ABN AMRO: we geven meer uit in winkels, maar mijden winkelstraat
Nederlanders zijn sinds eind september nog niet massaal naar de winkelstraat teruggekeerd, maar gaven toch meer uit in niet-essentiële winkels dan voor de coronapandemie. Tot die conclusie komen onderzoekers van ABN AMRO, die vermoeden dat een dagje uit winkelen aan populariteit heeft ingeboet sinds de uitbraak van de pandemie.
Begin 2021 moesten winkels die niet in de noodzakelijke levensbehoeften voorzien gedwongen dicht om coronabesmettingen zo veel mogelijk te voorkomen. Gaandeweg werden die maatregelen versoepeld. ABN AMRO onderzocht de drukte in winkelgebieden en de uitgaven in fysieke niet-essentiële winkels tussen 25 september en 6 november, toen alle coronabeperkingen voor winkeliers waren opgeheven.
Locatiedata van Google laten zien dat in Amsterdam, Rotterdam, Haarlem, Den Haag en Utrecht nog vaak minder mensen door winkelstraten en uitgaansgebieden wandelden dan vlak voor de uitbraak van corona in Nederland. Er waren tot 20 procent minder voorbijgangers dan in de weken tussen 3 januari en 6 februari 2020, toen bij nog niemand in Nederland het coronavirus was ontdekt.
Maar tussen eind september en begin november pinden Nederlanders meer dan in een gemiddelde week in 2019, het jaar voor corona. ABN AMRO houdt er rekening mee dat mensen weliswaar minder rondslenteren door winkelstraten, maar wel grotere aankopen deden. Ook is het mogelijk dat Nederlanders gerichter aankopen doen en in één bezoek aan een winkelstraat meteen alle inkopen doen.
Winkeliers zullen de resultaten met gemengde gevoelens begroeten. Sinds afgelopen zondag moeten niet-essentiële winkels tussen 17.00 en 05.00 uur dicht om coronabesmettingen tegen te gaan.