„Vaccinatie onttrekt minderjarigen niet aan ouderlijk gezag”
Wees terughoudend met het tegen corona vaccineren van gezonde tieners, want aan elke medische handeling kleeft een risico. Dat zegt Astrid Bokhorst van de NPV-zorg voor het leven. Godsdienstpedagoog Gerdien Bertram-Troost vindt het goed dat jongeren de keuze krijgen zich te laten prikken.
De spannendste vraag rond de vaccinatie van gezonde 12- tot 17-jarigen is de proportionaliteit ervan, vindt Bokhorst. Juist die leeftijdsgroep heeft het minst last van het virus en daarom stelt de NPV vragen bij de vaccinatie-uitnodiging van deze jongeren. „Voor ons is het belangrijk dat ze er baat bij hebben”, zegt Bokhorst. „Fysiek is dat nauwelijks het geval, aangezien jongeren doorgaans niet heel ziek worden van corona. Maar mentaal is een ander verhaal. Het vaccineren van jongeren kan beperkingen voorkomen. En juist de jeugd heeft last van maatregelen. Maar als de vaccinatie van tieners dit niet voorkomt, hoeven jongeren de prik niet te halen.”
Aan elke medische handeling kleven risico’s, stelt Bokhorst, en daarom is het belangrijk dat jongeren zelf baat hebben bij een prik. „Het risico bij vaccineren is klein, maar willen we jongeren eraan blootstellen? Dat geldt ook voor volwassenen, maar bij hen kan corona ernstiger uitpakken.”
Gezonde jongeren die een prik tegen corona halen, nemen een persoonlijk risico met het oog op de samenleving, erkent Gerdien Bertram-Troost, hoogleraar onderwijs in levensbeschouwelijk en pedagogisch perspectief aan de VU. Desondanks moet de maatschappij hun die keuze laten, vindt ze. „Mijn zoon van 12 en dochter van 14 vonden het vreemd dat ze eerst niet eens de kans kregen om zich te laten prikken. Het geeft aan dat het coronabeleid niet gericht is op jongeren. Ze moeten nu onbeschermd in een vol klaslokaal zitten. Nu ze de keuze krijgen, zitten ze alsnog in dat volle lokaal, maar dan zijn ze wel gevaccineerd.”
Bovendien is het niet erg als jongeren kiezen in het belang van de samenleving, betoogt Bertram-Troost. „Vanuit hun ontwikkelingsfase zijn ze behoorlijk op zichzelf gericht. Terwijl keuzes voor het welzijn van de ander heel goed zijn.”
NPV-woordvoerder Bokhorst benadrukt in het komen tot de keuze voor de prik op het belang van het gesprek met ouders. Ook in de wet is een belangrijke rol weggelegd voor de ouders van jongeren van 12 en tot en met 15 bij een medische handeling. Alleen als het kind ernstig nadeel ondervindt van de keuze van de ouders, is de mening van het kind leidend. Bokhorst denkt niet dat dit aan de orde is, omdat een gezond kind geen ernstig nadeel ondervindt als het geen vaccin krijgt. Daarnaast geeft de wet een kind van 12 jaar of ouder nog altijd de mogelijkheid om de wil van de ouders te omzeilen, als het een behandeling weloverwogen blijft wensen.
Onttrekt deze wet jongeren niet aan het ouderlijk gezag? Volgens Bertram-Troost loopt het zo’n vaart niet. „Als een kind 12 wordt, komen ouders gelukkig geleidelijk meer op afstand te staan. Uiteindelijk is opvoeding gericht op de zelfstandigheid van het kind.”