Situatie christenen in India verder onder druk
De godsdienstvrijheid voor christenen in India is het afgelopen half jaar, tijdens de coronapandemie die het land trof, verslechterd.
In de eerste helft van 2021 vonden 145 geregistreerde incidenten tegen christenen in India plaats. Dat zijn er tien meer dan in dezelfde periode vorig jaar. Dat blijkt uit een rapport over godsdienstvrijheid in India van de Indiase Evangelische Alliantie. De Duitse nieuwsdienst Idea berichtte daar onlangs over.
De meeste incidenten tegen christenen bestonden uit valse beschuldigingen en arrestaties (43 gevallen), bedreigingen en intimidaties (24 gevallen), fysiek geweld (21 gevallen) en sociale uitsluiting en boycots (20 gevallen). Verder vonden er in het afgelopen half jaar veertien onderbrekingen van kerkdiensten plaats, elf haatcampagnes, vijf gevallen van vandalisme en werden er drie verwoeste kerkgebouwen gemeld. Drie christenen werden vermoord vanwege hun geloof. Eén keer werd er volgens het rapport een slachtoffer van geweld gearresteerd in plaats van de dader.
De twee Indiase deelstaten Madhya Pradesh en Uttar Pradesh zijn het gevaarlijkst voor christenen. Incidenten tegen christenen worden in India niet vaak bestraft. Als reden voor het geweld noemt het rapport „een klimaat van gerichte haat.” Bovendien wordt geweld tegen christenen nog steeds gestimuleerd door de overheid, zodat aanvallers vaak ongestraft blijven.
De anti-bekeringswetten in acht Indiase staten hebben de haat tegen christenen en tegen moslims vergroot, aldus de onderzoekers. Christenen mogen volgens die wetten geen activiteiten ondernemen om niet-christenen tot hun godsdienst te bekeren. De wetten worden volgens het rapport vaak gebruikt om valse beschuldigingen in te brengen tegen de christelijke minderheid. Secretaris-generaal Lal van de Indiase Evangelische Alliantie: „Elke bekering wordt als onnodig gezien en met wantrouwen bekeken. Bekeringen worden als voorwendsel gebruikt om christenen met geweld en via juridische procedures te vervolgen”