Opinie

Gesprek met lhbt’er vergt scherp afgestelde antenne

De tong kan geen mens temmen, schrijft de apostel Jakobus. Soms zijn woorden balsem in een wond, even later zijn het vonken die een grote hoop hout aansteken. Zorgvuldigheid is geboden in het debat over de lhbti-gemeenschap.

9 October 2021 14:11
In maart namen tussen de 300 en 400 mensen deel aan een COC-demonstratie in Krimpen aan den IJssel. beeld Dick den Braber
In maart namen tussen de 300 en 400 mensen deel aan een COC-demonstratie in Krimpen aan den IJssel. beeld Dick den Braber

Directeur Wim de Kloe van scholengroep Driestar-Wartburg kwam woensdag terug op een column in het Reformatorisch Dagblad. De Kloe had het over transgenders en sprak daarbij over „een tot vrouw verbouwde man.” Hij besefte hoe respectloos dat was en bood er zijn excuses voor aan. Dat siert hem. Niemand is zo volmaakt dat hij niet eens een verkeerd woord gebruikt. Waar dat anderen pijn doet, past het hem het boetekleed aan te trekken.

Toch is er ook een andere kant. Zijn christenen in het genderdebat niet te voorzichtig? Op dit vijandelijke grondgebied kan de pen toch niet scherp genoeg zijn? Jezus noemde Zijn tegenstanders addergebroed. Paulus vroeg de Galatiërs wie hen betoverd had. Johannes zegt dat er uit de mond van Christus een tweesnijdend scherp zwaard kwam. Moeten christenen anno 2021 hun ideologische opponenten dan steeds met fluwelen handschoentjes aanpakken?

Er zijn eenvoudig Bijbelteksten te vinden om beide standpunten te verdedigen. Mij lijkt hier het advies van toepassing dat Paulus gaf aan de gemeente van Kolosse over het spreken met buitenstaanders: „Wandel met wijsheid bij degenen die buiten zijn, de bekwame tijd uitkopende. Uw woord zij allen tijd in aangenaamheid, met zout besprengd, opdat gij moogt weten hoe gij een iegelijk moet antwoorden.” Calvijn noemt in zijn uitleg drie argumenten voor behoedzaam taalgebruik. Laat niemand een struikelblok leggen voor de voeten van een blinde, zegt de reformator, want door onze onvoorzichtigheid geraken ongelovigen van kwaad tot erger, worden ze beschadigd en krijgen ze nog meer afkeer van de godsdienst. Daarnaast: niemand mag aanleiding geven tot het bespotten van de Naam van Christus of tot vijandschap en vervolging. Ten slotte is die voorzichtigheid geboden, opdat christenen niet besmet raken met het verkeerde gedachtegoed van ongelovigen en zo zelf het spoor bijster raken. Bij „een iegelijk” wijst Calvijn erop dat christenen niet alleen respect behoren te hebben in het algemeen maar ook voor individuen.

De les van Paulus is niet moeilijk: wie werkelijk met de ander in gesprek wil raken, zal moeite doen om hem of haar niet onnodig te kwetsen. Een lastige maar belangrijke les. Het debat over homoseksualiteit en transgenders is aan de orde van de dag. Dat raakt niet alleen de discussie over de vrijheid van onderwijs, maar blijkt ook weer uit de wapperende regenboogvlaggen op Coming Out Day, aanstaande maandag.

Wijs spreken is nodig in het debat met ideologen en lobbyisten die een stootje kunnen hebben. Meer nog geldt dat voor het kwetsbare contact met gebutste en gehavende mensen, of de pastorale handreiking aan onzekere jongens en meisjes die al zo veel vuur en zwavel van Sodom en Gomorra op zich af zagen komen.

Sodom

Over Sodom gesproken: in zijn boek ”Wat de Bijbel werkelijk leert over homoseksualiteit” stelt de Amerikaanse theoloog dr. Kevin DeYoung dat de geschiedenis in Genesis 19 niet te vergelijken is met een hechte relatie tussen twee mannen. „Er waren veel zonden in Sodom: trots, sociaal onrecht én het najagen van homoseksuele contacten.” Dat mag christenen voorzichtig maken met de verwijzingen naar ”de” zonde van Sodom.

Geaardheid

Spreek je bij homoseksualiteit over geaardheid, gerichtheid of over afwijkende seksuele gevoelens? Ook hierover bestaat verwarring. De term geaardheid veronderstelt dat de homoseksuele voorkeur diep verankerd is in iemands aard.

Dit begrip hangt samen met een jarenlange strijd om erkenning dat homoseksualiteit aangeboren zou zijn. Wetenschappers zijn –na vergelijking van het DNA van 500.000 mensen– het erover eens dat iemands genen hooguit voor 25 procent iemands seksuele voorkeur bepalen. Kennelijk zijn er andere factoren die meer invloed hebben. De term geaardheid moet dus niet verward worden met aangeboren –dat is wetenschappelijk onjuist– maar geeft wel duidelijk aan dat homo’s zich vaak al op jonge leeftijd aangetrokken voelen tot iemand van het eigen geslacht.

Gevoelens

Daarmee is het begrip geaardheid wel degelijk bruikbaar. Bijvoorbeeld in een gesprek met een jongen die na een strijd van vele jaren durft spreken over zijn homoseksuele gevoelens. Kom je dan aan met ”jouw gevoelens”, dan is het de vraag of hij zich serieus genomen voelt. Gevoelens kunnen de volgende dag anders zijn – maar deze jongen heeft z’n knieën al stuk gebeden in de strijd tegen zijn gevoelens. Vrijwel niemand kiest bewust voor homoseksuele gevoelens, zegt DeYoung. In zo’n gesprek is de term geaardheid beter op z’n plaats.

Gerichtheid

Anderen gebruiken liever het begrip gerichtheid. Ook dat suggereert echter dat je eenvoudig een andere koers kunt kiezen, zoals je aan het stuur van een auto draait en van richting verandert. Dat is juist wat de genderlobby bepleit: je seksuele voorkeur is een keuze. Wie dát bedoelt met de term gerichtheid, zit op een dwaalspoor en miskent hoe diep seksuele gevoelens verankerd zijn.

Terzijde: er is ook een belangrijk juridisch nuanceverschil tussen geaardheid en gerichtheid. Het College voor de Rechten van de Mens stelt: „Geaardheid is het zijn, terwijl gerichtheid mede het praktiseren bevat.”

Homogenezing

Homoseksuelen die een geestelijke omkeer meemaakten en de strijd aanbonden met hun gevoelens, weten hoe moeilijk dat is. Rachel Gilson beschrijft dat in haar lezenswaardige autobiografie ”Vernieuwd en onveranderd”. Ze ontdekte dat haar begeerten zondig waren, dat ze die niet kon veranderen en niet zelf de baas kon. Heteroseksuele christenen die de zondige aard van hun hart kennen en weten hoe dat geneigd is tot alle kwaad, zullen die strijd herkennen. Zij zullen dus niet lichtvaardig spreken over de zogenoemde homogenezing, waar minister Grapperhaus deze week de kerken weer op aansprak.

Verbouwen

Tot slot: het spreekt vanzelf dat de term verbouwen voor de transitie van mensen met genderdysforie ongepast is. Het is waar dat de gendertheorie stelt dat de seksuele identiteit een constructie is en daarmee veranderlijk en maakbaar. Toch moeten christenen in het weerleggen daarvan hun munitie niet kiezen uit het arsenaal van de tegenstander, want dat doet onnodig pijn bij degenen die werkelijk worstelen met hun lichaam.

Zo zijn er op dit vlak nog tal van woorden waar een wereld achter schuilgaat en die vragen om een scherp afgestelde antenne. Niet om water bij de wijn te doen, wel om zowel scherp en duidelijk als wijs en zorgvuldig te formuleren over Bijbelse lijnen rond huwelijk, geslacht en seksualiteit. Dat sluit elkaar niet uit maar hoort samen te gaan, evenals christenen worden opgeroepen om zowel de waarheid als de vrede lief te hebben.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer