Schedelplaats
Johannes 19:17
„En Hij dragende Zijn kruis, ging uit naar de plaats genaamd Hoofdschedelplaats, welke in het Hebreeuws genaamd wordt Golgotha.”
Wie zijn sterfelijk leven goed leidt, neemt in zekere zin zijn kruis op. Dat Jezus op de Schedelplaats is gekruisigd, daarmee wees Hij tijdens Zijn lijden op de vergeving van alle zonden waarover in de psalm wordt gezegd: „Mijn zonden worden ontelbaar, talloos, mijn hoofdharen te boven. Dat er links en rechts van Hem één is gekruisigd, daarmee hield Hij ons voor dat sommigen rechts van Hem, anderen links van Hem zouden lijden. Over de mensen aan Zijn rechterzijde wordt gezegd: „Zalig die vervolgd worden om de gerechtigheid”, maar over die aan Zijn linkerzijde staat er: „Al geef ik mijn lichaam prijs aan de vuurdood: als ik de liefde niet heb, baat het mij niets.” Dat er een opschrift boven aan het kruis is aangebracht, waarop geschreven stond: ”De koning van de Joden”, daarmee liet Hij zien dat de Joden door Hem te doden niet konden verhinderen dat Hij hun Koning was; een Koning Die hen met Zijn werken een antwoord zou geven door Zijn –voor iedereen duidelijk zichtbaar– uitzonderlijke macht. Daarom wordt in de Psalm gezongen: „Ik ben echter door Hem tot koning aangesteld op de Sion, Zijn heilige berg.” Dat het opschrift in drie talen was geschreven, in het Hebreeuws, het Grieks en het Latijn, daarmee is kenbaar gemaakt dat Hij niet alleen over de Joden, maar ook over de heidenen zou heersen.
Aurelius Augustinus, bisschop te Hippo
(Preek voor Goede Vrijdag, ca. 420)