Meer incidenten tegen moslims
Het aantal klachten over anti–islamitische uitingen sinds de moord op Theo van Gogh is volgens diverse organisaties toegenomen. Bij de Landelijke Vereniging van Anti Discriminatie Bureaus en Meldpunten staat de teller bijvoorbeeld op tachtig. Dat is een „flinke toename", aldus voorzitter J. Silversmith vrijdag.
De meldingen betreffen voornamelijk pogingen tot brandstichting, bekladdingen, sms–terreur en verbaal geweld. De woordvoerster denkt dat het werkelijke aantal incidenten veel groter is. „Bij moslims heerst in het algemeen een lagere meldingsbereidheid dan bij andere geloofsgemeenschappen", stelt Silversmith.
A. Tonca, voorzitter van het Contactorgaan Moslims en Overheid (CMO), denkt ook dat moslims vaker worden geconfronteerd met verbaal geweld dan tot nu toe is geregistreerd. Incidenten worden vaker gemeld bij de lokale moskee–organisaties dan bij de meldpunten voor discriminatie, weet de CMO–voorzitter. Daaruit blijkt dat vooral vrouwen met een hoofddoek het op straat moeten ontgelden. „Gehoofddoekte vrouwen vallen als islamitisch op in het openbare leven. Daarom richten uitingen van agressie zich onevenredig veel tegen hen."
Volgens Tonca denken veel moslims dat het geen zin heeft om melding te doen van anti–islamitische uitingen. De daders zijn meestal willekeurige voorbijgangers en dus volstrekt onbekend. „En al zou de dader bekend zijn, dan blijft het heel moeilijk om aan te tonen dat iemand je heeft uitgescholden", aldus de voorman.
M. Sini, voorzitter van Islam en Burgerschap, kent ook de lage meldingsbereidheid onder moslims. Volgens de voorzitter zijn anti–islamitische uitingen aan de orde van de dag. „Moslims zijn daarom niet geneigd om bijzondere aandacht te besteden aan incidenten. Ze zijn er aan gewend geraakt", aldus Sini.