Cultuur & boeken

Augustinus verbindt lezers uit kring van Rome en Reformatie

Augustinus blijft ‘hot’. Het afsluitende deel van de serie werken van Augustinus, zaterdag gepresenteerd, markeert zeker geen eindpunt in de bezinning. „Mensen zijn blijvend op zoek naar spirituele verdieping.”

Klaas van der Zwaag
25 October 2021 17:06
Werken van Augustinus die uitgeverij Damon de afgelopen decennia heeft uitgegeven. Zaterdag vindt de presentatie van het laatste deel in dit project van het Augustijns Instituut plaats.  beeld Damon
Werken van Augustinus die uitgeverij Damon de afgelopen decennia heeft uitgegeven. Zaterdag vindt de presentatie van het laatste deel in dit project van het Augustijns Instituut plaats.  beeld Damon

De Vlaamse priester Gabriël Quicke laat in zijn boek ”Zorg voor de ziel. Augustinus inspireert” zien hoe belangrijk het is om voor je ziel te zorgen. Zij is de plaats waar de ontmoeting met God plaatsvindt. De schrijver schetst Augustinus als zielzorger, opvoeder, maar vooral ook als dienaar van de kerk. Zowel het donatisme als het manicheïsme hadden volgens Quicke het risico om de kerk te herleiden tot „een club van uitverkorenen.” Voor Augustinus is de kerk echter een zorgzame moeder die niet verstikken doet maar ademruimte geeft. De kerkvader noemt in één adem liefde eenheid, gemeenschap en Geest. De Geest staat niet alleen aan de oorsprong van kerk, Hij is ook het leven zelf en de ziel van de kerk.

Hoe breed de taak van Augustinus was, blijkt wel uit de brieven die hij schreef, waarvan er recent acht zijn uitgegeven door uitgeverij Damon. Hij kritiseert de drinkgelagen bij het vieren van de heiligendagen en roept op om niet het recht van vergelding toe te passen als katholieke priesters gruwelijk vermoord worden door donatistische radicalen. Hij dringt erop aan om af te zien van marteling en doodstraf. De kerkvader schrijft mooie dingen over rechtvaardige vrede, het belang van een eensgezinde staat en een publieke moraal, waarbij hij zich ook laat inspireren door buitenbijbelse inzichten van de klassieken.

Pelagianen

Augustinus raakt vooral bekend door zijn uiteenzetting met de pelagianen. Op dit punt heeft hij vooral de Reformatie beïnvloed. Egbert P. Bos gaf drie commentaren uit van Augustinus op Paulus’ Brief aan de Romeinen. Het zijn geschriften uit 395, vóór zijn geschrift aan Simplicianus, waar hij zich radicaal tot de genadeleer bekent en waar er van een vrije wil van de mens eigenlijk geen sprake meer is.

In zijn ”Herlezingen”, waarin de latere Augustinus kritisch commentaar uitoefent op zijn vroegere werken, zegt hij dat hij van dit boek niets terugneemt van wat hij over de wil schrijft, maar erkent dat hij nog duidelijker had moeten stellen dat het geloof zélf tot de gaven van God gerekend wordt, door dezelfde Geest gegeven. In deze commentaren geeft Augustinus nog ruimte aan verdiensten, ook al is de genade beslissend voor het verkrijgen van het heil.

De Britse theoloog Ken Wilson heeft het in ieder geval niet op de anti-pelagiaanse Augustinus. In zijn boek ”War Augustin der erste Calvinist?” (een Duitse verkorte uitgave van zijn proefschrift) betoogt hij dat de kerkvader het helemaal mis had door de vrije wil te ontkennen. Het gevolg was dat hij weer terugviel op zijn oude dwaling, het manicheïsme. Dat was een leer die de onafhankelijke macht van het kwaad poneerde en waar sprake was van ”uitverkorenen” (zij dit het ‘ware’ inzicht hadden) en ”toehoorders”. Augustinus was onder de indruk van deze speculatieve filosofen, maar volgens Wilson verviel hij in dezelfde ketterij door een willekeurige God van het noodlot te leren.

Wilson stelt hiertegenover tal van kerkvaders die de vrije wil zouden hebben geleerd. Augustinus was volgens Wilson „de eerste calvinist”, maar dat is voor hem geen compliment, zoals Calvijn van Augustinus zei: Hij is „geheel de onze.” Volgens Wilson zijn Luther en Calvijn door Augustinus op „een dwaalweg” gevoerd toen de kerkvader bewéérde dat zijn leer in overeenstemming was met de vroege kerkvaders. Wilson heeft een punt als hij zegt dat de kerkvaders positiever over de vrije wil en minder streng over de erfzonde spraken. Zij beklemtoonden daarentegen de vrijheid van de mens die gelegen was in het beeld van God als tegenwicht tegenover het Griekse noodlotsdenken. Het is Calvijn die terecht heeft gezegd dat iemand als Pelagius een Augustinus heeft voortgebracht. De kerkvader zag hier gevaren opdoemen die een duidelijk antwoord vroegen.

Augustijnen

Hoe komen we uit dat haast eeuwige dilemma van natuur/vrije wil en genade? Een acceptabele uitweg biedt de augustijn dr. Martijn Schrama. Hij geeft in zijn boek ”In navolging van Augustinus” een diepgravend overzicht van de theologie van de augustijnen vanaf de Middeleeuwen tot aan de huidige tijd, met beschouwingen over onder meer Thomas van Aquino, Bonaventura, Aegidius Romanus, Gregorius van Rimini, Hiëronymus Seripando (de augustijn die zich roerde tijdens het Concilie van Trente) en vele anderen. Het is met recht een bekroning van Schrama’s levenswerk te noemen, dat in het teken stond van diepgaande bezinning op het denken van Augustinus.

