„Want ik weet: mijn Verlosser leeft, en Hij zal de laatste over het stof opstaan.”

Ziet de Spruit Die de Heere is, de sterke God, Die de dood zijn prikkel en de hel zijn overwinning heeft ontnomen. Wat beeft u dan voor de dood, de hel of de duivel? Zij zijn door deze God verbroken. Het leven dat van Hem is, is ook bereid voor uw zielen. Hij kan en zal u hier, maar ook hiernamaals vervullen met Zijn volmaaktheid. Omdat Hij de Zoon van God is, heeft Hij ook het recht verworven om u in het huis van Zijn Vader in te leiden.

Maar, gelovige zielen, zie ook uw Middelaar eens aan als de Vrucht der aarde. Bij Hem vindt u die macht, die u kan helpen en die ook gewillig is om u te helpen. Uw Heiland is uw Broeder, uw Goël en uw Bloedvriend. Zijn goddelijke Majesteit kan u niet verschrikken, want Hij is ook Mens geworden. Hij heeft de menselijke natuur aangenomen, waarin Hij u, Zijn broeders, in alles gelijk is geworden.

Hebt u zwakheden? Hij is in alle zwakheden geweest en Hij heeft met de uwe medelijden (Hebreeën 2:17). Ja, Hij heeft Zich in Zijn menselijke natuur gemaakt om uw gelukzaligheid te volmaken. Nu kunt u God zien in de toekomende heerlijkheid en met de taal van Job in de mond sterven, als hij zegt: „Ik weet: mijn Verlosser leeft, en Hij zal de laatste over het stof opstaan.” Amen.

Abraham Hellenbroek,
predikant te Rotterdam

(”De evangelische Jesaja”, 1710)