Hersteld Hervormd Seminarium begint met acht nieuwe studenten
De vraag naar de verhouding tussen het Oude en Nieuwe Testament is „een heikele kwestie.” Bij de beantwoording ervan staat „veel op het spel”, zei dr. C. P. de Boer bij de opening van het academisch jaar van het Hersteld Hervormd Seminarium (HHS). De opening had vrijdagavond plaats in Elspeet.
Dr. De Boer, sinds mei docent ambachtelijke exegese, Bijbelse theologie en hermeneutiek aan het HHS, gaf in zijn lezing aan dat de vraag naar de verhouding tussen het Oude en Nieuwe Testament in de loop der tijd verschillend is beantwoord. Zo wees hij op Marcion die stelde dat het Oude Testament voor de Joden is die een andere God dienen dan christenen.
De vraag ”Waartoe het Oude Testament?” raakt direct de prediking van het eerste deel van de Schrift, merkte dr. De Boer op. „Wanneer de kerk in Westen het Oude Testament opnieuw selectief gebruikt, negeert of zelfs loslaat, verstaat zij het Nieuwe Testament niet. In het ergste geval houdt zij op kerk te zijn.”
Het losraken van het Oude en Nieuw Testament van de kerk in het Westen zal „grote gevolgen voor de samenleving hebben, maar niet minder voor Israël. Een van de directe gevolgen daarvan is dat het Joodse volk in het West-Europa weer alleen tegenover de rest van de samenleving komt te staan. Dat wat zichzelf dan nog kerk noemt, zal opnieuw in Jezus’ naam Israël het recht op zijn bestaan ontzeggen en als het lukt ontnemen.”
Dr. De Boer gaf aan dat het Nieuwe Testament de betekenis van het Oude Testament onthult. „Tegelijkertijd is er in het Nieuwe Testament net als in het Oude Testament ook sprake van verhulling.” Hij ging uitvoerig in op Paulus’ omgang met het Oude Testament in 1 Korinthe 15: 23-28. Daarbij stelde hij de vraag: „Wie is die Koning die moet regeren? De Vader of de Zoon?” Na een literaire analyse belichtte hij Paulus’ omgang met de Schrift. Tot slot analyseerde hij het betoog van de apostel inhoudelijk.
De predikant concludeerde dat de woorden „want Hij moet als Koning heersen, totdat Hij al de vijanden aan Zijn voeten onderworpen heeft” op zowel de Vader als op de Zoon moeten worden toegepast. „Beiden treden als Koning op, beiden realiseren elk in zijn eigen rol het koninkrijk, beiden onderwerpen alles aan zich, beiden zitten op dezelfde troon, beiden delen in dezelfde heerlijkheid en beiden heersen als Koning, nu en straks.”
Wie God is wanneer ten slotte de Zoon zichzelf ondergeschikt heeft aan de Vader, is nu nog verhuld. „Deze verhulling vervult ons hart met heimwee en verlangen naar de komst van Gods Koninkrijk, naar de volkomen aanbidding van God.”
Aan het HHS studeren dit seizoen circa vijftig studenten, onder wie acht nieuwe studenten.
