Waarom een bewijs van herstel maar 180 dagen geldig is
Alleen met een geldig coronatoegangsbewijs mag iemand naar een restaurant, hotel of evenement. Negen vragen.
Wat is een coronatoegangsbewijs?
Een coronabewijs is een certificaat waarmee iemand per 25 september toegang kan krijgen tot bijvoorbeeld een restaurant, hotel of evenement. Via een QR-code is het mogelijk een negatieve testuitslag, een vaccinatiebewijs of een bewijs van herstel te tonen. Deze code is te verkrijgen met de CoronaCheck-app, via coronacheck.nl/print of door te bellen naar 0800-1351.
Hoe oud mag een negatieve testuitslag zijn?
De negatieve testuitslag mag niet ouder dan 24 uur zijn. Bij een langere periode is de kans groter dat de persoon in tussentijd is besmet geraakt.
Wanneer is een vaccinatiebewijs geldig?
Het coronacertificaat wordt afgegeven vanaf twee weken na de tweede prik met het vaccin van Pfizer, Moderna of AstraZeneca. Na die tijd is de bescherming optimaal.
Ook een enkele prik na een besmetting volstaat. De infectie moet binnen 11 en de 180 dagen geleden hebben plaatsgevonden.
De bescherming van het Janssenvaccin, waarbij één prik voldoende is, start na twee weken. Na een maand is de maximale bescherming bereikt. Het coronacertificaat wordt daarom 28 dagen na de prik afgegeven. Wie vóór 14 augustus was ingeënt, kreeg al na 14 dagen een vaccinatiebewijs. Op advies van het OMT is deze termijn verlengd.
Opmerkelijk is dat iemand die volledig is gevaccineerd én vervolgens positief test, het groene vinkje behoudt om overal naar binnen te kunnen. Volgens een woordvoerder van het ministerie van Volksgezondheid is het technisch niet haalbaar om dat aan te passen en is dat risico wel te nemen.
Hoe zit het met een bewijs van herstel?
Een doorgemaakte besmetting beschermt tegen een nieuwe infectie. Daarom mag iemand die tussen 11 en 180 dagen geleden positief is getest bij de GGD, met een bewijs van herstel bijvoorbeeld een restaurant binnen stappen.
Waar komen die 180 dagen vandaan?
Deze beschermingstermijn is afkomstig van de Gezondheidsraad, die zich onder meer baseert op een Britse studie onder gezondheidswerkers. Dit zorgpersoneel bleek zes maanden na een besmetting met het oorspronkelijke coronavirus nog antistoffen te hebben. Deze termijn is aan de voorzichtige kant, geeft de Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI) van het RIVM toe.
Uit de derde en vierde ronde van het Pienter corona-onderzoek (maart en april 2021) blijkt dat 90 procent van de mensen bijna een jaar na een besmetting met klachten nog IgG-antistoffen in het bloed heeft. Ook zijn de antistoffen over de tijd sterker geworden: ze binden zich beter aan het virus. Bij personen zonder klachten heeft echter ongeveer de helft (55 procent) na een jaar nog antistoffen.
Zelfs al zouden na verloop van tijd geen antistoffen tegen corona meer detecteerbaar zijn in het bloed, dan zou het lichaam nog afweer kunnen hebben door de aanwezigheid van bepaalde witte bloedcellen, de zogenaamde B- en T-cellen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij mazelen.
Een vaccinatiebewijs is eindeloos geldig, een bewijs van herstel slechts 180 dagen. Is het risico dat een volledig gevaccineerde een ander besmet kleiner dan van iemand die is hersteld van corona?
Nee, niet per se. Mensen die zijn genezen van een eerdere besmetting, lopen juist dertien keer minder kans op een nieuwe infectie dan mensen die volledig zijn gevaccineerd, suggereert een Israëlische studie. Wie niet is besmet, kan het virus ook niet op anderen overdragen.
Zelfs mensen die in maart vorig jaar corona opliepen, lijken volgens dit onderzoek nog een betere weerstand te hebben dan mensen die volledig zijn gevaccineerd.
