Zoon des mensen
Lukas 9:56a
„Want de Zoon des mensen is niet gekomen om der mensen zielen te verderven, maar om te behouden.”
De Persoon is de Zoon des mensen, de grote, dierbare en beminnelijke Zaligmaker Christus Jezus. De Koning, Heere en Verlosser van Zijn volk. Hij is genoeg bekend onder ons in Naam, maar bij weinigen in waarheid en kracht. Deze Zaligmaker Christus Jezus noemt hier Zichzelf de Zoon des mensen. Het is een benaming, die Hem zeer dikwijls in de Schriften van het Nieuwe Testament gegeven wordt. Ze wijst ons op Zijn geringe en lage menselijke natuur, die Hij, om de Middelaar en Verlosser van Zijn volk te zijn, had moeten aannemen.
Dit is een van de bekende en noodzakelijke grondwaarheden van ons allerheiligst geloof, dat de Heere Jezus Christus, om Zijn volk te verlossen en zalig te maken van hun zonden, niet slechts de waarachtige God, maar ook tevens een waar, heilig en rechtvaardig Mens heeft moeten zijn in enigheid des Persoons. Om deze mensheid van Christus aan te wijzen, wordt Hij in het Woord vaak, de Zoon des mensen genoemd, volgens de profetie van Jesaja 9:5: „Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven en de heerschappij is op Zijn schouder.”
Maar het verdient opmerkzaamheid, dat de Heiland hier Zichzelf deze benaming van de Zoon des mensen geeft. Dit doet Hij vaker (vers 58). De vossen hebben holen en de vogelen des Hemels nesten, maar de Zoon des mensen heeft niet, waar Hij het hoofd neerlegt.
Theodorus van der Groe, predikant te Kralingen
(”Uitmuntende en uitgezochte predikatiën”, 1764)