Lutherlied over Duitse oorlogsgraven

Aan een lange, stille beukenlaan staan aan beide zijden ontelbare aantallen grijze kruizen met de namen van gesneuvelde militairen. De grootste Duitse militaire begraafplaats ter wereld in Ysselsteyn intrigeert.

Gert Janssen
19 November 2021 14:37
beeld Vidiphoto
beeld Vidiphoto

Dat vindt ook Hans Sakkers, schrijver van het boek ”Duitse militaire begraafplaats Ysselsteyn, Duits beheer over Nederlands erfgoed” (te koop bij boekwinkel Jomini, www.jomini.nl). Het werk over de laatste rustplaats van hoofdzakelijk in Nederland gesneuvelde, Duitse soldaten is inmiddels drie jaar oud, maar heeft tot nog toe nauwelijks publiciteit gekregen. Dat kan niet te maken met het ‘oud zeer’ van de oorlog, want Ysselsteyn mag zich de laatste jaren juist verheugen in een toenemende belangstelling van Nederlandse bezoekers, vertellen Sjoerd Ewals, hoofd communicatie van de begraafplaats, en Jan Hemels, pedagogisch medewerker en historicus militaire geschiedenis. „Jaarlijks trekken we zo’n 25.000 tot 30.000 geïnteresseerden.”

Amateur-historicus Sakkers (Koudekerke) verdiepte zich tot nog toe vooral in de Zeeuwse oorlogshistorie. Dankzij hem werden de verwaarloosde bunkers in het Deltagebied uiteindelijk tot cultureel erfgoed verheven. Zijn interesse voor de Limburgse dodenakker is overigens gewekt in zijn thuisprovincie. „Hier ligt een Duitse militair begraven die in de duinen bij Vlissingen is gevonden door een vriend van mij. Daar was ik bij. Ik was toen vijftien jaar.”

Zijn gedetailleerde boek over Ysselsteyn telt 650 pagina’s en bevat een uitgebreide bronnenlijst. Voor het onderzoek werden niet alleen Nederlandse, maar ook Duitse archieven minutieus geraadpleegd; er kwam een schat aan nieuwe en gevoelige informatie boven water. Zo is de overdracht van de begraafplaats aan de Duitse oorlogsgravenstichting Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge pas in 1976 tot stand gekomen, ruim twintig jaar later dan in andere West-Europese landen het geval was. Oorzaak was politiek gesteggel over geld voor het onderhoud van de graven, maar vooral het feit dat het Nederlandse leger dienstplichtigen liet ‘trainen’ op de stoffelijke resten van de militairen.

„Dienstplichtige soldaten werden in de jaren zestig opgeleid voor het kunnen identificeren van gesneuvelde militairen. Men verwachtte tijdens de Koude Oorlog een conflict met het Oostblok waarbij veel slachtoffers zouden vallen. Lichamen van onbekend gebleven, gesneuvelde Duitsers werden bij Ysselsteyn opgegraven en onder leiding van ervaren officieren van de gravendienst moesten soldaten de identiteit van deze overblijfselen proberen te achterhalen. Dat lukte in slechts 33 procent van de gevallen. Op andere Duitse begraafplaatsen werd dat gedaan door Duitse deskundigen, met een positief resultaat van 65 procent. Toen de Volksbund bezwaar maakte tegen de Nederlandse handelwijze, werden ze hooghartig weggestuurd. Duitsland had niets te zeggen over zijn eigen doden.”

Eigen graf

Nog steeds worden er vermiste Duitse oorlogsslachtoffers gevonden en geïdentificeerd, vertelt Ewals. „Die krijgen hier een eigen graf, voorzien van een kruis.” Dat is uniek, want vrijwel overal ter wereld liggen Duitse soldaten begraven in een verzamelgraf van meerdere personen met daarop een betontegel met de namen.

Inmiddels telt Ysselsteyn bijna 32.000 graven; het is daarmee de grootste militaire begraafplaats van Nederland en qua oppervlakte de grootste ter wereld. Het zijn met name Nederlanders in Duitse dienst die voor onderhoud, communicatie en educatie zorgen.

In zijn boek beschrijft Sakkers ook de opmerkelijk vriendschappelijke relatie tussen Duitse families en de Ysselsteynse bevolking. „Dat heeft een oorzaak. In deze omgeving is zwaar gevochten. Toen de bevolking de rouwende nabestaanden uit Duitsland hier zag, besefte men dat ook deze ‘vijanden’ het slachtoffer waren van dezelfde oorlog. Pastoor Jansen, die zelf in Dachau gevangen had gezeten, heeft zich enorm ingezet voor deze begraafplaats.”

Schaamte

Hoewel er in coronatijd minder Duitse bezoekers waren dan in voorgaande jaren blijft bij hen de behoefte om te herdenken. Volgens Hemels leeft bij de Oosterburen nog grote schaamte over de oorlog. „Zelfs bij de jongere generatie merk je dat. Ze beseffen dat ze tweemaal een oorlog zijn begonnen en die hebben verloren, met miljoenen slachtoffers als gevolg. Wij als Nederlanders hebben ook een donker verleden, met slavernij en de politionele acties in Indonesië. Als we daarop worden aangesproken, proberen we dat te vergoeilijken. Duitsers zijn veel schuldbewuster, misschien zelfs wel te zwaarmoedig, in dit opzicht.”

De herdenkingsmonumenten in Duitsland zijn vooral een eerbetoon aan deserteurs, vult Sakkers aan. „Hoewel desertie een militair strafbaar feit is, worden ze gezien als verzetsstrijders. Het wordt tijd dat Europa de Duitsers de hand reiken als het gaat om hun oorlogsverleden.”

De Zeeuws merkt het („te”) grote verschil tussen de militaire erevelden van de overwinnaars en de verliezer op. „Ik begrijp dat je hier geen graven moet laten adopteren, zoals de geallieerden doen. Maar waarom mag de ene soldaat wel met militaire eer begraven worden en zijn tegenstander niet? De meeste Wehrmachtsoldaten hadden in de oorlog geen keuze. Als het stoffelijk overschot van een geallieerde soldaat wordt gevonden en herbegraven, dan gebeurt dat op een ceremoniële manier waarbij militairen de kist dragen. Tot voor kort werd dat hier in alle stilte gedaan. Nu mag er ook familie bij zijn.

De kracht van Ysselsteyn is dat er hier geen heldenverering plaatsvindt”, vervolgt de Zeeuwse historicus. „Dat is een schoonheid op zich. De oceaan aan kruizen zegt genoeg: eenvoud en rauwheid. Hier zie je de oorlog in al zijn triestheid terug.”

Extreem rechts

In het verleden werden er nogal eens bezoekers van extreem rechtse signatuur gesignaleerd, die een eerbetoon wilden brengen aan gesneuvelde SS’ers, want ook die liggen er begraven. De laatste jaren is het een stuk rustiger, mede dankzij de toegenomen belangstelling van doorsnee burgers. Sympathisanten van het nazisme blijken drukte zoveel mogelijk te mijden. Ook de veiligheidsdiensten houden een oogje in het zeil. „Maar we kunnen aan de buitenkant niet zien wat voor soort mensen hier op bezoek komt en welke intentie ze hebben”, constateert Ewals nuchter. „Wij dragen zorg voor de graven en proberen daarbij zo min mogelijk te oordelen. Het beeld over de Duitse bezetter is in ieder geval een stuk genuanceerder dan vroeger. Toen overheerste het idee dat het alleen maar schoften waren.”

Dat dit zeker niet zo was, toont het verhaal van Karl-Heinz Rosch, die op Ysselsteyn begraven ligt. De soldaat kwam om het leven bij een heldhaftige redding van twee Nederlandse kinderen tijdens een granaatbeschieting. De kanonnier bij het Fallschirmjäger-artillerieregiment was gelegerd op een boerderij in het Noord-Brabantse Goirle. Met het boerengezin kon hij prima overweg. Toen de beschietingen op 6 oktober 1944 begonnen, rende hij naar buiten om de twee spelende kinderen Jan (4) en Toos (5) naar binnen te brengen. Zelf kwam hij daarbij om het leven. Rosch werd begraven bij de boerderij en in 1948 herbegraven op Ysselsteyn.

Doodsoorzaak

Zo zit er een verhaal achter iedere grafsteen. De afdeling educatie van Ysselstein probeert die te achterhalen met behulp van amateur-onderzoekers en vrijwilligers. Ook familieleden van de gesneuvelde militairen bieden achtergrondinformatie. Meestal wordt een doodsoorzaak in de necrologie vermeld, hoewel deze niet altijd klopt, stellen Sakkers, Ewals en Hemels. „Veel soldaten pleegden zelfmoord. Dat was echter een schande voor de familie, zodat er vaak door de militaire leiding een andere reden werd opgegeven. Ook als we dit weten vermelden we dat niet, uit respect voor de nabestaanden.”

Werden door de Duitsers veel oorlogsmisdaden gepleegd, ook de geallieerden hadden geen schone handen, blijkt uit de bronnenstudie van de Zeeuwse onderzoeker. „Er liggen hier soldaten die na hun gevangenneming om het leven zijn gebracht. Dat gebeurde vaak uit wraak, omdat er door het felle verzet van de Duitsers veel verliezen waren geleden.”

Van de 32.000 doden op Ysselsteyn, zijn er ruim 4800 (nog) niet geïdentificeerd. Niet alleen Duitse militairen, maar ook andere nationaliteiten in Duitse militaire dienst, NSB’ers en burgerslachtoffers liggen er begraven. Zelfs twee baby’s met het opschrift ”Ein Deutscher soldat”, ontdekte Sakkers. Hij hoopt dat de tekst spoedig wordt aangepast. De kindjes zijn omgekomen in het voormalige concentratiekamp Vught, waar na de oorlog ‘foute’ landgenoten en Duitse burgers werden geïnterneerd.

Ontberingen

Dat de Nederlandse bewakers na de oorlog niet zachtzinnig met hun gevangenen omgingen, blijkt uit meer graven van daar omgekomen burgers. „Mensen kwamen in Vught door allerlei ontberingen om het leven. Ook kinderen. Ze werden gezien als de vijand en ook zo behandeld, hoewel er velen nooit veroordeeld zijn geweest. Maar er zijn hier ook graven van leden van de Gestapo en SD die door het verzet zijn gedood. Nederland maakte van Ysselsteyn een soort dumpbegraafplaats door ook Nederlandse en Duitse burgers die na de oorlog in kamp Vught en Westerbork geïnterneerd waren, hier te herbegraven.”

Ook een gesneuvelde neef van prins Bernhard heeft hier zijn laatste rustplaats gevonden. De prins heeft het graf diverse keren in stilte bezocht. Misschien hoorde ook hij het carillon het Lutherlied spelen. Zacht klingelt het over de Duitse soldatengraven: „Een vaste burcht is onze God…”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer