Opinie
Stikstofrapporten drama voor boer en natuur

Bijna alle stikstofrapporten zijn papieren tijgers, gebaseerd op simplistische rekenmodellen. Als je de Nederlandse natuurambities in die rekenmodellen invoert, zou bijvoorbeeld ook de Afsluitdijk eruit moeten.

Geesje Rotgers
„Het is te gemakkelijk om een slechte natuurkwaliteit toe te schrijven aan stikstof en boeren.” Foto: boeren demonstreren vorige week in Den Bosch tegen het stikstofbeleid van het kabinet. beeld ANP, Rob Engelaar
„Het is te gemakkelijk om een slechte natuurkwaliteit toe te schrijven aan stikstof en boeren.” Foto: boeren demonstreren vorige week in Den Bosch tegen het stikstofbeleid van het kabinet. beeld ANP, Rob Engelaar

In theorie ziet het rapport ”Naar een ontspannen Nederland” van Jan Willem Erisman en Berno Strootman er perspectiefvol uit. Landbouweconoom Roel Jongeneel roemde de aanpak, waarbij naast stikstof ook andere problematieken van het platteland worden aangepakt (RD 7-7).

In de praktijk echter zal het advies eerder een drama worden. Erisman en Strootman baseren zich namelijk op een papieren werkelijkheid, op gesimplificeerde rekenmodellen. Daarbij onderbouwen zij hun uitspraken ”goed voor de natuur” en ”goed voor de boer” niet. Gaat de soortenrijkdom in de natuur hiermee toenemen? Hoeveel dichter brengt dit plan ons bij de gewenste natuurkwaliteit? En wat zijn de economische gevolgen voor de boeren en de van hen afhankelijke bedrijfstakken? Het is niet uitgezocht.

Dit is wederom een plan waarbij alleen de maatregelen en kosten voor de overheid in beeld zijn gebracht, maar niet de baten voor de natuurkwaliteit zelf, noch de economische gevolgen voor de landbouw. Dit typeert bijna alle stikstofrapporten. Het zijn papieren tijgers, die ver afstaan van de werkelijkheid.

Per definitie onhaalbaar

Anderhalf jaar geleden schreef ik: „Als alle koeien weg zijn uit Nederland, er geen auto meer op de weg rijdt, elke fabriek is gesloten en de laatste mens geëmigreerd, dan nóg worden de stikstofnormen in talrijke natuurgebieden overschreden.” Is dit opzienbarend? Welnee, als je het natuurbeleid baseert op een simplistisch rekenmodel, zoals Nederland doet, kun je zoiets gewoon uitrekenen.

Recent kwam het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), een adviesorgaan van de overheid, met zijn beleidsadvies aan een volgend kabinet in ”Naar een uitweg uit de stikstofcrisis”. Ook het PBL constateert kortweg dat, als Nederland zo strak blijft vasthouden aan zijn stikstofbeleid (lees: rekenmodellen) als nu, het gevolg is dat er in grote delen van Gelderland, Overijssel en Brabant nagenoeg geen ruimte meer zal zijn voor landbouw. Het PBL adviseert breder te kijken dan stikstof; de Europese regels stellen immers niet stikstof maar natuurkwaliteit centraal.

Ongelooflijk. Het PBL weet al jaren dat de stikstofdoelen in grote delen van Nederland per definitie onhaalbaar zijn. Waarom hier nu pas mee komen? Waarom nádat de Tweede en Eerste Kamer hebben besloten over de stikstofwet? En niet daarvóór? Dan hadden politici dit gegeven kunnen meewegen.

Als je de Nederlandse natuurambities invoert in de rekenmodellen, dan kun je uitrekenen wat de consequenties zijn. Dan weet je dat je er met het afschaffen van de landbouw niet bent, dan moet er veel meer gebeuren, onder meer met de grondwaterstanden. Dan zal ook de Afsluitdijk eruit moeten, net als sommige laaggelegen dorpen, om enkele voorbeelden te noemen.

Controle op natuurambities

Nederland heeft zijn rekenmodellen op een voetstuk gezet binnen het natuurbeleid en raakte daardoor het zicht en de controle op de natuur kwijt. Die controle begint wat mij betreft met een check of de natuur die op papier staat ingetekend ook echt bestaat. Bij onze checks ontdekten we dat er heel wat wensnatuur is ingetekend; dat zijn arealen waar natuurorganisaties natuur willen ontwikkelen, geen ‘gewone’ natuur maar stikstofgevoelige natuur, waarvoor boeren in de buurt moeten wijken. Inmiddels hebben meerdere provincies toegegeven ten onrechte stikstofgevoelige natuur te hebben ingetekend; die zal worden geschrapt, zegt men.

Tot slot onze natuurcheck in het Wierdense veld in Overijssel, waar transparantie een ding is. Voor behoud en herstel van het hoogveen in dit natuurgebied is zo’n 40 miljoen euro nodig. Voor dit geld moeten onder meer boerderijen in de omgeving worden uitgekocht. Op de officiële natuurkaart staat een stukje actief hoogveen ingetekend van exact 108 vierkante meter, zo’n 10 bij 10 meter dus. Ondanks de ronkende teksten over het actieve hoogveen op de website van Overijssels Landschap vroeg ik mij af of dit hoogveen echt bestaat. Ik nam contact op met de natuurorganisatie, die daarna wekenlang alles probeerde om publicatie over het actieve hoogveen te verhinderen. Tegen het gebiedsverbod in ben ik uiteindelijk met twee zeer ervaren ecologen tóch het gebied ingegaan. Wat troffen wij aan op de bewuste plek? In ieder geval niet datgene waarmee geadverteerd wordt door natuurorganisatie en overheid. Wat wij zagen was wensnatuur, geen 108 vierkante meter actief hoogveen. Ook zagen wij veel spontaan opkomende bomen en struiken, waaronder schadelijke bospest, die het gebied langzaam in bezit nemen.

Slecht natuurbeheer

Het is te gemakkelijk om een slechte natuurkwaliteit toe te schrijven aan stikstof en boeren. Onhaalbare natuurdoelen en slecht beheer worden zelden genoemd als oorzaak van het niet halen van de gewenste biodiversiteit. Het wordt hoog tijd dat er in de natuur zelf wordt gekeken en transparant(!) wordt gecontroleerd, om erachter te komen waarom Nederland de natuurdoelen niet haalt. Dat doe je niet vanachter het bureau met een rekenmodel dat de boer zonder meer als dader aanwijst.

De auteur is onderzoeksjournalist bij Agrifacts.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer