Feit en fictie in verhalen over broodtochten
Over de broodtochten die ds. Joh. van der Poel met anderen aan het eind van de oorlog ondernam, zijn verhalen verteld die onwaarschijnlijk zijn. En sommige dingen blijven onduidelijk.
Die conclusies trekt Peter van Wijngaarden, vicevoorzitter van de Historische Vereniging Hardinxveld-Giessendam, in het boek ”De voedseltochten van dominee Van der Poel, 1944-1945 – realiteit en mythe – een reconstructie”, dat op 6 november verschijnt.
De oud gereformeerde predikant van Giessendam ondernam waarschijnlijk zeven of acht expedities naar bevrijd gebied om voedsel te vinden. Samen met onder anderen ouderling L. Dubbeldam, die schipper was, en diaken A. Trapman voer hij meermalen naar het Land van Heusden en Altena en de Bommelerwaard om tarwe, gerst, aardappelen en andere levensmiddelen te halen voor de hongerende inwoners van Giessendam en Hardinxveld. Het waren levensgevaarlijke tochten, dicht bij de grens tussen bevrijd en bezet gebied.Na de Bevrijding voer de predikant opnieuw naar Brabant. Hij keerde terug met een schip vol broden. Hoeveel precies, dat is niet helemaal duidelijk: 13.000, of 4.000, of iets daartussenin.
Onjuist of onwaarschijnlijk
Het is een van de details die Van Wijngaarden heeft nageplozen. Hij constateerde dat bronnen elkaar soms tegenspreken, en dat schrijvers elkaars verhalen overnamen en soms mooier maakten dan de werkelijkheid geweest kan zijn. Want probeer aan een scheepshoorn maar eens de vrolijke klanken te ontworstelen die schipper Dubbeldam daarop volgens de beschrijving van Rik Valkenburg ten gehore heeft gebracht. En dat de Giessendammers na de Bevrijding 20 ton tarwe en 10 ton gerst bemachtigden, lijkt ook zwaar overdreven, gezien het aantal broden dat er werd gebakken.
Ook heeft ds. Van der Poel geen enorme lading broden voor de hongerende bevolking van Gorinchem opgehaald, volgens de reconstructie van Van Wijngaarden, die tal van bronnen heeft geraadpleegd. De enige vermelding die hij vond, is een interview met de predikant in een streekblad. Twee mogelijkheden blijven over: de predikant heeft bemiddeld bij de verwerving van broodgraan of meel voor de stad, of de journalist heeft het verkeerd opgeschreven.
Zwijgzaam
Al lijken niet alle verhalen te kloppen, de inzet van ds. Van der Poel staat buiten kijf. Met overwicht, humor en moed wist hij hulp te regelen voor zijn dorpsgenoten. „Een hartelijk mens, die gemakkelijk contacten legde en met vrijwel iedereen kon opschieten.” De opbrengst steeg, maar de kosten daalden, want met de zwarte markt liet de predikant zich niet in.Eerste pinksterdag 1940 was een dag vol oorlogsgeweld geweest, toen de Duitsers Nederland probeerden te veroveren. Eerste pinksterdag 1945 was in Giessendam en Hardinxveld de dag waarop voedsel werd uitgedeeld dat met een scheepje in Geertruidenberg was opgehaald. Zoals een Giessendamse het zich later herinnerde: „Ik zal het nooit vergeten die zondag in de kerk; de dominee preekte heel toepasselijk over ”Het Brood des Levens” en wij konden diezelfde dag het brood als ‘een wonderbare spijziging’ ophalen.”
Details –zoals de data van de tochten– raakten in de vergetelheid, mede doordat de betrokken ambtsdragers er uit bescheidenheid niet over spraken. Zo hoorde het nageslacht van diaken Trapman pas over zijn deelname aan de tochten toen die tijdens zijn begrafenis door ds. Van der Poel werden genoemd.
Het boek is voor 15 euro onder meer verkrijgbaar bij boekhandel Ritmeester in Boven-Hardinxveld of via info@hv-hardinxveld-giessendam.nl