Dit wijst er volgens de onderzoekers op dat het immuunsysteem uitgebreider reageert op de viruseiwitten dan op een vaccin, dat alleen is gericht op de uitsteeksels van het coronavirus.
Bovendien neemt de opgebouwde weerstand na vaccinatie geleidelijk af. Uit Israëlische gegevens blijkt dat mensen die in april zijn gevaccineerd met het Pfizervaccin, 75 procent minder risico lopen op een coronabesmetting twee of drie maanden later (20 juni tot 17 juli). Mensen die echter in januari zijn ingeënt, zijn volgens deze gegevens na een halfjaar nog maar voor 16 procent beschermd tegen een infectie. De bescherming tegen ziekenhuisopname is een halfjaar na vaccinatie nog wel hoog: 82 procent.
Waarom is een bewijs van herstel na een halfjaar niet meer geldig en vaccinatie wel?
Dit heeft er mogelijk mee te maken dat een besmetting niet bij iedereen voor voldoende aanmaak van antistoffen zorgt. Zeker bij een besmetting zonder klachten heeft niet iedereen voldoende afweer tegen een nieuwe besmetting. Na vaccinatie, waarbij iedereen dezelfde hoeveelheid werkzame stof krijgt ingespoten, is er over het algemeen minder verschil in immuunrespons. Het LCI adviseert daarom na een doorgemaakte besmetting alsnog een prik te halen. Een tweede prik kan echter achterwege blijven.
Een gevaccineerde kan ook corona oplopen. Waarom mag die met een vaccinatiebewijs een restaurant binnen stappen en een ongevaccineerde zonder testbewijs niet?
De kans dat een gevaccineerde het virus oploopt en doorgeeft, is kleiner dan bij een ongevaccineerde die nooit corona heeft gehad. Een Brits onderzoek onder bijna 400.000 volwassenen toonde in augustus aan dat twee prikken met het Pfizervaccin na twee weken 80 procent van de besmettingen met de deltavariant voorkomt.
Bij gevaccineerden die toch besmet raken, is de hoeveelheid virusdeeltjes even groot als bij niet-gevaccineerden, blijkt uit hetzelfde onderzoek. Dat wil echter niet direct zeggen dat gevaccineerden ook even besmettelijk kunnen zijn als ongevaccineerden. Zo vond een andere, voorlopige studie dat het aantal virusdeeltjes sneller afneemt bij gevaccineerden die besmet raken dan bij niet-gevaccineerden. Mogelijk zijn ze dus een kortere tijd besmettelijk.
Recente RIVM-gegevens wijzen erop dat in juli en augustus verreweg de meeste besmettingen plaatsvonden tussen ongevaccineerde personen, en de minste tussen gevaccineerden – terwijl de groep ongevaccineerden vier keer zo klein is als de groep gevaccineerden. Het maakte verder weinig verschil of de besmettingsbron of juist de ontvanger ongevaccineerd is; zolang maar een van beiden is ingeënt. Let wel: het gaat hier om overdracht. Vaccinatie beschermt nog beter tegen ernstige ziekte en overlijden.
Hoe goed beschermen de vaccins precies tegen de deltavariant?
Twee doses van het Modernavaccin en het Pfizervaccin beschermen voor respectievelijk 92 en 88 procent tegen ziekenhuisopname, blijkt uit een recente publicatie van de CDC, het Amerikaanse centrum voor infectieziektebestrijding. Het Janssenvaccin is wat minder effectief: een enkele prik voorkomt 71 procent van de ziekenhuisopnames.
Twee prikken met het AstraZenecavaccin zorgen volgens twee Britse studies voor 92 procent minder ziekenhuisopnames en 60 procent minder ziektegevallen. Eén dosis van Pfizer of AstraZeneca leidt na drie weken tot 33 procent minder besmettingen met klachten door de deltavariant. Bij de alfavariant ging het nog om een afname van 50 procent.