Een tehuis in de Haagse rosse buurt
Hij heeft een droom: een kerk, een tehuis in de Haagse rosse buurt. „Het mag een echte stadsgemeente worden. Als de residentiële prostituees maar welkom zijn.” Het wolkje als eens mans hand is voor hem al zichtbaar. „Nu, na Pasen, krijgt het nog meer vorm.”
De droom van de Nederlands gereformeerde predikant P. Strating uit Rijswijk ontstond mede door het evangelisatiewerk van het interkerkelijke pastoraal centrum De Haven onder prostituees. Intussen wordt dat werk gedragen door een regionale interkerkelijke stichting. Daarin participeren Nederlands gereformeerde en christelijke gereformeerde kerken, een vrijgemaakte kerk en hervormd-gereformeerd Den Haag. De gereformeerde gemeente van Scheveningen neemt als waarnemer deel.
Het werk van De Haven bestaat uit twee poten. Evangelisatie onder prostituees, de kern van het werk, is de eerste. De tweede poot, die meer en meer als een aparte moet worden gezien, is het opzetten van een gemeente in de Haagse Schildersbuurt, die, met de omliggende wijken erbij, 80.000 inwoners telt. Dit werk wordt tot nu toe, als het gaat om de ambtelijke presentie, gedragen door de Nederlands gereformeerde kerk van Rijswijk.
Voor het evangelisatiewerk onder prostituees zijn twee betaalde krachten in dienst, samen goed voor twintig uur. Daarnaast zijn er ruim twintig vrouwelijke vrijwilligers. Ds. Strating wordt door zijn kerkenraad voor een dag afgestaan aan dit werk.
Ervaring in het evangelisatiewerk deed ds. Strating in zijn jonge jaren op op camping Ockenburg in Den Haag. Uiteindelijk besloot hij dicht bij station Hollands Spoor, dus aan de rand van de rosse buurt, te gaan wonen. „Ik weet nog hoe het me aangreep toen ik al die prostituees zag. Vooral de mannen die daar rondliepen; de prostituees stonden te ver van me af. Ik wilde zo veel mogelijk bij hen vandaan blijven.”
Het werd voor Strating „een gebedszaak.” Met onder meer traktaten van Gospel for Guests en in gezelschap van een vrouw uit de gemeente van Johan Maasbach benaderde hij vooral de mannen die de rosse buurt bezochten. „Jarenlang stonden we op de hoek van de straat. We kregen maar moeilijk contact. Totdat enkele prostituees ons eens vroegen waar we mee bezig waren. Onder hen kregen we daarna grote ingang.”
Als kandidaat nam hij een beroep aan naar Katwijk aan Zee. Vanuit die plaats bleef hij betrokken bij het werk in Den Haag. Ondertussen studeerde hij af bij de vrijgemaakt gereformeerde prof. J. van Bruggen. In die periode ontmoette hij ook Theo Visser, tegenwoordig werkzaam bij de International Christian Fellowship in Rotterdam. Het werk van ICF is enigszins vergelijkbaar met de tweede poot aan het Haagse werk, het opzetten van een gemeente.
Steeds meer kreeg het evangelisatiewerk ingang onder de publieke vrouwen. „Pooiers legden nooit een strobreed in de weg. Wij vormen geen bedreiging, zoals indertijd de Middernachtzending. Mensen zoals Heldring en Pierson zorgden er toen voor dat mannen zich nauwelijks nog bij de prostituees durfden te vertonen. Maar zo gaat het niet meer.”
De burgerlijke overheid investeert via het maatschappelijke werk veel energie in de Schilderswijk, constateert ds. Strating. „Maar onze vrijwilligers hebben een eigen insteek en kunnen dingen oppakken waar beroepshulpverleners niet aan toe komen. Als het nodig is, raadplegen we hen.”
De opheffing van het bordeelverbod, twee jaar geleden, had grote gevolgen voor het werk van De Haven. „Voor de prostituees is er sindsdien wel wat ten voordele veranderd. Vroeger waren hier honderden illegale vrouwen die soms onder erbarmelijke omstandigheden werkten. Sommigen zagen nooit het daglicht. Maar alle illegalen zijn van de straat geveegd en de politie is streng tegen de bordeelhouders op gaan treden”, zegt de predikant.
„De grote schaduwkant is echter dat er geen zicht meer is op degenen die verdwijnen. Die zijn het land uitgezet, of verder verdwenen in de illegaliteit. Triest is het dat juist de slachtoffers zijn gepakt en, net als bij de bolletjesslikkers, niet de top van de organisatie. Maar over het algemeen zijn degenen die hier nu werken er vrijwillig. Doordat een goed gebruik wordt gemaakt van de wet, kan veel leed worden voorkomen. Zo kunnen er nu eisen worden gesteld aan de toegankelijkheid van de bordelen voor de hulpverlening.”
Evangeliseren onder prostituees is en blijft vrouwenwerk, stelt ds. Strating. „De medewerksters komen globaal gesproken uit de kring van de aangesloten kerken. Het werk is na de regulering van de prostitutie anders geworden. Vroeger vond men aansluiting bij veel Zuid-Amerikaanse en Afrikaanse vrouwen die een sterk religieus besef hadden. Nu komen we vrouwen tegen die bewust voor dit werk hebben gekozen. Loskomen uit het milieu blijkt ongelooflijk moeilijk. Wellicht speelt schaamtegevoel een rol. Of is prostitutie zo verslavend dat men er moeilijk van loskomt?”
Ds. Strating: „Ik sprak een Afrikaanse vrouw met een sterk zondebesef. Ze vreesde voor eeuwig verloren te gaan. Haar omstandigheden zijn van dien aard dat het vrijwel onmogelijk is uit het werk te stappen. Je hoopt dat altijd wel, maar je ziet zo weinig effect. Op zo’n moment put ik troost uit het Woord. In Hosea 4:14 staat zo’n prachtige passage. God doet over de dochters van Zijn volk geen bezoeking omdat zij hoereren. Maar wel over mensen die hoererij instandhouden. In de reformatorische gezindte hebben we veel oog voor het kwaad, voor de zonde die we als individuele zondaar doen. Maar soms is er te weinig oog voor de zondige structuren waaraan mensen zich niet altijd kunnen ontworstelen. Prostituees komen hier voor bijbelstudie. Dan verlang ik soms wel eens te zijn als Jezus, Die het leven van mensen radicaal omzette. Kon ik hun maar zo’n nieuw leven geven. Dat kun je als mens niet. Maar we kunnen hen wel op Hem en Zijn bevrijdend Woord wijzen.”
De Haven probeert ook actief te zijn onder de buurtbewoners in de Schilderswijk. Inmiddels zijn er twee bijbelgroepen, waar in totaal dertig mensen komen en waaruit al zo’n vijftig contacten zijn ontstaan. Strating: „Afgelopen Kerst hadden we de basisschool afgehuurd, omdat we zeker vijftig mensen verwachtten. Het werden er honderd.” Voor hem was het een bevestiging dat er in de wijk een kerk moest komen waar de hele buurt, inclusief prostituees, welkom is. „Er kwam hier een jonge vrouw. Ze is van hervormden huize, haar man heeft een rooms-katholieke achtergrond. Ze wilde zich laten dopen. Toen ik haar wees op de bestaande kerken, zei ze dat ze daar niets mee had. Met ons had wel iets: De Haven is haar kerk. Onder de ambtelijke verantwoordelijkheid van mijn kerk is ze toen hier in de wijk gedoopt. Dat is toch mooi!”