Aantal zelfgemaakte zware explosieven bijna verdrievoudigd
Het aantal zelfgemaakte zware explosieven in Nederland is in een jaar tijd bijna verdrievoudigd. Dat zegt het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) dinsdag in NRC. Vorig jaar droegen politie en het Openbaar Ministerie (OM) 31 zaken met bommen die criminelen zelf hadden gefabriceerd voor bij het instituut.
Een „schrikbarende toename”, noemt NFI-directeur Marc Elsensohn het. Het past volgens hem echter wel in de toename van zware misdaad en ondermijning in Nederland. „De explosieven worden vooral door de georganiseerde misdaad gebruikt voor bedreigingen, afrekeningen en aanslagen”, aldus Elsensohn in de krant.
Het instituut kan de vraag naar onderzoek naar explosieven volgens de directeur niet meer aan. Het NFI doet onderzoek naar handgranaten, plofkraken en zelfgefabriceerde explosieven en in alle drie de categorieën nam het aantal explosievenonderzoeken de afgelopen vijf jaar flink toe. In totaal verdubbelde het aantal onderzoeken in die periode naar 107, schrijft NRC.
De komende vijf jaar zal het NFI wegens financiële tekorten minder onderzoek kunnen doen voor de politie en het OM. In het eigen jaarbericht stelt het NFI dat het in 2020 een tekort van bijna 3 miljoen euro op een begroting van 83 miljoen euro had. Het instituut verwacht vanaf 2022 een jaarlijks begrotingstekort van ruim 4 miljoen te hebben.
Het tekort wordt onder meer veroorzaakt door vervanging van apparatuur en ICT. Daarom zal er vanaf 2022 minder werk verricht kunnen worden voor politie, Rechtspraak en OM.
„Dit verhoudt zich slecht tot de aanpak van de georganiseerde misdaad en ondermijning”, aldus Elsensohn. Het NFI stelt in het jaarbericht dat de ICT-systemen van het instituut, het OM, de politie en Rechtspraak op elkaar moeten worden aangepast „om makkelijker en veilig informatie uit te kunnen blijven wisselen”.