Kaag: formatie nog geen gelopen wedstrijd
De formatie van een nieuw kabinet waarin D66 deelneemt is nog niet beklonken, stelt D66-leider Sigrid Kaag. Ze reageert daarmee op een opmerking van DENK-fractievoorzitter Farid Azarkan, die tegen haar zei dat ze hoe dan ook vicepremier namens haar partij zal worden in een vierde kabinet van Mark Rutte. Maar de inhoudelijke verschillen tussen de VVD en D66 zijn groot, zegt ze. „De formatie is nog geen gelopen wedstrijd.”
Dat er nu al gesproken wordt welke „poppetjes” van de partijen belangrijke functies gaan vervullen, is volgens Kaag niet zo. Wel heeft ze een keer geluncht met Rutte op het Catshuis, en enkele keren „koffie gedronken” met hem. PVV-leider Geert Wilders vindt dit een voorbeeld van achterkamertjespolitiek, „U bent aan het ‘wheelen en dealen’ achter de schermen.” Maar Kaag wijst deze „achterdocht” van de hand. „Het is de verantwoordelijkheid van D66 om het proces verder te brengen”, zegt Kaag, en gesprekken helpen daarbij. „Dat betekent nog niet dat we gaan meeregeren.”
Wel dienen VVD en D66 als grootste partijen woensdag een motie in om SER-voorzitter Mariëtte Hamer (PvdA) te benoemen tot informateur. Zij neemt het stokje over van haar partijgenoot Herman Tjeenk Willink, en moet op basis van diens verslag de eerste stappen zetten richting een herstelplan om uit de coronacrisis te komen. Kaag benadrukte dat er vaart moet komen in het formatieproces, gezien de verkiezingen al bijna twee maanden geleden plaatsvonden.
De gesprekken in de formatie gaan nu nog „langs de lijnen van de inhoud”, zegt Kaag. D66 en VVD verschillen nog van mening over onder meer kansenongelijkheid, economisch herstel, de klimaatcrisis en het woningtekort. „Ik kijk op een heel andere manier dan Rutte naar de rol van de overheid en het belang van investeren.” Daar moet volgens Kaag nu eerst over gepraat worden. Zij verwijst naar haar verleden als vredesgezant, waar ze sprak met leiders van strijdende partijen. „Ook met wie je de grootste verschillen hebt zul je onder voorwaarden om tafel moeten.”