Meditatie: Open vensters tegen Jeruzalem
Je hoort weleens beweren dat de kerk open vensters naar de wereld moet hebben. Als daarmee bedoeld wordt dat zij met bewogenheid heeft om te zien naar hen die buiten zijn, is dat een terechte aanwijzing.
In het licht van dit woord tekent zich juist de noodzaak af van open vensters naar Jeruzalem. Wie zoals Daniël als vreemdeling in Babel woont, kan niet zonder. Zijn huis heeft zulke vensters. Als uitdrukking van de levende verbinding met de Heere. Zonder deze geestelijke levensadem zou zijn bestaan in het land van de duisternis onmogelijk zijn.
Leven in den vreemde, wat elke levende christen doet, is een leven van gebed. Het is inderdaad zoals we wel zeggen ”de ademhaling van de ziel”. Hoe was ook het leven van Christus Zelf hier beneden een leven van gebed! Het koninklijke decreet kan Daniëls gebed dan ook geen halt toeroepen. Hij is zo geheel op de Heere aangewezen dat hij geen dag zonder de omgang met Hem kan. Hij ziet Jeruzalem niet, nochtans ligt daar zijn hart. Wat een spiegel…! Bent u ook zo’n kind van het Koninkrijk? Een kind van het Koninkrijk dat leeft te midden van de giftige dampen van Babel en daarom gedurig opademen moet in de Geest van hét leven? Dan weet u ook hoe verstikkend het leven in Babel wordt als de vensters dichtgaan.
Maar vanwaar nu deze blikrichting van het hart naar Jeruzalem? Want dat het dáárom gaat, is wel duidelijk. Daniël is ver van Jeruzalem verwijderd. Met zijn blote oog ziet hij de stad niet. Daar helpen de open vensters niets aan. Maar zijn hart hunkert naar Jeruzalem omdat dat de stad is van Gods huis. Het is de stad die God Zich tot een woning heeft verkoren. Het is de stad waar Zijn dienst plaatsheeft. Het is de stad van de tempel en de altaren. Het is veelzeggend dat Salomo bij de inwijding van de tempel de Heere al gesmeekt heeft om te horen naar het gebed van hen die in de toekomst Hem bidden zouden „naar de weg van deze stad, die Gij verkoren hebt, en naar dit huis hetwelk ik Uw Naam gebouwd heb” (1 Koningen 8). Dat is het geheim van Daniëls vrede in een vijandig land. Hij geniet de vrede met God, die alle verstand te boven gaat en die vast is in het offer.
Daarom zijn Daniëls vensters ook zonder twijfel teken van zijn verlangen, zijn heilige heimwee. Hij is in Babel, het land van zijn ballingschap, niet thuis. Net zoals ieder die leeft op kosten van het Lam verlangt naar de volkomen eenheid en gemeenschap met Hem. Zoals Paulus het in verbondenheid met de geestelijke kolonisten in Filippi belijdt: „Maar onze wandel is in de hemelen, waaruit wij ook den Zaligmaker verwachten, namelijk den Heere Jezus Christus” (Filippenzen 3). De luiken van ons menselijk leven gaan, langzaam maar zeker, dicht. Wat een troost is het als we bij de open vensters naar Jeruzalem dan nochtans een blij vooruitzicht genieten!