Bos bepleit uitstel motie godslastering
PvdA-leider Bos dringt er bij D66 op aan de motie over het verbod op godslastering uit te stellen. Zowel bij aanvaarding als bij afwijzing wordt volgens hem een verkeerd signaal gegeven.
Bos vindt het „redelijk gênant” dat er een discussie is ontstaan „die veel breder en groter is dan het schrappen van een artikel dat drie keer in een hele eeuw is gebruikt en eigenlijk geen effect heeft gehad.” Hij zei dat donderdagavond in het tv-programma NOVA.
Binnen de PvdA-fractie ontstaat steeds meer verzet tegen de motie. Vooral het tijdstip waarop de discussie wordt gevoerd, zo kort na de moord op Van Gogh, vinden nogal wat fractieleden ongelukkig. Een woordvoerder van Bos benadrukt dat niet vaststaat wat de fractie doet als de motie toch in stemming wordt gebracht.
Als de motie wordt aangenomen, geeft dat volgens Bos „een verkeerd signaal aan mensen die toch al in de hoek gezet worden vanwege hun geloof.” Afwijzing geeft evenwel „een verkeerd signaal aan mensen die misstanden aan de kaak proberen te stellen die onder het mom van een geloof worden begaan.”
Daarom zou het volgens Bos van wijsheid getuigen als de Kamer zich nu niet met de kwestie bezighield. De PvdA heeft het lot van de motie in handen. De indiener van de motie, D66-kamerlid Van der Laan, zei vanochtend dat ze geen reden ziet voor uitstel.
Ook binnen GroenLinks is geen eenstemmigheid over de motie. Kamerlid Vos ondertekende de motie, maar haar fractiegenoten Karimi en Azough delen de huidige bezwaren van Bos.
Minister De Graaf van Bestuurlijke Vernieuwing erkende donderdag dat hem vorige week een versie van de brief van de ministers Donner, Remkes en Verdonk is voorgehouden die afwijkt van de definitieve versie. De passage waarin een onderzoek wordt aangekondigd naar een mogelijke verruiming van de strafbaarstelling van belediging en godslastering, ontbrak. „Het (onderzoek, red.) was nieuw voor mij”, aldus De Graaf.
Met het onderzoek zei hij goed te kunnen leven. Daarbij tekende hij aan dat tot nu toe de noodzaak van aanscherping van de desbetreffende wettelijke bepalingen niet is aangetoond. Donner heeft volgens hem vooral bedoeld dat het openbaar ministerie vaker in actie moet komen tegen beledigingen en dergelijke.
Donner weersprak woensdag een NRC Handelsblad-publicatie waarin wordt gesteld dat de bewindsman de passage over het onderzoek naar belediging en godslastering pas op het laatste moment aan de brief zou hebben toegevoegd. Iedere overeenkomst van de publicatie met de werkelijkheid berust naar zijn zeggen op toeval.