Theologie mag bijbelwetenschap niet wantrouwen
Terugkijkend op het symposium constateert prof. C. van der Kooi dat in beide dagen wezenlijke zaken aan de orde zijn gekomen. „De besproken vragen zijn niet alleen van theoretisch belang.
Waar beroep je je op in je theologische stellingnamen? Hoe ga je met de Schrift om? Waar preek je over, en wat kun je dan zeggen? Het ambachtelijk element is de afgelopen dagen sterk naar voren gekomen. Van belang is dat we de Schrift op een hedendaagse manier recht doen. Daarvoor moeten we ernaar luisteren. Systematische theologen dienen de bijbelwetenschap niet met primair wantrouwen tegemoet te treden. Bijbelwetenschappers mogen zich er omgekeerd wel van bewust zijn dat systematisch-theologische vragen de methode beïnvloeden. Deze symposiumdagen hebben duidelijk gemaakt dat evangelicale en gereformeerde theologen de bijbelwetenschap serieus willen nemen. Dat is wel eens anders geweest.”
Centraal staat een praktijk van omgang met God. Hij spreekt ons aan, zegt Van der Kooi. „Daar begint alles mee. Dat vraagt een antwoord van ons mensen. De bijbelwetenschap en de dogmatiek staan op hun eigen manier om dit centrum heen. Een eenvoudige werkverdeling daartussen is niet mogelijk. De bijbelwetenschap is niet enkel een descriptief vak en de systematische theologie is niet enkel een normatief vak. Ik ben blij dat dit symposium samen met de universiteit in Apeldoorn vorm kon krijgen. Het heeft me ook goedgedaan dat we dat niet in gelovige zin ”droog” hebben hoeven doen. We hebben de Schrift gelezen, gezongen, en Hem aangeroepen Die ons aangesproken heeft.”