Onfeilbaar kenteken
Helaas, wat is er een menigte van blinde mensen die roemen dat ze het goede kennen en nochtans geen deel hebben aan de kennis van de wedergeborene. Zij kennen de zonden voor goed en hebben er in hun blindheid behagen in. Zij laten zich door de vermakelijkheden van het vlees zo verlokken dat zij zelfs heerlijkheid zien in datgene waarover een bekeerde zich schaamt, dewijl die het aanmerkt als vuile schande.Stinkende zonden zijn hun een aangename reuk en wanneer zij van Gods dienaren hierover worden aangesproken, zeggen zij: Wij hebben geen kwaad gedaan. Zodanige blinden zijn er zo veel, die over de gerustheid van hun ziel zingen en met bovennatuurlijke blindheid het deksel van hun ogen verzwaren. Het is zeker te vrezen dat God naar Zijn strenge gerechtigheid hen nooit geopende ogen van het verstand zal geven, maar blindheid tot blindheid zal toedoen. Zij zullen nooit met een afkerig oog hun zonden zien voordat het boek van hun geweten eens zal geopend worden om daarin het vonnis van de verdoemenis te lezen.
Het is een onfeilbaar kenteken van een kind van God een verlicht verstand te hebben en zodanige kennis van Gods heerlijkheid en liefelijkheid, en van hun aardse nietigheid als hen ter zaligheid nodig is.
Samuel Scherphof, predikant te Zuidland (Self-strijd van Paulus, 1668)