„Joden in Israël weten te weinig over christenen”
In het Israëlische onderwijs is het christendom onbesproken gebleven. Daardoor is grote onwetendheid ontstaan over deze minderheid, die 2 procent uitmaakt van de Israëlische bevolking, en maken beleidsmakers fouten.
Dat zei de directeur van het Jeruzalem Centrum voor Joods-Christelijke Betrekkingen, Daniël Rossing, dinsdag tijdens een bijeenkomst van de Verenigde Christelijke Raad in Israël (UCCI). De UCCI is een parapluorganisatie waaronder tientallen protestantse en evangelicale organisaties en kerkgenootschappen in Israël en de Palestijnse gebieden vallen.
Rossing deed als voormalig hoofd van de afdeling christelijke zaken op het ministerie van Godsdienstzaken veel ervaring op met de problemen van de christelijke gemeenschappen in Israël. In de jaren zeventig wisten veel politieke leiders hoe ze met de christenen moesten omgaan, omdat ze zelf uit landen waren geëmigreerd waar veel christenen woonden. „Nu bestaat er een totaal gebrek aan begrip voor de christelijke band met het land.”
Mensen uit het onderwijs hebben Rossing verteld dat ze in hun lessen aandacht besteden aan het christendom door de kruistochten en inquisities te behandelen.
De directeur noemde twee voorbeelden van beleidsblunders die zijn ontstaan uit onwetendheid. In Nazareth kregen moslims onder de regering van Ehud Barak toestemming een moskee te bouwen naast de Kerk van de Aankondiging, waardoor grote spanningen ontstonden tussen moslims en christenen. Onder premier Ariël Sharon weigerde de regering de Grieks-orthodoxe patriarch Irineos te erkennen, „terwijl het van meet af aan duidelijk was dat Israël hem op den duur toch zou erkennen.”
Joden zouden, aldus Rossing, moeten leren wat de christelijke gemeenschappen zijn, wat hun geschiedenis is, wat de gevoeligheden van de gemeenschappen zijn en wat de verschillen ertussen zijn. Dan zal blijken dat deze in hun strijd om te overleven veel lijken op de joden in de diaspora.
Het UCCI houdt zich bezig met het onderzoeken van antichristelijke incidenten zoals het bespugen van geestelijken door orthodoxe joden, met het ontwerpen van een website, met ontmoetingen tussen beide groepen en met onderwijsprogramma’s. Er bestaat nu bijvoorbeeld een overeenkomst tussen twee pedagogische academies over een 56-urig lesprogramma over christelijke gemeenschappen.
Rossing plaatste ook een kritische kanttekening bij de ”Christian Allies Caucus” in de Knesset. Deze caucus, gevormd door een aantal parlementariërs die willen opkomen voor de belangen van christenen in Israël, verdeelt de wereld in goeden -de pro-Israël-christenen- en slechten. Israël moet relaties onderhouden met alle groepen, aldus Rossing.
Tijdens de bijeenkomst in de joods-messiaanse mosjav Yad Hashmona was er ook aandacht voor de problemen van Messiasbelijdende joden in Israël. Advocaat Calev Myers vertelde dat het ministerie van Buitenlandse Zaken op illegale wijze pogingen heeft ondernomen Messiasbelijdende joden het staatsburgerschap af te nemen omdat ze zending zouden hebben bedreven.
Zending is echter niet verboden. De enige restrictie die de Israëlische wet kent, is het verbod om minderjarigen over te halen om van geloof te veranderen of mensen daartoe om te kopen - regels die de Messiasbelijdende joden niet hebben overtreden. Een van de Messiasbelijdende joden die door het ministerie werd gedreigd met verlies van het staatsburgerschap is Seth Ben-Haim, medevoorganger van de King of Kings-gemeente in Jeruzalem.
Om het negatieve beeld dat de Israëliërs van Messiasbelijdende joden hebben, bij te stellen, heeft Myers een reclamebureau in de arm genomen die boodschappen moet uitzenden naar het volk waarin de vooroordelen worden bestreden. Tijdens de bijeenkomst werd een video getoond van een programma op het tiende kanaal van de Israëlische televisie, waarin het beleid van het ministerie van Binnenlandse Zaken jegens Messiasbelijdende joden zwaar wordt bekritiseerd.
In de video wordt ook gezegd dat de gemeente Petach Tikwa een van haar ambtenaren heeft ontslagen nadat bekend werd dat hij in Jezus geloofde.