Slimme Sophie adviseur van Emma en Wilhelmina
Ooit had Nederland een marmotje als kroonprinses. Ze woonde in Duitsland. En haar kleinzoon had in Nederland koning Willem IV kunnen worden.
Prinses Sophie (1824-1897), zus van koning Willem III, was dan wel naar het buitenland vertrokken, maar ze had ook in Nederland een belangrijke plaats. Niet alleen als troonopvolger, maar ook door de adviezen die ze de koninginnen Emma en Wilhelmina gaf. Over haar plotselinge overlijden schreef Wilhelmina: „Midden in haar arbeid zakte zij ineen en overleed binnen enkele uren. Wij waren diep bedroefd dit laatste van vader te moeten missen, ook om al de liefde die wij van haar ondervonden en omdat zij altijd met haar heldere verstand met raad en daad voor ons klaarstond.”
„Dit laatste van vader”, dat gaf prinses Sophie (voluit: Wilhelmine Marie Sophie Louise) een sleutelpositie. De drie zonen van koning Willem III waren eerder overleden dan hijzelf. Daarmee was zijn dochtertje Wilhelmina op 3-jarige leeftijd kroonprinses. Ze was nog maar 10 jaar toen ze door het overlijden van haar vader op 23 november 1890 feitelijk koningin werd, al nam moeder Emma de regering de eerste acht jaar waar als regentes.
Het Nederlandse koningshuis was uitgedund tot twee personen. Mocht Wilhelmina iets overkomen, dan was prinses Sophie als enige zus van haar vader –diens drie broers waren al overleden– de eerste die in aanmerking kwam om Nederlands kroon en troon over te nemen. En na Sophies overlijden was dat haar kleinzoon. En dat bleef zo tot de geboorte van kroonprinses Juliana in 1909.
Twee vaderlanden
Toen Sophie in 1890 troonsopvolger werd, woonde ze al bijna een halve eeuw niet meer in haar vaderland: sinds ze op 18-jarige leeftijd met de erfgroothertog van Saksen-Weimar-Eisenach was getrouwd, was die Duitse staat haar verblijfplaats. Dat werd haar tweede vaderland, en ze heeft er veel voor gedaan. De gebeurtenissen in Nederland bleef ze echter op de voet volgen.
Sophie was de jongste van de vijf kinderen van koning Willem II en diens Russische vrouw, koningin Anna Paulowna. Ze werd vernoemd naar beide grootmoeders en een tante.
Sophie was vaders lieveling en werd in de familiekring ”marmotje” genoemd. Paleis Soestdijk was de plaats van haar jeugd, afgewisseld met verblijven in Den Haag, Apeldoorn (Paleis Het Loo) en de Zuidelijke Nederlanden (in Brussel en Tervuren). Over haar opvoeding is gezegd dat ze meer leerde wat ze niet dan wat ze wel moest doen. Hierdoor had ze een kleine leerachterstand.
Eind jaren dertig werd Sophie ernstig ziek. Voor herstel vertrok ze met haar moeder naar Weimar. Hier ontmoette ze haar neef Karel Alexander. Toen hij in 1841 in Nederland kwam, werden ze tijdens een tocht door Friesland verliefd. Op 8 oktober 1842 werd het huwelijk voltrokken op Paleis Kneuterdijk in Den Haag.
Regentes
Karel Alexander August Johan (1818-1901) was de jongste van de vier kinderen van Karel Frederik en Maria Paulowna, dochter van tsaar Paul I van Rusland en zus van de Nederlandse koningin Anna Paulowna. Zijn oudere broer was jong overleden. Hij had twee zussen boven zich. Daardoor was hij degene die zijn vader in 1853 opvolgde.
Daarmee was Sophie groothertogin. In Nederland heeft ze niet geregeerd, in Saksen-Weimar-Eisenach wel: ze was er regentes toen haar man en zoon tijdens de Frans-Duitse oorlog in 1870/1871 bij hun troepen verbleven. Ze verleerde het Nederlands intussen niet en haar man en kinderen spraken die taal ook vloeiend.
De herinneringen aan haar broer zijn niet onverdeeld positief. Daarom verzuchtte een Nederlandse historicus eens: „Wat zou het anders gegaan zijn als niet Willem III, maar Sophie ons had geregeerd!”
