In een synagoge in het Brusselse Anderlecht is zondagnacht een kleine brand uitgebroken nadat er molotovcocktails naar binnen waren gegooid. Er deden zich geen persoonlijke ongelukken voor en de materiële schade bleef beperkt. De Belgische regering sprak van een absoluut onaanvaardbare actie.

Bij monde van minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel beloofde de regering snelle actie teneinde de daders van de aanslag te vinden. Tevens werden scherpere veiligheidsmaatregelen getroffen bij Joodse instellingen in Brussel en Antwerpen.

Niemand heeft de verantwoordelijkheid opgeëist, maar aangenomen wordt dat de aanslag verband houdt met de huidige ontwikkelingen in het steeds grimmiger wordende conflict tussen Israël en de Palestijnen.

„Onder geen enkele omstandigheid kan de situatie in het Midden-Oosten worden gebruikt als excuus om dergelijke daden van geweld en intolerantie te plegen jegens een gemeenschap die altijd in ons land geïntegreerd is geweest”, zei Michel.

Het is niet de eerste anti-Joodse actie. Begin december werd de opperrabbijn van Brussel in Anderlecht door Arabische jongeren op straat aangevallen. De Joodse gemeenschap in België klaagde toen over het groeiende antisemitisme in België, dat zou worden gevoed door haatcampagnes in de media tegen Israël. Een vertegenwoordiger van de gemeenschap reageerde zondag geschokt op de jongste actie en sprak van een racistische daad. Burgemeester Simonet van Anderlecht, die de daders zoekt onder opnieuw Arabische jongeren, kondigde spoedoverleg aan met veiligheidsfunctionarissen en buurtwerkers. Het is volgens hem ondenkbaar dat het Israëlisch-Palestijnse conflict kan worden geïmporteerd.

De voorzitter van de Arabische gemeenschap in België riep echter de Belgische bevolking op tot een boycot van alle Israëlische en Amerikaanse producten en tot de sluiting van de Israëlische ambassade in Brussel. Hij deed zijn oproep tijdens een anti-Israëlische demonstratie in hartje Brussel, die zo’n 1000 mensen trok. De organisatoren willen voorlopig dagelijks blijven betogen.

In het Zuid-Franse Marseille ging, eveneneens zondagnacht, een synagoge in vlammen op. Het gebouw vloog in brand kort nadat een politiepatrouille was gepasseerd. De gehele inboedel van de synagoge is in de vlammenzee verloren gegaan.

Tijdens het paasweekeinde waren ook elders in Frankrijk synagoges het doelwit van aanslagen, onder andere in Lyon en in Straatsburg. Ook werd melding gemaakt van door de autoriteiten als antisemitisch omschreven aanvallen. Zo werd geschoten op een koosjere slagerij in de buurt van Toulouse, werd ingebroken in een Joodse school in Sarcelles en werd een Joods echtpaar in Villeurbannes gemolesteerd.

De Franse president, Jacques Chirac, sprak zijn veroordeling uit over het geweld. Hij noemde het afschuwelijk en ontoelaatbaar. Premier Lionel Jospin zei met weerzin te worden vervuld door de tegen Joden gerichte aanslagen.