Ds. J. A. W. Verhoeven spreekt tijdens Predikantencontio: „Voorbede voor overheid nodig in geestelijke strijd”
Tijdens de kerkdienst is de voorbede van grote betekenis, ook die voor de overheid, vindt ds. J. A. W. Verhoeven. „Wie niet bidt voor de overheid, wordt gnostisch, sektarisch of dopers.”
De voorzitter van de Gereformeerde Bond binnen de Protestantse Kerk in Nederland sprak donderdagmorgen online een openingswoord uit ter gelegenheid van de Predikantencontio 2022. De jaarlijkse bijeenkomst van predikanten van de Gereformeerde Bond kon in verband met de coronamaatregelen niet doorgaan. Wel had de Bond ervoor gekozen het openingswoord uit te spreken in de Oude Kerk van Putten. Daarnaast was er een moment waarin de predikanten die in 2020 en 2021 zijn overleden, te herdenken. Vorig jaar werd de contio ook niet gehouden.
Ds. Verhoeven had het in zijn openingswoord over het belang van de voorbede tijdens de kerkdiensten. Hij zei dat Paulus er vóór alles toe opriep om smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen te doen voor alle mensen. „De manier waarop Christus de wereld regeert, staat niet los van de voorbede zoals die plaatsvindt in de gemeente. God bestuurt de wereld door de gebeden van Zijn kinderen.”
De geestelijke strijd die gaande is, gaat volgens de voorzitter van de Bond over het erkennen van het gezag van God en in het verlengde daarvan dat van de overheid. „Zodra we weigeren Zijn gezag te erkennen of het door Hem aan de overheid verleende gezag ontstaat er anarchie, wanorde en geschreeuw.”
Hij wees erop dat „wanneer God verdwijnt uiteindelijk ook de humaniteit verdwijnt. Dan staat de mens van de wetteloosheid op. In onze cultuur krijgt die met name gestalte in de vorm van het consumentisme. Wij vinden alles goed, als wij maar verder kunnen in ons eigen willen, wensen en genieten. Het seculiere denken is niet neutraal. Het heeft een agenda. Wij willen vrij zijn.” Wij willen onszelf ontwerpen
Ds. Verhoeven vindt het belangrijk dat er ”weerwerk” geboden wordt in de geestelijke strijd die in ons land gaande is. „De gemeente is geroepen om de anti-machten te ontmaskeren. Weersta de duivel, dan zal hij van u vluchten.”
In die strijd is de voorbede van groot belang. Daarin gaat het volgens ds. Verhoeven, na het gebed voor de gemeente, ook om bidden voor de overheid. en dan niet alleen maar in algemene zin „De apostel Paulus roept ons op om de namen van de bestuurders voor Gods aangezicht uit te spreken: koningen en allen die in hoogheid gezeten zijn. Hij heeft daarbij gedacht aan de Romeinse overheid, de keizer, de magistraten. Het gebed voor de overheid richt zich allereerst op de noodzakelijke orde in de samenleving.De overheid moet het kwaad beteugelen. Wie niet bidt voor de overheid wordt gnostisch, sektarisch of dopers.”
De Bondsvoorzitter is zich ervan bewust dat een overheid zich tegen de kerk kan keren, maar ook dan „geven we de keizer wat hem toebehoort. Hiermee pleit ik niet voor een naïeve, kritiekloze houding ten opzichte van de overheid. Integendeel: niets is zo kritisch als bidden. Daarmee belijdt de gemeente dat geen enkele bestuurder macht zou hebben als het hem niet van Boven gegeven was.” De voorbede, die zich volgens ds. Verhoeven uitstrekt tot alle mensen, heeft allereerst uitwerking op de bidders. Het maakt hen missionair bewust en diaconaal bewogen. „God wil dat alle mensen tot de waarheid komen. Wie voor mensen om hulp vraagt bij de Heere zal al het mogelijke doen om die mensen daadwerkelijk te helpen. Wie vraagt om recht zal zoeken naar wegen om dat recht te bevorderen.”