Het gaat om het zuiden van de Gelderse Vallei en wijde omgeving. Onder risicovogels vallen alle hoenderachtigen, watervogels of loopvogels. Deze maatregel –bedoeld om het risico op verdere verspreiding zo klein mogelijk te houden– komt bovenop het vervoersverbod voor pluimvee, mest en eieren in een straal van 10 kilometer rond het getroffen bedrijf. Alleen al in die zone liggen 215 pluimveebedrijven.

De uitbraak in Ede is de vierde in drie dagen tijd. Waarschijnlijk gaat het om een hoogpathogene (zeer besmettelijke) variant. Zondag is vogelgriep vastgesteld op vleeskuikenhouderijen in Grootschermer (Noord-Holland) en in Willemstad (Noord-Brabant). Zaterdag bleek een leghennenhouderij in Lelystad (Flevoland) besmet.

Om verspreiding van het virus te voorkomen zijn of worden op alle bedrijven de dieren geruimd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. In Ede gaat het om circa 3000 eenden. Het bedrijf in Grootschermer –dat in oktober ook al besmet was en werd geruimd, telde 170.000 vleeskuikens. De boerderij in Willemstad hield 46.000 kuikens, het bedrijf in Lelystad 24.000 leghennen.

In het gebied van 1 kilometer rond het besmette bedrijf in Ede liggen zes andere pluimveebedrijven waarvan één broederij. Deze bedrijven hebben geen directe contacten gehad met het besmette bedrijf. Daarnaast liggen net buiten het 1 kilometer gebied nog twee andere bedrijven in de buurt. Deze bedrijven worden geblokkeerd, bemonsterd op vogelgriep en dagelijks intensief gemonitord. In de 3 kilometer zone liggen veertien andere pluimveebedrijven, deze worden bemonsterd op vogelgriep.

Het ministerie heeft de zogeheten deskundigengroep dierziekten gevraagd om op korte termijn met een duiding van de huidige situatie te komen. Maar ook op lange termijn moet bekeken worden hoe met vogelgriep omgegaan dient te worden. Het lijkt er op dat vogelgriep nu jaarrond in Nederland voorkomt.