Efeze was voor de komst van Gods knechten het domein van de duisternis. Ja, er was een synagoge, maar ook daar was de leer van vrije genade verduisterd. Satan had velen in zijn macht; sommigen via een godsdienstig systeem en vele anderen waren in de ban van occulte en/of economische machten. De godin Diana werd gediend, maar in feite gaat het in alle afgodendienst om het eigen ik. Paulus schrijft later: „Daar gij dood waart door de misdaden en de zonden” (Ef. 2:1b) en „Doende de wil des vleses en der gedachten” (Ef. 2:3). Er is niets nieuws onder de zon. De tactieken van destijds gebruikt satan nog. Wie dit onderschat, heeft bij voorbaat verloren en dat zal tot de eeuwige verlorenheid leiden.

Met de komst van predikers als Paulus was er vanwege Gods barmhartigheid een omslag gekomen. Satan probeerde via zeven Joodse duivelbezweerders door middel van imiteren de ingang van het Evangelie te voorkomen. De Naam van Jezus werd genoemd, maar het ging niet om de verheerlijking van Hem, maar om de eigen naam en zaak. De kracht van de Heilige Geest bleek echter groter te zijn dan die van satan. De ontmaskering maakte diepe indruk op Joden en Grieken. In een Engelse Bijbelverklaring wordt het zo verwoord: „God heeft de kunstenarijen van satan tot vernieling van zijn eigen zaak en koninkrijk verkeerd.” Hoe groot is God!

Het Woord des Heeren wies met macht en nam de overhand. Het kwam openbaar in het grootmaken van de Naam van de Heere Jezus. Een kenmerkend aspect van het werk van de Heilige Geest. Hij bepaalt bij de vreselijke werkelijkheid van de zonde, maar ook bij de gepastheid en dierbaarheid van Christus en over beide zaken wordt op enig moment ook gesproken. Het blijft niet bij woorden; er zullen ook daden zicht- en merkbaar worden. Bekering is in de eerste plaats een zaak van het hart, maar in de tweede plaats ook een zaak van het concrete leven. In Efeze blijkt dat de kracht van het occulte, maar niet minder de kracht van geld en goed hun invloed verloren hebben. Met vreugde en in verwondering werd afstand gedaan van boeken die hiervoor als zeer waardevol en kostbaar werden gezien. De boeken werden niet ergens bewaard of verkocht, maar vernietigd. Wat voor mij niet goed is, is ook schadelijk voor een ander, zo zal er gedacht zijn. Er kon niet langer sprake zijn van toewijding aan satan en hiervoor in de plaats is de toewijding aan God gekomen.

Wat doet het u als u in gedachten deze bijzondere brandstapel gadeslaat? Misschien denkt u aan uw internetgebruik. Of u denkt terug aan een periode in uw leven dat u zonde als schadelijk en schandelijk ervoer en er niet mee door kon leven. Inmiddels is er verslapping opgetreden en dan wordt u door deze geschiedenis vermaand tot bekering. U kunt het niet in eigen kracht en bidt daarom om de Heilige Geest, Die het destijds heeft bewerkt. Dit geldt ook voor diegenen die nog nooit bevrijding van zonden hebben beleefd. U wordt niet op uzelf teruggeworpen, maar op de Heilige Geest, Die door het overdenken van deze tekst belijdenis, vergeving en bekering van zonden kan en wil bewerken.