Een oproep daartoe kwam vanuit de hervormde gemeente in Barneveld. Onder meer in Nijkerk en Ederveen wordt hieraan gehoor gegeven. Op andere plekken zijn eerder al vergelijkbare initiatieven ontplooid en mogelijk volgen er in de nabije toekomst meer.

Het uitschrijven van biddagen in bijzondere tijdsomstandigheden heeft oude papieren. Karel de Grote riep al in de vroege middeleeuwen op om bij hongersnood, pest of ander onheil openbare boetedagen te beleggen. Na de Reformatie was het de gereformeerde overheid van ons land die met enige regelmaat biddagen uitschreef als de omstandigheden daarom vroegen. De Staten-Generaal verstuurden dan biddagbrieven die in de lokale kerken werden voorgelezen.

De synode van Dordrecht wees er in 1578 op dat onder meer bij dreigend oorlogsgevaar, pest, economische tegenspoed of christenvervolging een biddag moest worden belegd en dat er dan moest worden gevast. Werken en publiek vermaak waren op zo’n dag verboden.

De kerkorde die op de Synode van Dordrecht (1618-1619) werd opgesteld sloot aan bij deze praktijk. In artikel 66 staat: „In tijden van oorlog, pestilentie, dure tijd, zware vervolging der kerken en andere algemene zwarigheden, zullen de dienaars der kerken de Overheid bidden, dat door hare autoriteit en bevel, openbare vasten- en biddagen aangesteld en geheiligd mogen worden.”

In onze tijd is de scheiding tussen kerk en staat een feit. Ook van de nieuwe regering hoeven we dus geen oproep te verwachten om een bidstond te houden. Daarom is het goed dat vanuit de kerken zelf deze goede gewoonte wordt opgepakt. Bij alle maatregelen die worden genomen om het coronavirus in te dammen is het van belang dat christenen laten zien dat het leven niet maakbaar is; en dat we, ondanks onze grote technische en medische kennis, kwetsbare en zondige mensen blijven die afhankelijk zijn van Gods goedheid en genade. Dat het daarom nodig is dat we gezamenlijk tot inkeer komen – door te bidden en te vasten.

Maar dat is niet het enige. De overheid krijgt na elke persconferentie over nieuwe coronamaatregelen de vraag om eindelijk eens perspectief te bieden. Dat perspectief mogen de kerken vanuit Gods Woord aanreiken. In Psalm 91 wordt gewezen op de schuilplaats die er is bij de Allerhoogste. Wie bij Hem zijn toevlucht neemt, hoeft zelfs niet te vrezen voor „de zeer verderfelijke pestilentie.” En wat meer is: „God zal hem Zijn heil doen zien.”

We leven een week voor Kerst, we herdenken de komst van Jezus naar deze wereld. „Hij heeft onze krankheden op Zich genomen, en onze smarten heeft Hij gedragen”, schreef de profeet Jesaja over Hem. Maar ook: Hij zal „velen rechtvaardig maken, want Hij zal hun ongerechtigheden dragen.” In Christus is er werkelijk perspectief, voor overheidsdienaren en onderdanen, voor nu en voor eeuwig.