Kamer wil af van artikel over godslastering
Het ziet ernaar uit dat de Tweede Kamer het speciale artikel over smalende godslastering uit het wetboek van strafrecht wil halen. D66 dient woensdag een motie hiertoe in en die krijgt hoogstwaarschijnlijk steun van een meerderheid. Alleen de christelijke partijen CDA, ChristenUnie en SGP (samen 49 zetels) willen dat het artikel gehandhaafd blijft.
Dat bleek dinsdag tijdens het vragenuurtje waar de minister Donner (Justitie) en Verdonk (Vreemdelingenzaken en Integratie) aan de tand werden gevoeld over het kabinetsvoorstel om onderzoek te doen naar de juridische instrumenten om godslastering aan te pakken. Daarnaast lag Donner onder vuur, omdat hij dit weekeinde benadrukte dat het artikel over godslastering (art. 147) vaker kan worden toegepast.
Op de christelijke partijen na bestond veel weerstand tegen het moment en de manier waarop Donner dit naar voren bracht. „Wilt u zeggen dat Van Gogh te ver is gegaan? Wat voor signaal geeft uw opmerking aan extremisten? Bovendien schept het valse hoop, want uit de jurisprudentie blijkt dat het meestal niets oplevert”, zei D66–Tweede–Kamerlid Van der Laan.
VVD, SP, GroenLinks en LPF waren het roerend met D66 eens. Ook de PvdA is bereid het wetsartikel te schrappen, als blijkt dat het geen meerwaarde heeft, aldus PvdA–fractieleider Bos. Maar er mag volgens de sociaal–democraten geen signaal van uitgaan dat iedereen dan maar mag kwetsen om het kwetsen.
Het CDA noemde het „een bizarre bijkomstigheid” van deze discussie dat het artikel mogelijk geschrapt wordt. CDA–fractievoorzitter Verhagen maakt zich zorgen over de gevolgen hiervan voor de integratie en de verdraagzaamheid in de samenleving. Hij wil snel een brief hierover van het kabinet.
GroenLinks en de ChristenUnie verweten Verdonk nog dat zij een fout beeld creeërt als zij spreekt over een lagere tolerantiegraad van moslims, terwijl zij als integratieminister juist tegenstellingen moet overbruggen. Donner zei na afloop van het debatje het besluit van de Tweede Kamer af te wachten. „Er ligt nog geen tekst op tafel.” Hij wees er verder op dat een wet niet zomaar met een motie van tafel is te vegen.