Amerika blundert, maar blijft populair in Midden-Oosten
Het is de week van 9/11, voor de twintigste keer. Wat kun je dan beter doen dan terug te blikken op de verhouding tussen West en Oost? Ik weet het, er zijn intussen bosjes volwassenen die 11 september 2001 nooit bewust hebben beleefd – of überhaupt niet hebben meegemaakt omdat ze nog niet geboren waren. Maar voor honderdduizenden anderen was die dag een kantelmoment.
Ook voor mij. Ik was student journalistiek en de beelden en ervaringen van die dag hebben diepe sporen achtergelaten. Wat was dit voor barbarisme dat hier keihard in botsing kwam met het vrije Westen? Het grootste deel van de twintig jaar die volgden heb ik gelezen en geschreven over en gereisd in de wereld van de islam. Twee decennia waarin mijn beeld vollediger werd, maar ook genuanceerder.
Terugkijkend op die tijd, en in het bijzonder op de vele westerse interventies in het Midden-Oosten die direct of indirect het gevolg waren van 9/11, is mijn belangrijkste conclusie: wat een bende maakt het Westen er doorgaans van in het Midden-Oosten. Irak, Syrië, Libië, en nu natuurlijk ook Afghanistan: op de lange termijn brengt westers ingrijpen zelden iets goeds tot stand.
Ik zeg dat met pijn in het hart, want zónder ingrijpen waren die landen nu ook niet bepaald lustoorden te noemen. Integendeel; er waren soms goede redenen voor die interventies, te beginnen met het straffen van de daders van 9/11. (Al werd er door de Amerikanen soms gewoon keihard gelogen om westerse regeringen mee te krijgen in een coalitie, zoals in het geval van Irak.)
Mijn hartzeer over de westerse fiasco’s in het Midden-Oosten wordt nog versterkt als je de alternatieven bekijkt. Het Midden-Oosten was de achterliggende twintig jaar ook het toneel van de opkomst van China in de regio. Het land heeft een niet te lessen dorst naar olie, en bijna de helft van de Chinese olie-import komt uit het Midden-Oosten – vooral uit de Golfstaten.
China heeft dus redenen om zijn positie in de regio te verstevigen. Daar komt nog bij dat China, anders dan het Westen, niet moeilijk doet over mensenrechtenschendingen of dictatoriaal gedrag.
Ik weet het, het Westen heeft zich net zo goed schuldig gemaakt aan het steunen van dictators in het Midden-Oosten. En met de Verenigde Staten voorop heeft het zich eveneens schuldig gemaakt aan mensenrechtenschendingen – de gruwelen van Guantanamo Bay en Abu Ghraib zijn slechts een tipje van de sluier.
Maar toch. Vraag het op straat in Damascus, in Bagdad, in Kabul. Het land waar mensen nog altijd heen willen is niet China, maar de Verenigde Staten. Omdat waarden van vrijheid en rechtvaardigheid uiteindelijk toch dieper gaan dan de belofte van economische welvaart onder een autocratisch regime. Zelfs twintig jaren van westerse blunders in het Midden-Oosten hebben dat niet kunnen veranderen.