Hendrik
Haar schoonzus Emma en nichtje Wilhelmina kwamen over uit Nederland toen Karel Alexander en Sophie in oktober 1892 hun vijftigjarig huwelijk vierden. Voor deze gelegenheid had Richard Strauss een muziekstuk geschreven: ”Variationen über ”Wilhelm von Oranien””. Het werd in 1999 teruggevonden in het archief van het Nederlandse Koninklijk Huis.
De jubileumviering was een reünie van adellijke personen. De Nederlandse prinses Wilhelmina ontmoette er haar latere man voor het eerst: hertog Hendrik van Mecklenburg-Schwerin.
Goethe en Schiller
Groothertogin Sophie heeft drie van haar vier kinderen overleefd en dat greep haar zeer aan. Door de dood van haar dochtertje Sophie in 1859 versomberde haar leven en na het overlijden van haar oudste zoon in 1894 zei ze: „Ik heb onuitputtelijk veel geleden.”
Sophie wijdde zich onder meer aan literatuur. De kleinzoon van Johann Wolfgang von Goethe vermaakte diens literaire nalatenschap aan haar en daarom nam ze het initiatief tot uitgave van diens werk, de 143-delige Sophienausgabe. Nadat haar in 1889 ook de papieren van Friedrich Schiller waren toevertrouwd, stichtte ze in Weimar het Goethe-Schiller-Archiv.
Bijzondere band
Sophie hield contact met haar Nederlandse verwanten. Wilhelmina was op haar tante gesteld en Sophie gaf haar wijze raad. Later schreef prinses Wilhelmina: „Tante kwam ieder jaar bij ons logeren en genoot er dan bijzonder van weer in haar oude vaderland te zijn. Tante was voor mij het laatst overgeblevene van vader, wat een bijzondere band gaf, en zij zou mijn opvolgster zijn ingeval mij iets zou overkomen. Reeds als kind woog dit laatste, dat zij het was aan wie ik het vaderland zou achterlaten, bij mij heel zwaar.
Er bestond een grote vriendschap en een sterke onderlinge waardering tussen tante Sophie en moeder. Tante, die zo goed met het leven hier te lande op de hoogte was gebleven, was voor moeder een gesprekspartner als geen ander. Met haar kon moeder over alles spreken. Tante had een aantal bijzondere gaven en was begiftigd met een scherp en groot verstand.
Ook tante en ik waren grote vrienden en ik herinner mij nog levendig de vertrouwelijke praatuurtjes op haar kamer. Het waren uurtjes waar ik veel aan heb gehad. Tante was erg knap en heeft ontzaglijk veel voor Weimar gedaan. Landsvrouwe in grote stijl!”
In de zomer van 1896 kwam Sophie met haar man voor het laatst in Nederland. Ze logeerden op Paleis Soestdijk, omdat dat de plaats was waar veel Sophie deed denken aan haar moeder, Anna Paulowna. In Nederland vierden ze de 38e verjaardag van koningin-regentes Emma.
Verantwoordelijkheid
Een halfjaar later overleed Sophie op 72-jarige leeftijd. Haar man was die dag niet thuis. Wilhelmina schreef over het wegvallen van haar potentiële opvolgster: „Haar heengaan was een stuk werkelijk leven dat ik ondervond en dat mij rijper maakte. Het versterkte nog mijn verantwoordelijkheidsbesef tegenover mijn toekomstige taak.”
Omdat Sophies oudste zoon drie jaar eerder al was overleden, was diens zoon Willem Ernst (1876-1923) nu de eerste in de lijn voor de erfopvolging in Nederland. Dat is hij ruim twaalf jaar geweest, tot de Nederlandse koningin –na een aantal miskramen– een dochter kreeg.
Contact
In Nederland werd Sophie dan misschien vergeten, in Weimar niet: omdat ze veel voor de Duitse regio had betekend, werd haar honderdste geboortedag er in 1924 groots herdacht. Dat de groothertogelijke familie nog geen vijfenhalf jaar eerder de kroon had moeten afstaan tijdens de revolutie aan het eind van de Eerste Wereldoorlog, was daarvoor geen verhindering.
Koningin Wilhelmina hield contact met haar onttroonde Duitse verwanten. Die kropen tijdens een van haar visites zoekend over de grond, want ze was haar leesbril kwijt. Maar ze vond die zelf terug en vanuit haar fauteuil klonk het: „Ich hab’ es schon, ich hab’ es schon.”