„Je wilt niet te vroeg naar het ziekenhuis gaan met klachten, maar ook zeker niet te laat – het is nog zo’n jonge baby”, schetst Mirjan Houtman het dilemma van een bezorgde ouder. Op de achtergrond hoest haar zoontje Jeftha. Bij hem werd vorige week, vijf weken na zijn geboorte, besmetting met het RS-virus vastgesteld.

Een aanzienlijk deel van de kinderen heeft weinig last van het verkoudheidsvirus, maar iedere winter wordt een groot deel van de kinder-ic’s in beslag genomen door patiëntjes die ondersteuning nodig hebben bij het ademhalen. Met uitzondering van afgelopen winter: dankzij de coronamaatregelen werd het RS-virus bijna niet overgedragen. In juni brak de jaarlijkse epidemie alsnog uit.

Spoedeisend

Veel ouders bezoeken met hun benauwde kind de spoedeisende hulp. In de week van 5 juli werden 139 infecties met het virus gemeld. Een klein deel komt terecht op een ziekenhuisafdeling of zelfs de ic. Ook het Emma Kinderziekenhuis in Amsterdam heeft te maken met de voor het seizoen ongebruikelijke toename, vertelde kinderarts Hans van Goudoever maandag op Radio 1: op zestig procent van de ic-kinderbedden ligt daar nu een kind aan de beademing. „Daardoor moesten we afgelopen en komende week alle niet-spoedeisende operaties doorschuiven.”

De kleine Jeftha hoefde niet in het ziekenhuis te overnachten. Hij werd na een controle door de kinderarts weer naar huis gestuurd. „Het is een machteloos gevoel je baby zo extreem benauwd te zien”, vertelt zijn moeder. Omdat Houtman zelf in afwachting was van een coronatest, mocht ze niet mee naar het ziekenhuis. „Hij liep rood aan, had een grauwe kleur rondom zijn mond en maakte zulke rare geluiden dat ik dacht dat hij zou stikken. Bij elke nachtelijke hoestbui zat ik rechtop in mijn bed.”

Op aanraden van de huisartsenpost spoten vader en moeder Houtman een zoutoplossing in Jeftha’s neusje en verdunden ze zijn voedingen. „Verder kun je eigenlijk niets doen, hoorden we in het ziekenhuis. Het is een kwestie van uitzieken.” Inmiddels gaat het beter. In Houtmans omgeving zijn veel RS-besmettingen. Ze hoopt dat de epidemie snel ten einde komt. „Dit gun je niemand.”

Epidemie

Omdat kinderen vanwege vakanties minder in aanraking komen met leeftijdsgenoten, is er kans dat de besmettingen deze zomer niet verder toenemen en wellicht zelfs dalen, denkt Jojanneke van Summeren, onderzoeker Rampen en Milieudreigingen bij het Nivel. „Maar de verwachting is wel dat het RS-virus actief blijft tot de start van de nieuwe epidemie in de winter. Dat scenario zien we in landen als Australië en Zuid-Afrika, waar ze nu in de winterperiode zitten.”

Een RS-vaccin kan naar verwachting over een jaar of twee ingezet worden. Dat coronavaccins zo veel sneller konden worden ontwikkeld, komt omdat daarvoor enorme groepen patiënten beschikbaar waren om te kunnen testen, legt Van Summeren uit. „Zó veel kinderen met het RS-virus zijn er gelukkig niet. Maar wellicht zal het advies van de Gezondheidsraad over de vaccinatie wel eerder komen dan voor de coronacrisis gebruikelijk was.”

Het ministerie van Volksgezondheid bepaalt daarna of het vaccin wordt toegevoegd aan het vaccinatieprogramma.