Utrechts fietspad is te vol

Het drukste fietspad van Europa ligt in Utrecht, zegt ChristenUnie-gedeputeerde Arne Schaddelee. Dagelijks fietsen 51.000 mensen tussen Utrecht CS en Vredenburg. Ook in de rest van de provincie zijn de paden overvol. Er zijn zorgen over de veiligheid.

Fija Nijenhuis
11 June 2021 12:23
beeld Provincie Utrecht
beeld Provincie Utrecht

Het zou iets moois moeten zijn: al die mensen in Utrecht die de fiets verkiezen boven de vervuilende en ruimtevretende auto. Het verminderen van autoverkeer is precies wat overheden al jaren willen, zeker in de steden. Maar veel fietspaden zijn totaal niet berekend op het huidige aantal gebruikers, die er ook nog eens verschillende snelheden op nahouden. Van alle fietspaden in de provincie Utrecht is 55 procent volgens de huidige richtlijnen te smal. Dit blijkt uit onderzoek dat de provincie heeft laten uitvoeren.

De verwachting is dat de groei van het aantal fietsers in de provincie nog wel even doorgaat. „Dat resulteert in ongeveer 75 procent meer fietsritten in 2040, ten opzichte van 2015”, zegt Schaddelee, in het provinciebestuur verantwoordelijk voor mobiliteit. Hoog tijd dus voor nieuwe paden, verbetering van routes en meer veiligheid. De provincie steekt er 98 miljoen euro in, een bedrag dat volgens de gedeputeerde gezien moet worden als „eerste aanzet.”

Op het eerste gezicht lijkt fietsen niet onveiliger te worden. In 2020 overleden in heel Nederland 229 mensen na een fietsongeval. Een derde van hen reed op een e-bike, bekend en berucht om de hoge snelheid die je ermee kunt maken, wat geregeld leidt tot ongevallen. Toch schommelen de cijfers van dodelijke fietsongevallen al jaren rond de 200.

Ook in de provincie Utrecht, zegt Schaddelee, is van een stijgende lijn geen sprake. „Vorig jaar kwamen er twaalf fietsers om het leven, maar terwijl het aantal fietsdoden gelijk blijft, daalt het aantal mensen dat omkomt bij een auto-ongeval jaar op jaar.”

De verklaring volgens Schaddelee: er zijn veel maatregelen genomen om de veiligheid op autowegen te vergroten. Anders is het bij de fietspaden. „Ik denk dat het land te klein zou zijn als 55 procent van de autowegen te smal blijkt te zijn”, zegt hij. Nu dat voor fietspaden geldt, valt de ophef erg mee.

De provincie zet zich nu in om fietspaden toekomstbestendig te maken. Burgers en bedrijven zijn gevraagd mee te denken. „Nieuwe dingen uitproberen is belangrijk, want je bent er niet met het breder maken van paden”, vindt Schaddelee.

Fietspad van de toekomst

In 2019 werd de wedstrijd ”Fietspad van de toekomst” gelanceerd. Die leverde 208 ideeën op en de winnende drie worden in de praktijk uitgeprobeerd. Met het eerste idee hebben inwoners van de provincie al kunnen kennismaken. Op een deel van het fietspad tussen Doorn en Leersum, langs de N225, verscheen afgelopen najaar een blauwe inhaalbaan. Die moest voor snelle fietsers het inhalen vergemakkelijken, vertelt projectleider Tineke de Jong-Mateboer. „We wilden zien of we een bestaand fietspad met een redelijk simpele ingreep konden verbeteren.”

Helaas: de blauwe baan –in de volksmond al snel smurfenpad genoemd– had niet het gewenste resultaat. Gebruikers vonden hem te smal om op in te halen, lieten ze weten in een enquête. Mislukt wil De Jong het idee echter niet noemen. „Uit metingen bleek dat fietsers door de baan wat meer aan de randen van het pad gingen rijden. Het pad werd dus beter benut en daardoor konden snelle fietsers beter inhalen. Maar mensen die al naast elkaar reden, bleven dat op het stuk met de blauwe baan gewoon doen. Ook leidde de inhaalbaan tot verwarring: wat moet ik hiermee, wat mag wel en wat mag niet? vroegen gebruikers zich af.”

Uit de reacties kwam ook een ander probleem duidelijk naar voren, vertelt De Jong. Er bleek een brede verzameling voertuigen van het pad gebruik te maken, met elk een eigen snelheid. De Jong somt op: „Je ziet op de N225 gewone fietsen, racefietsen, de snellere e-bikes, de nog snellere speedpedelecs, bakfietsen en elektrische bakfietsen. Al die verschillende snelheden veroorzaken onderling irritatie en zelfs conflicten.”

Blauwe inhaalbaan

De Universiteit van Amsterdam startte onlangs een onderzoek onder de titel ”Samen op het fietspad” om te kijken hoe de diverse fietspaden in Nederland benut worden. De Jong: „Op allerlei fietsroutes in Nederland wordt gekeken wat er precies gebeurt tussen fietsers, om welke groepen het gaat, hoe groot die groepen zijn en welke maatregelen er genomen kunnen worden. Ook de informatie die wij over de blauwe inhaalbaan verzamelden, wordt meegenomen.”

Het gedrag van medeweggebruikers valt gedeputeerde Schaddelee ook op als hij zelf op zijn e-bike door de provincie rijdt. „Er is onderling veel interactie tussen fietsers, er gebeurt heel veel in indirecte afstemming.” Dat is positief, vindt hij, „maar ik zie ook onveilig gedrag. Weinig mensen steken hun hand uit als ze afslaan. Of ze zijn al fietsend op hun telefoon bezig.” Hij herhaalt het nog maar eens: „Fietspaden breder maken is niet de enige oplossing voor een veiliger situatie. Ons gedrag is vaak de sleutel.”

Natuurtegels

Het ‘smurfenpad’ zullen we in Utrecht niet terugzien, denkt De Jong. „In elk geval niet op smalle fietspaden. Maar misschien kan het wel een oplossing voor bredere paden vormen.”

Voor het stuk langs de N225, onderdeel van de nog te ontwikkelen snelfietsroute tussen Utrecht en Wageningen, wordt nu gekeken naar een andere oplossing om fietsers meer ruimte te geven. Het lijkt er namelijk op dat het pad lastig te verbreden is vanwege de aanwezige bomen. „Wellicht kunnen we aan de randen een soort natuurtegels neerleggen”, oppert De Jong. „Zo’n natuurlijke uitwijkstrook is vooral handig als het druk is.” Op meer plekken wordt deze oplossing al gebruikt, ook rond autowegen. Er is zelfs een term voor bedacht: de vergevingsgezinde berm.

In natuurgebieden kan het „uit elkaar trekken van groepen fietsers” een oplossing zijn, vertelt projectleider De Jong verder. Korgezegd: elke soort fiets z’n eigen pad. „Mountainbikers hebben eigen routes in bossen gekregen. Hetzelfde kunnen we misschien doen voor bijvoorbeeld snelle fietsers.”

Boomveren

Op een ander gedeelte van de N225 wordt op dit moment het tweede winnende idee van de wedstrijd ”Fietspad van de toekomst” uitgevoerd. Op het pad bij Remmerden, ter hoogte van het bedrijventerrein, zijn de afgelopen weken aan beide kanten vijf boomveren geplaatst. „Dit idee kwam van een boomkweker”, vertelt De Jong.

Boomveren zijn lichtgewichtbomen die niet met hun wortels in de grond maar in een soort stellage staan. „Ze zijn vooral geschikt op plekken waar het lastig is gewone bomen te planten, bijvoorbeeld omdat er leidingen en kabels in de grond zitten. Bij veel wind kan er door die boomveren een windluwe oase ontstaan. Prettig voor fietsers”, legt De Jong uit. „Er zijn sensoren aanwezig die het mogelijk maken op afstand te zien of een boom water nodig heeft of gevoed moet worden. Het pompje dat het grondwater bij de boom brengt, kan ook op afstand worden bediend.”

De boomveren blijven twee jaar staan. „We willen kijken of ze door de beweging ook stroom kunnen opwekken. Daardoor is het misschien mogelijk dat de boom zelf water uit de grond kan pompen. En misschien kun je ook je elektrische fiets opladen op basis van de energie die een boom dankzij de wind opwekt.”

Botsingen

De vraag is of de boomveren straks ook dé oplossing gaan vormen voor fietspaden die vanwege bestaande, ‘gewone’ bomen, niet verbreed kunnen worden. „Dat is in principe niet aan de orde”, zegt De Jong. Ook Schaddelee denkt niet dat er bomen gaan sneuvelen om de fietspaden breder en dus veiliger te kunnen maken. „Als het gaat om veiligheid op fietspaden kijken we vooral naar kruisingen waar ook auto’s langskomen. Botsingen tussen fietsers onderling zijn minder snel levensbedreigend omdat de onderlinge snelheid niet zo groot is.”

Het meest ingewikkelde idee voor toekomstbestendige fietspaden is als laatste aan de beurt: het inrichten van fietsstraten in dorpskernen, waarin auto’s te gast zijn. „We zijn aan het onderzoeken óf en hóé we dit op de N225 kunnen uitvoeren”, vertelt De Jong. „We hebben Doorn, Leersum en Els op het oog.”

Waarom juist die plaatsen? De reden is onder meer dat de N225 door deze plaatsen loopt. Er wordt gekeken naar manieren waarop de fietsers in de dorpskernen op deze route zoveel mogelijk obstakelvrij kunnen rijden. Gehoopt wordt dat de tijdelijke fietsstraat nog dit jaar kan worden ingericht, zegt De Jong. Een langdurig experiment zal het niet worden. De projectleider denkt aan een paar weken.

Meer ruimte

Schaddelee noemt fietsstraten een grote uitdaging. „Maar je kunt er het provinciale fietsnetwerk mee versterken. Er zijn in de provincie al een paar van deze straten, zoals tussen Bunnik en Utrecht. Fietsstraten zijn een prima oplossing om de fietser meer ruimte te geven.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer