mijn broertje en mijn zusje vergast”, blikte Max Moszkowicz later terug in het boek ”Mr. Moszkowicz. De pleitvader”.
Chirurg
Zoon Bram Moszkowicz, voormalig advocaat, vertelde in 2009 in een interview met het Reformatorisch Dagblad dat het „zich niet in woorden laat uitdrukken” wat zijn vader Max in de oorlog meemaakte. „Het heeft zijn leven gestempeld.”
De deze week overleden Max Moszkowicz was een van Nederlands bekendste strafpleiters. De Maastrichtenaar stond diverse bekende criminelen bij. Zo verdedigde hij hasjhandelaar Johan V. (alias de Hakkelaar) en de Heinekenontvoerders Willem Holleeder en Cor van Hout.
Toen Bram Moszkowicz in het RD-interview gevraagd werd hoe een advocaat het over zijn hart kan krijgen een kindermoordenaar te verdedigen, verwees hij naar een uitspraak van zijn vader Max. Die zei: „Vergelijk je werk met dat van een chirurg. Je krijgt een meneer op tafel over wie een groen kleed wordt gelegd. Het enige wat jou te doen staat, is het uitvoeren van de ingreep. Niet meer en niet minder.”
Kritiek
Max Moszkowicz maakte indruk in de rechtszaal, zo blijkt uit het in 2018 verschenen boek ”De bokser. Het leven van Max Moszkowicz” van NRC-journalist Marcel Haenen. „De man was een stuk graniet. Zijn onverzettelijkheid spatte uit zijn oogjes. Daar viel niet mee te spotten”, vertelt Theo Hiddema in het boek. Het voormalige Kamerlid voor Forum voor Democratie was jarenlang in dienst bij Moszkowicz. „Hij had iets biologerends, met een verlammende uitwerking op zijn opponenten.”
Toch klinkt in het boek ook kritiek op de workaholic Max Moszkowicz, die overhoop lag met verschillende van zijn zoons. Medewerkers in zijn advocatenpraktijk kregen op het hart gedrukt dat ze altijd moesten zeggen dat Max Moszkowicz mede de zaken deed, ook als dat niet zo was. „Mensen dachten allemaal dat ze brieven van de Grote Meester kregen, terwijl een onderknuppel die had geschreven”, zegt advocaat Hans Höhner, die ook bij Moszkowicz werkte.