Schrama vraagt aandacht voor de positieve aspecten van de monastieke theologie en haar nadruk op de persoonlijke beleving, de „affectieve” liefde tot God. Eeuwenlang werd volgens hem meer nadruk gelegd op de leer dan de beleving, waardoor theologie en spiritualiteit uiteen zijn gegroeid. Kennis moet echter door het hart gaan om werkelijk kennis te worden. Liefde is volgens Augustinus oorspronkelijker dan verstaan. Augustinus wilde immers God meer kennen om Hem des te meer te beminnen!

De goddelijke scheppingsliefde bewerkt volgens Schrama dat ieder mens een ingeschapen verlangen heeft naar God om Hem te kennen en in het geloof en de liefde te ‘bezitten’. Het is volgens hem ondenkbaar dat God de mens wel tot voltooiing zou scheppen, doch hem de middelen tot voltooiing zou onthouden.

Schrama bepleit een „dialoog” tussen de goddelijke genade en de menselijke vrijheid. Augustinus stelde dat de genadehulp voor de gevallen mens onontbeerlijk is om te geloven en te volharden, maar het schepsel is volgens Schrama in staat om binnen het kader van zijn vrijheid te weigeren op Gods nodiging in te gaan. God is niet een „tirannieke determinator”, maar veeleer „de barmhartige Uitdager” Die de mens tot Zich lokt door de zoetheid van Zijn genade en hem zo innerlijk overwint.

Laatste visvangst

Het laatste deel van de Nederlandse serie werken van Augustinus betreft verhandelingen over het Evangelie van Johannes, dat vers voor vers wordt gevolgd, met rake toepassingen en het uitpluizen van allerlei exegetische problemen. Augustinus was niet alleen een groot theoloog en filosoof, maar vooral ook een herder van zijn kudde. Hij heft een loflied aan op de „heilige katholieke kerk”, „de universele heilige kerk”, zoals hij ‘zijn’ kerk noemde. ”Katholiek” betekent de kerk van alle plaatsen en tijden die de orthodoxe leer verkondigt, en dat is in concreto de leer van de Drie-eenheid. Deze stond in de tijd van Augustinus onder druk als gevolg van diverse ketterijen. Dit werk over Johannes legt daar uitvoerig getuigenis van af.

We komen bekende tonen van de kerkvader tegen in dit werk. De mens bevindt zich in een pelgrimage op weg naar het hemels Koninkrijk. In dit stadium moet de mens het nog doen met ”geloven”, maar dat zal uitmonden in ”zien”. Centraal staat de liefde, waardoor we elkaar en God liefhebben. „Wie blijft geduldig volharden in het goede? Alleen wie brandt van liefde!” Het is de genade, die de mens optilt uit de natuur, „want die was door de vrije wil tot in de wortel bedorven.” Het geloven in Christus is een daad van Christus. „Hij brengt dat tot stand in ons, uiteraard niet zonder ons.”

Augustinus eindigt zijn boek magistraal met een beschouwing over de wonderbare (laatste) visvangst, waarbij hij de apostelen Petrus en Johannes typeert als respectievelijk symbool voor de strijdende en triomferende kerk, de kerk van het geloof en het aanschouwen. Petrus betekent rots, maar de rots is Christus en op dit fundament is ook Petrus zelf gebouwd; en niet alleen Petrus maar héél de kerk verklaart zonden bindend en ontbindt ze.

Augustinus is dus niet te claimen door Rome en Reformatie. Hij was voor de doorsnee rooms-katholiek zeker te scherp over zonde en genade en dat is officieel ook weleens uitgesproken (hoewel Rome het pelagianisme heeft veroordeeld). Dat neemt niet weg dat rooms-katholieken en protestanten hem als een spiritueel leidsman kunnen lezen, met name vanwege de gepubliceerde preken die nu afgerond zijn. Augustinus is de meest geciteerde kerkvader van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965), zo schrijft Quicke. De kerkvader werpt geen dogmatische barrières op, maar predikt Christus als de nederige Dienaar, Die door de Heilige Geest als de innerlijke leermeester mensen voor het Evangelie wint. Als dat niet samenbindt.

Boekgegevens

”Zorg voor de ziel. Augustinus inspireert”, Gabriël Quicke; uitg. Halewijn; 169 blz.; € 19,95.

Augustinus en Paulus. Drie commentaren van Augustinus op Paulus’ Brief aan de Romeinen, Egbert P. Bos; uitg. Van Warven; 255 blz.; € 19,95;

”War Augustin der erste Calvinist? Wenn ein Lehrsystem auf Sand gebaut ist”, Ken Wilson; Christlicher Medienvertrieb Hagedoorn; 157 blz.; € 8,50;

”Schrijf me en ik stuur je antwoord. Acht brieven”, Aurelius Augustinus; uitg. Damon; 128 blz.; € 15,90;

”De laatste visvangst. Verhandelingen 55-124 over het Johannesevangelie”, Aurelius Augustinus; uitg. Damon; 500 blz.; € 39,90;

”In navolging van Augustinus. Beschouwingen over God kennen en beminnen”, Martijn Schrama O.S.A; uitg. Halewijn/Adveniat; 350 blz.; € 29,95.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer